Twee weken geleden publiceerde ik op Sargasso een kritisch artikel over de piraterij voor de Somalische kust. Daarin betoog ik dat de illegale visserij en afvaldumping voor de kust van het arme Oost-Afrikaanse land, onder andere door Europese bedrijven, belangrijke oorzaken zijn voor het ontstaan van de piraterij, maar dat de anti-piraterijmissie van de Europese Unie hier helemaal niet tegen optreedt. Die houdt zich enkel bezig met de jacht op de Somalische piraten. Ik pleit er in het stuk voor dat de patrouillerende oorlogsschepen alle illegale activiteiten in de regio moeten aanpakken.
Dit leek mij geen radicale stellingname, maar tot mijn verbazing kwamen er behoorlijk wat kritische (alhoewel, helaas, soms nogal lege) reacties op het stuk. Sommige reaguurders toonden zich daarin enkel voorstander van een snoeiharde aanpak van de Somaliërs. Eén iemand stelde bijvoorbeeld voor ‘de piratenbootjes met kalashnikovs en raketten uit het water te schieten’ en mariniers het land in te sturen om de boel ‘meedogenloos op te ruimen.’ Over de Europese stroperij en afvaldumpers schreven zij niks. Een ander ging zelfs zo ver in twijfel te trekken of deze illegale praktijken überhaupt wel plaatsvinden.
Ik vroeg me af waar deze houding vandaan komt, vooral aangezien de illegale dumping en visserij bepaald geen geheimen zijn. Het is goed gedocumenteerd. Een aantal reacties komt voort uit een xenofobische houding. In de ogen van sommigen zijn Somaliërs slechts ‘sukkels’ en ‘lui’ en moeten ze ‘uitgeschakeld’ worden. Deze reaguurders willen simpelweg niet geloven wat tegen hun onderbuikgevoel ingaat en zien in het handelen van de piraten een rechtvaardiging van hun bekrompen vooroordelen. Maar voor anderen met een wat ruimer venster op de wereld ligt een heel andere verklaring voor hun argwaan wellicht meer voor de hand: de berichtgeving in de Nederlandse media.