Asielzoekers en statushouders als pseudoburgers

door Jaco Dagevos De kabinetsmaatregelen dempen de integratie en participatie van asielzoekers en statushouders. Het gevaar dreigt dat dit een categorie pseudoburgers creëert, vindt hoogleraar Jaco Dagevos. Waar gaat het naartoe met het participatiebeleid voor asielzoekers en statushouders? In politieke en maatschappelijke discussie weinig aandacht voor de implicaties van het voorgenomen kabinetsbeleid voor de participatie van asielzoekers en statushouders die al in Nederland verblijven. Dat terwijl de voornemens van het kabinet rond de participatie van asielzoekers en statushouders ingaan tegen de positieve ontwikkelingen die er de laatste jaren zijn geweest. De discussie gaat vooral over het terugdringen van de (asiel)migratie. Men kan van mening verschillen over de omvang van de migratie en de noodzaak om daar wat aan te doen, maar los daarvan is het belangrijk om te stimuleren dat asielzoekers en statushouders de Nederlandse taal leren en aan het werk kunnen gaan. Meer aandacht voor participatie In de afgelopen jaren zijn er twee maatregelen genomen die meer ruimte bieden voor de participatie van asielzoekers in ons land. Eind 2023 werd de 24-weken-eis afgeschaft. Dit betekent dat asielzoekers het gehele jaar mogen werken. Dit was het resultaat van jarenlange adviezen vanuit de wetenschap en van maatschappelijke organisaties en werkgevers. Een door een werkgever aangespannen rechtszaak gaf uiteindelijk de doorslag. En met succes: kort na het afschaffen van de 24-weken-eis nam het aantal aan asielzoekers afgegeven werkvergunningen snel toe. Opvang als eerste stap in het participatiebeleid en niet naar een verslechterde psychische gezondheid De invoering van de Spreidingswet is een andere gunstige ontwikkeling die de participatie van asielzoekers een impuls kan geven. Doordat de opvang gelijker over gemeenten verdeeld wordt, zijn naar verwachting minder grootschalige (nood)opvanglocaties nodig. Meer permanente locaties betekent dat mensen minder hoeven te verhuizen tijdens de opvangperiode. En dat is – weten we uit onderzoek – goed voor de psychische gezondheid van asielzoekers. De wet biedt een kader voor meer kleinschalige opvang, georganiseerd in (de buurt van) gemeenten waar asielzoekers na statusverlening komen te wonen. Hierdoor kunnen gemeenten een vroege start maken met de inburgering en zo komen opvang- en inburgeringsbeleid in elkaars verlengde te liggen. Een ontwikkeling naar wat ik het ‘participatiemodel’ noem, lag in het verschiet: de periode in de opvang is niet alleen bedoeld voor de afwikkeling van de asielprocedure; deze tijd kan ook worden benut als voorbereiding voor participatie in een nieuwe samenleving. Ruime mogelijkheden voor het leren van de taal en het faciliteren van vrijwilligers- en betaald werk bieden een opstap naar een volwaardig bestaan in een nieuw land. Opvang als eerste stap in het participatiebeleid en niet, wat nu vaak het geval is, naar een verslechterde psychische gezondheid. Geen Spreidingswet en sobere opvang Zoals bekend, wil het kabinet-Schoof de Spreidingswet intrekken, waardoor het realiseren van het participatiemodel uit beeld raakt. Over de 24-weken-eis zegt het kabinet niets, waarschijnlijk blijft die dus ongemoeid. Verder noemt het regeerprogramma – in een ander hoofdstuk dan over asiel en migratie – dat kansrijke asielzoekers meer mogelijkheden moeten krijgen om te werken. Dat voornemen lijkt echter op gespannen voet te staan met het kabinetsstreven naar een sobere opvang. Hoewel niet concreet wordt gemaakt wat dit precies betekent, lijkt het ver af te staan van een participatiemodel. De regering lijkt meer te kiezen voor wat je een ‘terugkeermodel’ zou kunnen noemen, analoog aan de praktijk in Denemarken, waar gedurende de opvangperiode geen aandacht is voor taalonderwijs en participatie. Onderzoek wijst uit dat onzekerheid over de verblijfspositie een rem zet op de integratie Andere kabinetsvoorstellen raken statushouders ook. De verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft en de termijn voor naturalisatie gaat van vijf naar tien jaar. Onderzoek wijst uit dat onzekerheid over de verblijfspositie een rem zet op integratie. Mensen zijn terughoudender om de taal te leren en te investeren in Nederlandse opleidingskwalificaties; factoren die bij uitstek van belang zijn om vooruit te komen in een nieuw land. Verder wil het kabinet de mogelijkheden tot gezinshereniging beperken. Ook hiervan is uit onderzoek bekend dat het de positieverwerving van migranten belemmert. Een onvolledig gezin en onzekerheid of gezinsleden mogen komen, is psychisch belastend en neemt de energie weg die nodig is om de taal te leren en werk te vinden. Iets vergelijkbaars geldt voor het beperken van de toegang tot sociale huurwoningen voor statushouders. Zonder reguliere woning – en vaak een langer verblijf in een opvanglocatie – maken mensen geen start met hun inburgering. Al deze maatregelen dempen de integratie en de participatie van asielzoekers en statushouders. Het Nederlandse integratiebeleid stond lange tijd bekend vanwege het zoveel mogelijk gelijkschakelen van rechten van migranten die hier mogen blijven en van de zittende bevolking. Daar neemt het voorgenomen beleid afstand van. Het gevaar dreigt dat dit een categorie pseudoburgers creëert voor wie niet alleen de mogelijkheden voor participatie worden ingeperkt, maar die ook het signaal krijgen dat ze er niet bij horen. Steun in de rug De nieuwe regering heeft een serie maatregelen voorgesteld om met name de asielmigratie te beperken. Over de gewenste omvang van de migratie kun je met goede redenen verschillen van inzicht. Maar geldt dat ook voor het verminderen van de participatiekansen van asielzoekers en statushouders? Beleid kan mensen in limbo laten zitten, maar kan ook mensen een steun in de rug geven De voordelen voor individu en samenleving om meer mensen aan het werk te krijgen en onderdeel te laten zijn van deze samenleving, zijn evident. In de huidige krappe arbeidsmarkt hebben we mensen die kunnen en willen werken juist hard nodig. Binnen de bevolking is er brede steun dat asielzoekers tijdens de opvangperiode de taal leren en betaald werk verrichten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten pleit al jaren voor een verbinding tussen het opvang- en het inburgeringsbeleid en steunt mede om die reden de Spreidingswet. Onlangs pleitte het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers ervoor om de participatiemogelijkheden van asielzoekers te vergroten. In 2026 zou de helft van de asielzoekers aan het werk moeten zijn. Beleid doet ertoe; het kan mensen in limbo laten zitten, maar het kan ook als hefboom werken die mensen een steun in de rug geeft om een bijdrage te leveren aan deze samenleving. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Jaco Dagevos is bijzonder hoogleraar Integratie en Migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en senior onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Door: Foto: Youtube (uitzending RTV Utrecht, 27 september 2024)
Foto: daisy.images (cc)

Soepelere bijstand brengt meer gezondheid, participatie en vertrouwen

ONDERZOEK - Het strenge bijstandsregime leidt niet tot meer uitstroom naar werk. Soepelere regels doen dat evenmin, maar zorgen wel voor meer gezondheid, participatie en politiek vertrouwen, blijkt uit promotieonderzoek van János Betkó. Vooral voor de meest kwetsbaren.

Tussen 2017 en 2020 werd in Nijmegen een bijstandsexperiment gehouden. Ik verdedigde er recent mijn proefschrift over. In dit gerandomiseerde experiment werden bijstandsgerechtigden gevolgd in zowel het reguliere regime van de Participatiewet als in twee alternatieve, wat ruimhartigere regimes. Deze alternatieven waren meer onvoorwaardelijk van aard en gaven deelnemers meer ruimte, door het verregaand versoepelen van de re-integratieregels en de mogelijkheid meer bij te verdienen naast de uitkering.

Dergelijke experimenten vonden ook plaats in vijf andere gemeenten.[1] De resultaten ervan zijn in meerdere rapporten en artikelen beschreven, onder andere op Sociale Vraagstukken. Belangrijke conclusie uit alle experimenten was dat er qua uitstroom uit de uitkering naar werk weinig verschil is tussen de reguliere en de experimentele aanpakken.

De huidige aanpak, met alle dwang, verplichtingen en boetes, blijkt het in dat opzicht dus niet beter te doen dan een meer onvoorwaardelijke aanpak, gebaseerd op meer vertrouwen in en autonomie voor mensen in de bijstand.

Alternatieve regimes voor subgroepen beter

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du Jour | Kapotte gemeentefinanciën

 

De provincie Zuid-Holland slaat alarm, omdat de financiën van de gemeenten aldaar helemaal kapot gaan. Met alle gevolgen van dien:

Het is voor het eerst dat de provincie merkt dat meerdere gemeenten moeite hebben met het dekkend maken van de begroting. De situatie ‘is te herleiden naar het tekort aan middelen voor Wmo, Jeugd en Participatie.’ Het leidt tot ingrijpende maatregelen. Enkele voorbeelden: 600 tot 800 kinderen kunnen niet mee met schoolreisjes omdat subsidies worden stopgezet (in Zoetermeer), er komt een inkomensgrens voor subsidie van kinderopvang (in Alblasserdam) en plannen voor duurzaamheid en biodiversiteit worden versoberd (in Teylingen).

Smit en Vermeulen vrezen dat de problemen leiden tot een afname van het vertrouwen in de overheid. ‘De samenleving begrijpt in toenemende mate niet meer hoe de politiek zich voor hen inzet, terwijl zij tegelijkertijd ook horen dat het economisch gezien voor de wind gaat.’

Foto: Hebi B., via Pixabay.

Burgers in beraad voor het klimaat

VERSLAG - Het is een primeur: het eerste burgerberaad van de provincie Gelderland en het eerste burgerberaad in Nederland voor het klimaat! We zijn in september gestart met 150 burgers en op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het advies. Het Gelders Burgerberaad Klimaat adviseert de provincie over het vernieuwen van het Gelders Klimaatplan. En ik ben erbij, want ik ben één van de geselecteerde burgers.

Burgerpanel

Voorafgaand aan het burgerberaad vond er een online onderzoek plaats: het burgerpanel. Via ouderwetse post zijn duizenden burgers gevraagd om de provincie te adviseren wat betreft maatregelen om CO2-uitstoot in te perken. 3.363 burgers hebben hier aan meegedaan; zij gaven voor 12 voorgestelde maatregelen aan in hoeverre de provincie daar op in moet zetten volgens hen. Ze konden schuifjes verplaatsen van ‘minimaal inzetten’ naar ‘maximaal inzetten’. Volgens deze raadpleging zijn de populairste maatregelen: ‘energieverbruik van
bedrijven helpen verminderen’, ‘stimuleren van zonnepanelen op daken’ en ‘bestaande huizen duurzamer maken’. Het rapport van de uitkomsten is via de website van Gelderland te bekijken.

Maar dat was nog niet alles! De deelnemers werden uitgenodigd om zich op te geven voor het burgerberaad dat in vier dagen verspreid over vier maanden verder gaat werken aan een zwaarwegend advies. Uit de geïnteresseerden werden 150 deelnemers gekozen. Zij zijn zo goed als mogelijk een representatieve afspiegeling van de Gelderse inwoners.

Foto: Sharon Mollerus (cc)

Mens van het Jaar: de stille meerderheid

COLUMN - Wie namens de zwijgende meerderheid zegt te spreken, moet zijn mond houden. Stilte is immers de stem van die meerderheid, dus wat schreeuwen eigenlijk al die zelfbenoemde woordvoerders van de ‘stille meerderheid’?

Onze zoektocht naar de zwijgende meerderheid, het Nederlandse synoniem voor ‘silent majority’ en die we derhalve hier stug de stille meerderheid zullen noemen, leverde niets op. Een conclusie kan zijn dat de Nederlandse bevolking te genuanceerd in elkaar steekt om ooit een echte stille meerderheid te kennen. Verkiezingsuitslagen geven een dermate verdeeld beeld weer dat die conclusie misschien is te rechtvaardigen.

Misschien is het geen meerderheid maar een groep ‘ongehoorden’, die net groot genoeg zou zijn om een publieke omroep voor op te richten. Hebben de initiatiefnemers zich al opgeworpen als woordvoerder van de stille meerderheid? Het zou hun geloofwaardigheid aantasten.

Niet dat ze daar wakker van zullen liggen, want als ze voor onwaarheden niet terugdeinzen, zullen ze ook niet in hun eerste de beste contradictio in terminis stikken. Net als hun pleitbezorger die al eens demonstreerde hoe 18 onwaarheden in 2 minuten zonder enig weerwoord op de publieke omroep werden vertoond.

Nee, wij konden geen concrete stille meerderheid vinden. Wel veel burgers voor klimaatmaatregelen, ook veel burgers die ontwikkelingshulp steunen en boeren en burgers die de landbouw veranderen. Ook al hoor en lees je daar weinig over, wij gaan niet roeptoeteren dat we hier de stille meerderheid nu wél hebben gevonden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: FaceMePLS (cc)

Kunst op Zondag | Schaamlap

De aflevering van vorige week, over met kunst verfraaide windmolens en zonnepanelen, roept een bekende vraag op. Moeten kunstenaars zich lenen om schaamlappen te maken die de schandvlekken in de openbare ruimte bedekken?

U kent het wel: om bouwputten en constructiewerken te beschermen tegen passerend publiek, verbergt men ze achter kale schuttingen, doodse steigerdoeken en weerzinwekkende hekwerken.

Die zijn er eigenlijk nog teveel, in aanmerking genomen dat ooit is bedacht dat de overlastervaring van omwonenden en passanten enigszins gecompenseerd kan worden door de boel op te frissen met een vrolijk kleurtje, ja zelfs met kunst.

In 2012 werden gedichten van scholieren aangebracht op schuttingen in de spoorzone-op-de-schop rond station Delft. Schilderwerk door Micha de Bie, Davy de Ronde en Matthijs Nieuwenhuizen.

Een put. Normaal verdiep ik mij.

Stop met zeuren.

Micha de Bie beschilderde in 2013 samen met Davy de Ronde en Mike Freeke ook de schutting rond de Delftse Nieuwe Kerk, destijds in restauratie.

In veel gevallen komt kunst op bouwschuttingen tot stand door harmonieuze samenwerking tussen lokale overheid, aannemers, uitvoerders en kunstenaars. Al dan niet geholpen door participerende burgers.

In 2017 paste de gemeente Dordrecht een andere werkwijze toe. Toen een nalatige ondernemer zelfs na opleggen van een fikse dwangsom zijn bezit niet opknapte, werd de bouwval weggewerkt achter een wandschildering. Filmpje 1 min. 35”.

Foto: Bengt Nyman (cc)

Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet?

ANALYSE - Onderzoeksrapporten geven telkens weer aan dat Nederlandse burgers zich vaak niet gehoord voelen door de politiek.  In reactie daarop organiseren veel lokale/provinciale/nationale overheden bewonersavonden, G1000 bijeenkomsten, referenda en voorzien ze allerlei andere participatiekanalen. …Om dan te merken dat ze weer dezelfde burgers zien als altijd – de usual suspects. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Hoe kan dit? En waarom blijven de ‘unusual suspects’ thuis?

Het waarom is cruciaal

Er is best veel statistisch onderzoek gedaan naar politieke participatie. We weten dat vooral hogeropgeleide, oude, blanke mannen participeren. Dat zegt iets, maar daarmee weten we nog niet waarom die andere groepen meer geneigd zijn om thuis te blijven. En dat laatste is net cruciaal.

In een recente studie in het tijdschrift European Journal of Political Research, onderzocht de Belgische onderzoeker Vincent Jacquet welke redenen de thuisblijvers gaven om thuis te blijven bij G1000-initiatieven.[1]

Opzet van de studie: diepte-interviews

Willen we inzicht krijgen in de achterliggende redenen waarom mensen thuisblijven, zeker bij nieuwe en veeleisende vormen van participatie, dan is het zinvol om ook gebruik te maken van kwalitatief onderzoek. Dat is wat Jacquet deed in zijn studie. Hij interviewde een diverse groep van 34 thuisblijvers die hadden besloten om niet deel te nemen aan drie Belgische burgerfora (de nationale G1000; het Climate Citizens Parliament in de Provincie Luxemburg en de lokale G100 in het Brusselse).

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Marco Verch Professional Photographer and Speaker (cc)

Kortetermijnvisie

NIEUWS - Op de korte termijn…..

Vandaag:
Dag van de Participatie. Professionals uit praktijk en wetenschap gaan zich een dagje bezighouden met  “participatievraagstukken in de fysieke leefomgeving” en buigen zich over zaken als de “spanning tussen politiek en participatie”, “hoe werkt nationaal beleid door lokaal?” en “ambtenaren hebben in de participatiesamenleving andere vaardigheden, een andere werkhouding en soms meer vrijheid nodig om hun werk goed te kunnen doen”.

Het is ook de dag van de BHV. U weet wel, dat stukje bedrijfshulpverlening waardoor bijna alle hardwerkende Nederlanders EHBO’ers zijn geworden. Hoewel… Ruim 500.000 BHV’ers op bijna 9 miljoen werkenden lijkt weinig. Tot in 2007 gold een wettelijke verplichting is 1 BHV’er op 50 werknemers.  Toen werd de Arbo-wet gewijzigd en nu geldt de verplichting om “doeltreffende maatregelen te nemen op het gebied van bedrijfshulpverlening”.

Dinsdag 5 november:


De Eerste Kamer heeft een gevoelige agenda: er wordt o.a. gestemd over moties betreffende krimp van de veestapel als beleidsinstrument in het stikstofreductiebeleid en een quick scan naar vergelijkbare risico’s PAS. En er wordt gedebatteerd over de Wet experiment gesloten coffeeshopketen.

De plenaire vergadering van de Tweede Kamer behandelt de Defensiebegroting en jast er een waslijst moties doorheen, o.a. op gebied van de gezondheidszorg en binnenlandse zaken (bijvoorbeeld de motie voor een verbod op giften aan politieke partijen, waarvan herkomst onduidelijk is en de motie “geen inmenging in de vrije pers en de strijd tegen desinformatie staken”.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Democratie vernieuwen: iets minder geloof en wat meer argumenten graag

OPINIE - Als we niet oppassen stijgt het gesprek over lokale democratie op wegens gebrek aan zwaartekracht, stellen Menno Hurenkamp en Evelien Tonkens. Leuke voorbeelden zijn goed, maar vergelijking van wat werkt en wat niet is beter. En dat laatste gebeurt amper, ook niet in het laatste nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Sommige mensen hebben grote monden, andere grote hersenen en weer andere grote portemonnees. En die kenmerken overlappen ook nog eens vaak. Is het niet fijn voor iedereen die geeft om vrijheid, broederschap én gelijkheid dat deze categorie mensen flink in de wielen gereden wordt door instituties en hun perfide handelingen zoals regels verzinnen en handhaven? Zeker nu we uit zo’n beetje al het vergelijkend economisch, sociologisch en politicologisch onderzoek van de afgelopen jaren leren dat de ongelijkheid in termen van geld, macht en invloed eerder groter dan kleiner wordt?

Het laatste nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken over ‘De haperende lokale democratie’ denkt echter een andere kant op. Het bevat gevalsbeschrijvingen van lokale experimenten en pleidooien om vooral door te gaan met het vervangen of tenminste aanvullen van de representatieve democratie. Maar geen evaluaties op basis waarvan bestuurders, burgers of politici lokaal hun eigen afwegingen kunnen maken. Dat is een gemiste kans.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Soms moet je voor een gelijke behandeling mensen toch anders behandelen

Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) stemmen veel minder dan andere Nederlanders. Dat is niet alleen ondemocratisch, maar mag ook niet volgens het VN-verdrag Handicap. Hoe kunnen mensen met een LVB meer betrokken worden bij het democratisch proces?

Bij de laatste Tweede Kamer-verkiezingen stemde 82 procent van alle kiesgerechtigden, maar van de mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) bleef meer dan de helft thuis. Uit een onderzoek van NIVEL en het Trimbos-instituut blijkt daarnaast dat 40 procent van de stemmers met een LVB het invullen van het stembiljet heel ingewikkeld vond, wat de kans op een onbedoeld ongeldige stem aanzienlijk maakt.

Iemand heeft een LVB bij een beperking in zowel intelligentie (IQ 50-70) als sociale redzaamheid. In Nederland gaat het hierbij om ongeveer 74.000 mensen. Omdat mensen die zwakbegaafd zijn (IQ 70-85) in de praktijk veelal dezelfde hulp nodig hebben, wordt deze groep ook vaak meegenomen in het beleid. Bij elkaar gaat het dan om 1,4 miljoen mensen (schatting SCP 2013), 8,6 procent van de Nederlandse bevolking – potentieel 13 zetels in de Tweede Kamer.

Problemen bij het stemmen

Voor mensen met een LVB blijkt stemmen een heel lastige opgave. Het taalgebruik van politici is vaak ingewikkeld en de meeste verkiezingsprogramma’s zijn niet begrijpelijk geschreven. Wel hebben bijna alle landelijke partijen na een oproep van het College voor de Rechten van de Mens versimpelde en kortere versies van hun programma’s gemaakt.

Volgende