De kunst van het geduldig graven, gesterkt door tien hartjes
Je redt er de wereld niet mee, maar nuttig, leerzaam en leuk is het wel, wormen houden. In mijn douche staat sinds driekwart jaar een wormenbak, waar ik eens per week een portie groente- en fruitafval in begraaf. Inmiddels heb ik al ruim 5 kilo prachtige compost uit mijn wormenbak weten te oogsten. Mijn planten zijn er dolblij mee: die schieten de lucht in.
Ik mag graag boven de bak hangen om mijn poop troopers te observeren. Zo leerde ik dat ze even makkelijk voor- als achteruitkruipen en dat ze graag bovenop en naast elkaar liggen. Ik weet nu dat ze een onder- en een bovenkant hebben (hun buik is lichter), dat ze volkomen doof en blind zijn maar trillingen en licht prima registreren. Ze zijn verrassend snel en sterk. En ik las dat ze tien hartjes hebben: vijf setjes van twee. Alleen daarom al viel ik als een blok voor ze. Zo klein, en dan tien hartjes!
Nadat ik op Twitter had geïnformeerd of iemand literatuur wist over de sociologie van compostwormen, kreeg ik een geweldige tip. Darwin had hetzelfde gedaan als ik: eindeloos naar zijn wormen kijken. Hij deed dat liefst veertig jaar lang. Hij had zelfs zijn hele familie aan het werk gezet om hem te helpen bij zijn studie. Darwin schreef uiteindelijk zelfs een boek over compostwormen, zijn allerlaatste, en daarvan werden er in het eerste jaar meer van verkocht dan van On the Origin of Species.