Van de wetenschap naar de politiek
Vanaf 1 september ga ik werken voor De Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Ik ga electoraal onderzoek doen. Het is een hele stap vanuit de wetenschap over te gaan naar de politiek. Of niet? Want ik ga van politieke wetenschappelijk onderzoek naar politieke partijen over naar een wetenschappelijk bureau van een politieke partij.
Ik heb nooit alleen maar voor de wetenschap gekozen. Professor Otjes klinkt misschien leuk, maar wetenschappers hebben de wereld slechts bestudeerd, en we moeten de wereld juist veranderen. Ik heb daarom tijdens mijn hele promotietraject allerlei dingen voor GroenLinks gedaan. En als iemand mij vroeg wat ik daarna wou doen, dan droomde ik van een baan bij het wetenschappelijk bureau van GroenLinks: mee te denken over de koers van GroenLinks dat lijkt me echt prachtig. Sinds ik een paar maanden geleden voor deze functie benaderd werd, ben ik bijzonder enthousiast over een transfer van de wetenschap naar de politiek. Maar nu gaat het daadwerkelijk gebeuren. Ik moet er nog even aan wennen.
Ik ben ook nog niet helemaal klaar met de wetenschap: ik heb nog een aantal artikelen in voorbereiding. Mijn co-auteur Tom “kwantitatief onderzoek is niet hetzelfde als veel schrijven” Louwerse heeft er nog steeds de littekens van. Dit is zo’n bijzondere mogelijkheid: dan draait de wetenschap maar langzamer. Maar ben ik dan nog wel “objectief”? Is het wel te verantwoorden om over te gaan van wetenschappelijk onderzoek naar politiek gedreven onderzoek? Ik ben nog steeds dezelfde persoon met dezelfde politieke voorkeuren. Als ik in mijn eerdere werk objectief was, dan zal ik het hierna ook nog zijn. Daarnaast, het wetenschappelijk bureau gaat uit van een constructief-kritische houding ten opzichte van de koers van de partij. En sterker nog, het werk dat ik bij GroenLinks ga doen vereist dat ik objectief ben: een kiezersonderzoeker moet objectieve data geven over kiezers. Juist gekleurde informatie kan een partij de verkeerde kant op leiden. Een ja-knikker zal ik nooit worden.