Hoe democratisch is Nederland eigenlijk?

Veel politicologisch onderzoek richt zich op democratieën en democratisering. Wat democratie precies is, vormt stof voor discussie. Veel landenvergelijkende democratie-indices richten zich op electorale democratie (vrije verkiezingen en dergelijke) en soms ook de liberale democratie (bijv. burgerlijke vrijheden). Participatie, deliberatie en gelijke kansen worden ook vaak als aspecten van democratie gezien, maar tot nu toe niet systematisch in kaart gebracht. Het Varieties of Democracy project brengt deze verscheidene aspecten van democratieën in beeld. Experts coderen de democratische kwaliteit van landen in de periode 1900-nu.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Nana B Agyei (cc)

Burgermoed

COLUMN - Treinreizigers die koperdieven uit bovenleidingen verjagen. Defect materieel weer in elkaar schroeven. Aangereden herten verzorgen. Vastgevroren wissels ontdooien en omgevallen bomen van de rails slepen. Bijstandsontvangers die verplicht worden de kaartjes te knippen.

Beelden die in me opkwamen toen ik tijdens mijn dagelijkse treinreis Amsterdam – Den Haag vernam dat wij, treinreizigers, conducteurs moeten gaan helpen bij het beteugelen van de agressie van medepassagiers. Aan te leren middels een cursus van een half uur, volgens Stichting Maatschappij en Veiligheid-voorzitter Pieter van Vollenhoven. Nuttig tijdverdrijf tijdens voorziene vertragingen. Een anti-agressie-coach met een clubje gestrande forenzen en een EHBO-pop op een winderig perronnetje. Voorschoten ofzo. Lekker in de weer met pepperspray en wapenstok, voorbereid op de volgende stap. Burgermoed stroomt door mijn aderen.

Als burgermoed nodig is voor een veilige treinreis, laat de overheid echt een steekje vallen. Het lijkt de zoveelste verantwoordelijkheid die doorgeschoven wordt naar de participerende burger.

En toch vind ik het idee van Van Vollenhoven niet zo gek.

Het ontging mij laatst volkomen dat iemand naast me wilde zitten. Mijn noise-cancelling koptelefoon werkte net iets te goed. Betreffende jongeman pakte daarop mijn tas en kiepte de inhoud over mijn schoot. Yoghurtbakje, iPad, mascara, de hele mikmak rolde op de grond. In een propvolle trein. Ik schrok me te pletter. Dat niemand in actie kwam, kan verklaard worden door het omstandereffect, hoorden we deskundigen deze week zeggen. Mensen zijn minder geneigd in te grijpen als er veel omstanders zijn, dan wanneer er niemand in de buurt is. Een enkele medeforens keek de jongen verbouwereerd aan, de rest keek inderdaad weg.

Foto: Serge de Beer (cc)

Burgerbrieven aan OCW

ACHTERGROND - Kijk, dat vind ik nou leuke statistieken. OCW ontving in 2012 per dag gemiddeld 2600 brieven van burgers. In 2011 waren dat er nog 2100 per dag. Ik zie een hele grote postkamer voor me, maar de brieven kunnen ook in de vorm van e-mails binnenkomen.

Onder de term ‘burgerbrief’ wordt volgens de definitie van de Nationale ombudsman verstaan: Elk schriftelijk stuk dat een overheidsinstantie van een burger ontvangt. Het medium (brief, fax of e-mail) maakt daarbij niet uit. Ook het begrip burger is breed. Hieronder worden niet alleen individuele burgers verstaan, maar ook groepen burgers en organisaties.

In het rapport worden de soorten brieven verder toegelicht. Het aantal aanvragen is het sterkst gestegen, maar dat heeft te maken met een adminstratieve verandering bij DUO.

Bron: OCW (2013). DEPARTEMENTALE RAPPORTAGE BURGERBRIEVEN 2012.

Bij het beleidsdepartement OCW gingen de meeste vragen (de ‘top 10’) over:
1. Hoe dien ik een klacht in over een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs?
2. Waarom moet ik een startkwalificatie hebben?
3. Wie houdt toezicht op de leerplicht?
4. Wanneer heb ik recht op studiefinanciering en een studenten ov-chipkaart?
5. Wanneer zijn de schoolvakanties?
6. Hoeveel collegegeld moet ik betalen als langstudeerder in het hoger onderwijs?
7. Waar dien ik een klacht in over een instelling voor beroepsonderwijs?
8. Mag ik mijn kind buiten de schoolvakanties mee op vakantie nemen?
9. Wat is de rol van de vertrouwensinspecteur in het onderwijs?
10. Waar vind ik een overzicht van erkende opleidingen?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

De schrale kleine overheid

Het is bijna een cliché om voor een kleinere overheid te zijn: zoals de demissionaire Rutte zegt, “we moeten de mensen in hun eigen kracht zetten.”  De overheid moet kleiner, bedoelt hij, dus de mensen moeten meer zelf doen. Het Congres van Bestuurskundigen, deze week in Utrecht ging over die veranderende verhouding tussen bestuur en samenleving. Wat betekent zo’n uitdrukking? Hoeveel beroep kun je doen op vrijwilligheid?

Het thema van het congres was het benutten van de kracht in de samenleving. Dat kun je nogal uiteenlopend in vraagstellingen omzetten: het woord “participatie” viel me wat te vaak. In veel gemeenten wordt vrij krampachtig getracht de participatie van de burger te vergroten. Maar waarom zou dat precies moeten?  Waarom moet de burger persé deelnemen aan een spel waarvan hij de mop niet in ziet? Ik leerde vroeger van mijn docenten dat de burger heus wel participeert, als het maar als zinvol en effectief  wordt ervaren. Het woord participatie roept een verdenking op, n.l. dat het vooral een strategie is waarmee vermolmde bestuursvormen zichzelf pogen te legitimeren.

Maar doet dat vermoeden recht aan die duizenden vrijwilligers in verenigingen, die duizenden die in verzorgings en verpleeghuizen hand en spandiensten verrichten? Neen. Zonder inzet van deze “participanten” stort onze wereld in. Rutte haast zich altijd dat er bij te zeggen. Een spreker, de filosoof Gabriel van den Brink beperkte zich tot drie stellingen: ‘er is in Nederland zeer veel praktisch idealisme, in de publieke sfeer komt dat onvoldoende tot uiting, daarom moeten we de civil society opnieuw uitvinden’. Hij citeerde Schnabel: ”Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht”. Dat is inderdaad een bizarre houding. Ook mooi vond ik zijn eigen formule: “de economen hebben de publieke zaak gekaapt.” Dubbelzinnig is het wel: als wij zoveel idealisme en vrijwilligers hebben in ons land, waarom moet de ‘civil society’ dan opnieuw worden uitgevonden? Die contradictie bleef wat hangen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 24-11-2022

KOZ | Interactiviteit

In de volgende KOZ een hommage aan een van de leukste kunstgaleries van Nederland. Vandaag sluiten we eerst nog even aan bij de vorige afleveringen over licht en schaduw. Daarin was ook kunst te zien, waarbij de kijker een actieve rol was toebedeeld.

Hoewel de traditionele “je mag er naar kijken maar aankomen niet”-kunst onuitroeibaar is, zijn er al jaren kunstenaars die het publiek uitnodigen (c)(re)actief deel te nemen aan hun kunstwerken. Grofweg zijn er twee stromingen. Eén waarbij kunstenaars gebruik maken van ‘hardware’: sculpturen en installaties van allerhande materiaal, waar de toeschouwer door kan lopen, iets in beweging kan zetten of mee spelen. En er is de ‘software’-stroming. Hedendaagse technologie en media lijken oneindig veel mogelijkheden te bieden aan interactieve kunst.

Vooropgesteld dat een weergave van interactieve installaties hier op het scherm weinig recht doen aan de werkelijke presentaties, vandaag een willekeurige greep uit de collectie.

Een voorbeeld van analoge interactiviteit. Doet denken aan het apenkooien op gymnastiekles. Robert Morris, hier bekend van zijn observatorium in de Flevopolder, creëerde in het Tate Modern te Londen zijn “Bodyspacemotionthings”. Het ontaardde in een speeltuin, die na vier dagen werd gesloten, wegens de overstelpende drukte.

Een ander voorbeeld van opgaan in kunst is “Sway’d”, een interactieve installatie in de openbare ruimte. Ontworpen door Daniel Lyman, die ongetwijfeld zijn inspiratie ontleent aan de ‘Penetrables’ van de overleden kunstenaar Jesús Rafael Soto.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De burger volgens de overheid

Onze MP is een welgemoed man en een slimme retoricus. Maar heeft hij ook een visie? Zo wurmt hij zich uit onder het onbehaaglijk thema van de stijgende armoede, door te zeggen dat er alleen lage inkomens zijn. Vergeleken met het Afrikaanse consumptieniveau klopt dat wel, maar het is natuurlijk op het randje van onbehoorlijk. Maar laten we de politicus Rutte links liggen en kijken naar zijn inhoudelijke voornemens met hervormingen. De slagzin die onmiddellijk op komt: “een kleinere, sterkere overheid”.

Het is niet een doelstelling waar ik direct voor uit mijn stoel kom, maar onzin is het ook niet. Het past in langjarige traditie en bij het liberale denken. Laten we eens kijken wat hier achter schuilt.

Het doel “kleiner en sterker” zegt iets over de waargenomen verhouding tussen staat en burger. De overheid moet zich minder bemoeien met de burger (kleiner), maar als de overheid dat wel doet, moet de burger beter luisteren. (sterker) Dat laatste geldt bij Rutte c.s. vooral op het vlak van de veiligheid.

Dat is tamelijk dubbel: een kleinere overheid betekent minder beheersing, een sterkere overheid vergt juist meer beheersing. Hoe je hiermee omgaat, wordt bepaald door je visie op de gewenste verhouding tussen overheid en burger. Die visie wordt vrij sterk gevormd door je geloof in de regulerende werking van het marktmechanisme.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Participatie anno 2011 is een wassen neus

De burger betrekken bij de maatschappij, hoe moet dat? In zijn lezing ‘De Burger als Bondgenoot’ gaat hoogleraar geschiedenis van Maatschappij, Media en Cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Henri Beunders in op deze vraag. Dit artikel is een ingekorte en bewerkte versie van de lezing. 

Het huidige bestel biedt burgers weinig mogelijkheden om betrokkenheid te tonen. Ze moeten meer betrokken worden bij de problemen van wijk, buurt, stad en land. Want dan zullen ze zich graag aanmelden als bondgenoot van de overheid. En kan de Nederlandse maatschappij weer een samenleving worden.

Nederland anno 2011 is een klassenmaatschappij. Er zijn steeds duidelijker wordende patronen van uitsortering van de Nederlandse bevolking naar opleiding, inkomen, partnerkeus en etniciteit. Elke groep trouwt onder elkaar en woont bij elkaar, in gescheiden buurten. We zijn niet meer verenigd. Zichtbaarder en funester dan de sociaal-culturele en geografische verdeeldheid is de politieke verdeeldheid in twee klassen. De bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille hebben dit onlangs aangetoond in hun boek Diplomademocratie, over de spanning tussen meritocratie en democratie. De kern ervan luidt: de hoger opgeleiden hebben de lager en middelbaar opgeleide burgers verdreven uit bijna alle bestuurlijke posities; uit het parlement, maar ook – en dat is het meest funest – uit vrijwel het gehele maatschappelijke middenveld dat toch als het wonderlijm van een gezonde democratie wordt beschouwd. De lager opgeleiden nemen steeds minder deel aan de politiek en aan het verenigingsleven. Door hun geleidelijke uitsluiting in de afgelopen decennia hebben de lager opgeleiden een belangrijke bron van respect verloren. Ze vormen een onderklasse die er nauwelijks meer toe doet. Bovens en Wille vragen zich af  ‘of het toeval is dat de opkomst van de diplomademocratie is gevolgd door een opmars van populistische partijen?’ Nee dus.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Liever grondig onderzoek dan snelle sociale media

Een gastbijdrage van Gijs van Oenen, politicoloog en cultuurfilosoof aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het stuk is ook te lezen op Sociale Vraagstukken.

De lust van de emancipatie en participatie wordt in toenemende mate een last, met opgeschroefde verwachtingen van de politiek. Sociale media zullen dat probleem verergeren. Een uitweg: een grotere rol voor onderzoek in de politiek.

Onderzoek naar de temperatuur van de samenleving levert al een jaar of vijf een constant, duidelijk beeld op. De burger is gelukkig, maar ontevreden. Dat wil zeggen: gelukkig met het eigen leven, maar ontevreden over de samenleving. Recent onderzoek naar de maatschappelijke beleving van en door de jeugd complementeert dit beeld: die is zelfbewust hedonistisch en onkritisch. Dertigers schijnen op hun beurt onzeker en gestrest te zijn.

Hoewel er ongetwijfeld meerdere verklarende factoren voor deze opvallende ontwikkelingen bestaan, meen ik dat een belangrijke factor tot nog toe niet of onvoldoende wordt onderkend: ‘de tragedie van de geslaagde emancipatie’.  Centraal in deze verklaring staat de stelling dat het proces van emancipatie in Nederland geslaagd is. Een ieder is tegenwoordig in staat en behoort daarom de moed op te brengen voor zichzelf te denken. Niemand heeft leiding of bevoogding van anderen of van instituties nodig om zijn verstand te gebruiken. De laatste en beslissende fase van dit emancipatieproces, dat zich vanaf eind 18e eeuw langzaamaan heeft doorgezet, brak aan in de jaren ‘60 en ‘70 van de 20e eeuw. Gevestigde autoriteiten en instituties kwamen toen onder vuur te liggen. Mensen werden mondig en kwamen, individueel of in groepsverband, voor hun belangen op. In Nederland gebeurde dit alles ook nog eens sneller en radicaler dan elders. Dit wellicht mede doordat het bestuur zich snel aanpaste aan de gewijzigde verhoudingen, al dan niet met behulp van zogenaamde repressieve tolerantie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boekrecensie | Brave burgers gezocht

De overheid is geen geluksmachine, heeft premier Rutte bij herhaling gezegd. U, de burger, moet het zelf gaan doen. Rutte spreekt zich uit als een klassieke liberaal, die vindt dat de taken van de overheid beperkt moeten blijven. Een goede overheid, is een kleine overheid.

De praktische uitwerking van dit gedachtegoed is echter geen breuk met de kabinetten Balkenende. Ook die vonden dat de overheid de afgelopen decennia teveel taken bijeen gehamsterd heeft en die niet allemaal meer kan dragen. De burger is aan zet en moet meedoen. Er wordt daarom voorzichtig al gesproken van een participatiestaat.

De participerende burger, zijn verlangens en vermogens en de verwachtingen die de overheid van hem koestert zijn de thema’s van het Brave Burgers Gezocht: De Grenzen van de Activerende Overheid, het nieuwe jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, onder redactie van sociologen Imrat Verhoeven en Marcel Ham. Het boek is in december uitgekomen, maar kwam via een aantal transatlantische omzwervingen onlangs op mijn bureau. Niettemin is Brave Burgers alleen maar actueler geworden, vandaar alsnog deze bespreking.

Een van de opvallende ontwikkelingen in het afgelopen decennium is dat de burger zoveel moet. De redacteuren zien daarbij twee ontwikkelingen aan het werk. Ten eerste de verschuiving van een terugtrekkende naar een heroptredende overheid. Burgers moeten hun eigen problemen oplossen en liefst ook een aantal problemen die van oudsher onder de verantwoordelijkheid van de staat vallen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende