Corona-apps hangen in een beleidsmatig vacuüm
COLUMN - Zowat alles ging mis bij die race om de corona-app die mensen moest vertellen dat ze bij iemand in de buurt waren geweest die besmet blijkt te zijn. De ene app was lek. De andere gaf je telefoonnummer prijs en verbrak zo je anonimiteit. De derde was helemaal niet aangeprezen door het deskundigenpanel: die hadden het ding expliciet afgewezen. De vierde waarborgde niet dat uitsluitend besmette mensen alerts konden versturen.
Belangrijker: de apps hingen in een beleidsmatig vacuüm. Ze staan of vallen met de beschikbaarheid van testen: alleen dan kan de waarschuwing die zo’n ding verstuurt betrouwbaar zijn. Maar er is geen flankerend beleid. Zelfs huisgenoten van een erkende patiënt kunnen zich nog zelden laten testen.
Wil je heus dat mensen zelf waarschuwingen versturen en een cascade van vermoedens en ‘mogelijke’ besmettingen zich door het mobiele netwerk verspreidt? Dan belanden we alsnog allemaal in zelfquarantaine en zijn we geen sikkepit verder.
Voor die aanpak is een term: techno-optimisme. Als je beleidsmatig met je handen in het haar zit, besteed je het probleem uit. Je laat er software voor maken: dan komt het vast goed! Mislukt dat, dan kun je de schuld voor je eigen falen op de programmeurs afschuiven. Altijd prijs.