Franse stakers geven niet op

Foto: marcovdz (cc)
Serie:

Het protest tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar in Frankrijk leidde deze week al weer tot de tiende algemene stakingsdag van dit jaar. Het huisvuil wordt nu opgeruimd, maar de acties gaan als het aan de bonden ligt volgende week gewoon verder. Ondanks de uitnodiging van premier Elizabeth Borne aan de bonden voor een gesprek. De Franse regering heeft de woede van de demonstranten flink aangewakkerd door de pensioenwet buiten het parlement om door te drukken. Wat drijft de demonstranten om te blijven protesteren tegen langer werken terwijl in veel omringende landen de pensioenleeftijd al lang verhoogd is?

Klassenstrijd of psychodrama

Vergelijking van pensioenen in verschillende landen is lastig. De grote verschillen in pensioenstelsels maken het al jaren lastig om binnen de EU op dit punt tot harmonisatie te komen. In Frankrijk beargumenteert Macron de pensioenhervorming door te wijzen op de de algemene verhoging van de gemiddelde levensduur en de steeds hogere kosten voor de staatskas. De Fransen hebben daar vooralsnog geen boodschap aan. Ze vinden dat ze zelf al genoeg betalen. In Frankrijk is de pensioenbijdrage hoger dan het OESO-gemiddelde. En ze willen zo lang mogelijk genieten van een leven zonder werkverplichtingen. Sociologen merken op dat Fransen weinig plezier halen uit hun werk, door de relatief lange werkdagen, de sterk hiërarchische structuren waardoor mensen vaak weinig autonoom kunnen werken, en een sinds de Franse Revolutie ingebakken weerstand tegen autoriteit.

Er zit ook een klassenaspect aan vast, schreef Luuk van Middelaar deze week in de NRC. ‘De voorgestelde hervorming raakt vooral mensen in de zorg, de schoonmaak, de transportsector en het (lager) onderwijs. Oftewel de laaggeschoolde groepen die veelal jong beginnen te werken. Voor de Franse hoogopgeleiden daarentegen, die zich voor hun 25ste niet op de arbeidsmarkt vertonen en toch wel voorbij hun 64ste doorwerken, veranderen de plannen vrijwel niets.’ Volgens de socioloog Gauchet, schreef Caroline de Gruyter in de zelfde krant,  gaat het niet om klassenstrijd maar is het meer een ‘psychodrama’: ’terugverlangen naar de sociaal-politieke oogst van de trentes glorieuses, drie decennia tomeloze, naoorlogse vooruitgang. „Het pensioen is een surrogaat geworden voor socialisme”, zegt Gauchet.’ Je zou ook kunnen zeggen dat het vroege pensioen nog het enige is wat rest van de oude verzorgingsstaat die met zoveel sociale strijd is bevochten. In het gevoel ’tot hier en niet verder’ staan de Fransen niet alleen. Sociale onrust leidde deze week ook in Duitsland tot omvangrijke stakingen. De Nederlandse FNV meldt dat in de eerste drie maanden van 2023 in 23 sectoren en bedrijven is gestaakt. Dat is bijna evenveel als het jaargemiddelde van de laatste tien jaar.

Frankrijk ‘poldert’ niet

In Frankrijk worden sociale conflicten vanouds wel meer op straat uitgevochten, schrijft Guillaume Duval, voormalig hoofdredacteur van het tijdschrift Alternatives Economiques. Hij verklaart de onverzettelijkheid van de Franse arbeiders uit een geschiedenis die teruggaat op de Franse Revolutie. ‘Twee eeuwen lang is Frankrijk een land gebleven waar sociale kwesties vooral bij wetgeving of op straat en op de barricades worden geregeld. Dit heeft zijn charme en kan van buitenaf romantisch lijken. Maar vanuit het oogpunt van economische en sociale efficiëntie lijdt het weinig twijfel dat buurlanden als Duitsland en Nederland geprofiteerd hebben van hun vermogen om gemakkelijker en regelmatiger sociale compromissen te sluiten. Ze zijn beter in staat om hun samenlevingen te ontwikkelen zonder grote botsingen.‘ Kortom: de Franse staat kan niet ‘polderen’. Sociale strijd loopt hier onveranderd uit tot een confrontatie tussen demonstranten en een keihard politieapparaat.

Water

President Macron doet zijn best om de aandacht af te leiden van de voortdurende clashes in de straten van alle grote Franse steden. Gisteren was hij in Savines-le-Lac in de Alpenregio voor de presentie van zijn ‘Waterplan’. Het Franse Politico schrijft nogal cynisch over een kans voor de president om weer eens ‘boven water’ te komen en contact te maken met de burgers in het land. Tussen zijn officiële reizen naar het buitenland en de eindeloze opeenvolging van retraites zou het staatshoofd daar al twee maanden geen gelegenheid voor hebben gehad. Nu kan hij goede sier maken met voornemens op een gebied waarover de Fransen zich inmiddels ook hevige zorgen maken. Macron koos voor de presentatie van zijn Waterplan nadrukkelijk niet voor voor de regio Deux-Sèvres waar demonstranten afgelopen weekend slaags raakten met de oproerpolitie. Meer dan 25.000 demonstranten verzamelden zich zaterdag in het landelijke stadje Sainte-Soline in het departement Deux-Sèvres om de regering op te roepen te stoppen met de bouw van waterreservoirs die boeren tijdens de zomermaanden kunnen gebruiken voor irrigatie. Het werd een keiharde confrontatie tussen milieubeweging en de staat. De politie telde na afloop 24 gewonden, de demonstranten 7. De activisten zeggen dat water een algemeen goed is en dat boeren die hulpbron “stelen”. Ze vinden dat de boeren moeten overstappen naar minder waterintensieve en duurzamere landbouwpraktijken. Milieuminister Christophe Béchu geeft toe dat de reservoirs geen blijvende oplossing zijn voor de bestrijding van de klimaatopwarming maar terwille van de agrarische productie moet het nu maar even. Waar hebben we dat eerder gehoord? 

Reacties (1)

#1 Co Stuifbergen

Sommige mensen met een lage opleiding gaan nu ook al niet vroeg met pensioen, want ze krijgen pas pensioen als ze een aantal jaren premies betaald hebben.
Ik weet niet of zulke mensen door de wetswijziging nu nog later met pensioen gaan.

(bij onze AOW is het anders: iedereen krijgt AOW, maar als je geen premies afdraagt (dat mag als je in het buitenland verblijft) wordt het bedrag lager).