Simon Otjes

146 Artikelen
16 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Politicoloog en politiek filosoof. Promovendus bij de Universiteit Leiden. Blogt met name over Nederlandse politiek vanuit vergelijkend, historisch en filosofisch perspectief.
Foto: Campagnefilmpje Hillary Clinton '16 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Homo’s zijn gratis

Een maand geleden startte Hillary Clinton haar presidentscampagne met een filmpje “Getting Started“. In het filmpje komen verschillende mensen aan het woord die met een nieuw project starten: moeders die hun kinderen naar school toe sturen, twee broers die in het Spaans aankondigen een bedrijf te starten, een koppel dat een kind verwacht, een meisje dat solliciteert, twee mannen die gaan trouwen. En dan kondigt Clinton aan president te willen worden.

Het filmpje is een soort Bennetton reclame. Alle verschillende groepen die in Amerika leven, worden getoond: blank en zwart, aziatisch en hispanic, man en vrouw, jong en oud, homo en hetero. Dat moment dat twee mannen elkaar de hand geven en zeggen te gaan trouwen in een campagnefilmpje van een Amerikaanse presidentskandidaat raakt me iedere keer weer. Anderhalf decennium geleden zei Hillary Clinton zelf nog “het huwelijk is tussen een man en een vrouw“.

De ontwikkeling gaat razend snel, niet alleen bij de Clintons. Het aantal Amerikaanse staten het homo-huwelijk heeft gelegaliseerd groeit snel. Ook in Europa: op 22 mei sprak een ruime meerderheid van de Ieren zich in een referendum uit voor het homo-huwelijk; de premier van het oerconservatieve Luxemburg trouwt met zijn vriend. Dat is hoopvol, toch?

Foto: Sarah (cc)

Belastingvrijstelling voor liefdadigheid is immoreel en onrechtvaardig

ANALYSE - In Nederland kan je giften die je doet aan een goed doel aftrekken van je inkomen. Op die manier betaalt de overheid 36 tot 52% van je gift. De aftrekbaarheid is ooit ingesteld om mensen te stimuleren geld aan goede doelen te geven. Dat klinkt als een goede maatregel die moreel gedrag bevoordeelt. Maar vanuit bepaalde filosofische perspectieven, is het juist onrechtvaardig of zelfs immoreel om bepaald gedrag te bevorderen.

Consequentialisten en deontologen

De moraliteit van een handeling kan je op verschillende manieren beoordelen: op basis van de gevolgen die de handeling heeft of op basis van intentie van de actor. Volgens de eerste doctrine, het consequentialisme, is het bevorderen van het doen van giften heel wenselijk. Immers meer mensen geven aan goede doelen! Daarmee krijgen die goede doelen meer geld om hun goede werk te doen. Iedereen wint!

Maar volgens de tweede benadering, de deontologie, wordt de moraliteit van een handeling bepaald door de intentie van de actor. Stel nu dat iemand 59 euro geeft aan een goed doel; dat is één euro onder het minimumbedrag waaronder je je gift kan aftrekken. Als hij 60 euro uit zou geven zou hij 22 euro terugkrijgen van de belastingen: die ene extra euro levert dus 21 euro op! Als iemand om die reden een extra euro geeft, doet dat volgens deze benadering af aan de moraliteit van de handeling. Liefdadigheid zijn dingen die je doet omdat je er zelf niet beter van wordt. Als je fiscaal gestimuleerd wordt om giften te geven zijn er gevallen waarop je vanuit egoïstisch perspectief beter meer dan minder kan geven. Vergelijk dit met het wettelijk verbod op door rouwstoeten heen rijden. Als je dit alleen maar doet om dat je anders door de wet gestraft wordt, heeft het niets met respect voor de doden te maken maar heeft het alleen te maken met respect voor de wet.

Foto: SP (cc)

Bij de afgang van Emile R.

ACHTERGROND - Het was geen goede week voor Emile Roemer. Woensdag kreeg hij Halbe Zijlstra en Diederik Samsom over zich heen. Daarna vielen zijn eigen fractieleden hem anoniem af in het Algemeen Dagblad. En zelfs de hipsters van BKB hebben het vertrouwen in hem verloren. Het is maar zeer de vraag of de geloofwaardigheid van Roemer nogmaals zo’n publieke afgang kan hebben.

Ik moet zeggen dat ik dat zeer spijtig vind. Al zes jaar geleden noemde ik Emile Roemer als potentiële opvolger van Jan Marijnissen. Daarmee was ik twee jaar te vroeg. Mensen met meer politieke ervaring vonden dat een rare keuze. Maar ik voorspelde ook dat het ‘gewone man socialisme’ tijdelijk een opleving zou opleveren maar dat het daarna achteruit zou gaan.

Maar zal Emile vertrekken? Ik denk het niet: er is in de Tweede Kamerfractie geen alternatief voor hem. Laten we de veertien andere SP’ers eens aflopen. We kijken hier of ze passen in het profiel van de SP als een linkse volkspartij.

In de SP telt trouw en ervaring boven alles. De kern van de SP (Marijnissen, Kox, Van Heijningen) wordt nog steeds gevormd door mensen die in de jaren zeventig lid werden van een partij zonder zetels maar met zeer loyale leden. Mensen die minder dan vier jaar lid van de Tweede Kamer zijn, maken geen kans: Merkies, Smaling, Siderius, Kooiman en Van Nispen kunnen van de lijst af.

Foto: Art La Flamme (cc)

Is Noorwegen vrijer zonder de Europese Unie?

ACHTERGROND - Donderdag 1 mei, tijdens het lijsttrekkersdebat van Nieuwsuur, verwees PVV-lijsttrekker Marcel de Graaff naar Noorwegen en Zwitserland. Landen die welvarend en vrij zouden zijn buiten de Europese Unie. Zijn dit de ideale landen voor Eurosceptici? We kijken naar Noorwegen.

De Noorse bevolking heeft twee keer in een referendum het lidmaatschap van de Europese Unie verworpen: ze zou origineel meegaan met de eerste uitbreiding (samen met Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk), maar 54% van de bevolking wees dit af. In 1994 probeerde de regering het opnieuw (toen ook Oostenrijk, Zweden en Finland lid zouden worden). Maar dat werd met 52% afgewezen. Sindsdien wordt er over dit onderwerp in de politiek niet meer gesproken en is de steun onder de bevolking voor lidmaatschap (zeker na de eurocrisis) alleen maar afgenomen.

Dictaten van Brussel

Je zou misschien denken dat Noorwegen de Europese Unie niet nodig heeft en dat het land, gelegen op grote oliereserves, het zelf wel afkan. Niets is minder waar: het eerste wat opvalt als je naar Noorwegen reist, of wat eigenlijk niet opvalt is dat Noorwegen lid is van het Schengengebied. Je kan er dus zonder paspoortcontrole naartoe reizen.

Noorwegen is ook lid Europese Economische Ruimte, net als Zwitserland, Liechtenstein en IJsland. Deze landen vallen wel onder de Europese markt, hoewel ze geen lid zijn van de Europese Unie. 63% van de import van Noorwegen komt uit de Europese Unie en 81% van haar export gaat naar de Europese Unie (bron). Het land is geïntegreerd in de Europese markt.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Vakbonden, partijen en postzegelverzamelaars

‘Alle wetenschap is natuurkunde of postzegelverzamelen,’ stelde de natuurkundige Rutherford. Politicologen hebben zich dat aangetrokken. De populaire benaderingen in de politieke wetenschap zijn sterk theoretisch gemotiveerd en proberen net als de natuurkunde een soort universele wetten te formuleren.

Ik was vorige week op een conferentie in Oslo over de relatie tussen vakbonden en partijen. Daar zag je dat zo’n one size fits all-benadering niet werkt: je kan de context niet negeren. Het is niet zo zeer dat politici of vakbondsleiders elkaar minder vaak bellen als WhatsApp populairder is, maar dat de relatie fundamenteel anders is als de context verschilt. De postzegel waarbinnen politici en vakbondsleiders opereren bepaalt welke mogelijkheden er zijn, wat vakbonden kunnen bieden of vragen.

Als je in Nederland kijkt dan zie je dat partijen en vakbonden relatief onafhankelijk van elkaar opereren. Er bestaan geen financiële, organisatorische of persoonlijke banden tussen partijen en vakbonden. Dat lijkt logisch: immers een partij vertegenwoordigt het algemeen belang en een vakbond heeft een eigen verantwoordelijkheid. Gezien de neergang van partijen en vakbonden lijkt het logisch dat zo’n onafhankelijke relatie zich overal voordoet.

Maar in het Verenigd Koninkrijk speelt geld een grotere rol in de politiek dan in Nederland. De Conservatieven krijgen giften vanuit het bedrijfsleven; de Labour Party krijgt giften van vakbonden. Dat doen ze op een curieuze manier: leden van vakbonden worden als groep lid gemaakt van de Labour Party. De vakbond bepaalt of ze lid worden: om de Labour Party te straffen kunnen ze een deel van hun leden terugtrekken. De reden hiervoor is dat de vakbonden ooit de Labour Party hebben opgericht: de eerste leden kwamen vanuit de vakbonden.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Weg met de burgemeester!

OPINIE - De burgemeester is een reliek. Het is tijd deze functie te vervangen door een gekozen, politiek leider.

In Nederlandse gemeenten is er een opvallende paradox. Bijna niemand kent de leden van de gemeenteraad of de samenstelling van het college. Maar veel burgers weten wel wie hun burgemeester is. Dat is op het eerste gezicht niet zo raar: immers de burgemeester heeft een belangrijke representatieve functie. Hij of zij is het gezicht van de gemeente in de stad of de dorpen: het is de burgemeester die de jaarlijkse buitenspeeldag opent. En hij is het gezicht naar buiten. Gaat het over de gemeente op de televisie dan is de burgemeester in beeld.

En toch is het raar. Want niemand heeft op de burgemeester kunnen stemmen. Die is benoemd door de Kroon op voordracht van de gemeenteraad. Dat gaat in tegen het principe van representatieve democratie. De persoon die de gemeente vertegenwoordigt, is niet door de gemeente verkozen.

De door de Kroon benoemde externe voorzitter

De burgemeester is een overblijfsel van het idee dat Nederland een eenheidsstaat is: de Rijksoverheid is de belangrijkste politieke laag. Hier wordt het beleid bepaald. Gemeentes zijn een soort uitvoeringsorganisaties. Zij hebben wel taken om uit te voeren maar wat ze moeten doen wordt bepaald in Den Haag. Daarbij past het idee dat het Rijk een vertegenwoordiger benoemt in het gemeentebestuur, een soort hoogste ambtenaar. Immers de directeuren van andere overheidsorganisaties worden ook centraal benoemd. Hij zit ook de gemeenteraad voor, net als de regering de onafhankelijke voorzitter van andere raden (zoals de SER) benoemt.

Foto: Bron : http://www.ministerraadopvrijdag.nl/ copyright ok. Gecheckt 17-10-2022

Recensie | Ministerraad op Vrijdag

RECENSIE - Boy Trip (1921-1990) was tussen 1973 en 1977 minister van Wetenschapsbeleid. Veel mensen zullen zich eer niet van bewust zijn, want Trip was de minst bekende minister van het kabinet-Den Uyl, in een arena van prominenten als Ruud Lubbers, Dries van Agt, Marcel van Dam en Jan Schaefer. Van deze PPR-politicus zijn nu de memoires uitgekomen.

Trip was lid van de Politieke Partij Radikalen (PPR), één van de voorlopers van GroenLinks. Daarmee was Trip één van drie bewindspersonen die GroenLinks en haar voorlopers hebben gehad. (De andere twee, Van Doorn en Van Hulten, waren ook PPR-politici en zaten in dezelfde kabinetsploeg als Trip.) Trips persoonlijke herinneringen aan de tijd in het kabinet zijn nu gebundeld en samen met interviews met andere, nog levende, ministers gebundeld in Ministerraad op Vrijdag.

Trip lijkt vanuit politiek perspectief een opmerkelijk keuze als minister. Hij had zich niet langzaam naar de politieke top gevochten door de rangen van de partij. Hij had carrière gemaakt als bestuurder bij een geurproducent en was daarna voorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Utrecht. Na de universiteitsbezettingen van de jaren zestig komt hij in contact met de politiek. Een post in het schaduwkabinet-Den Uyl had hij nog geweigerd, omdat hij zich politiek niet te zeer wilde uitspreken. De toenmalige leider van de PPR, Bas de Gaay Fortman, toonde begrip en zei: ‘Als het menens wordt, kom ik wel terug.’ Welke lessen zou Trip hebben voor anderen die net als hij van buiten de politiek bewindspersoon worden?

Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Straatcoach en strateeg, de opkomst van Diederik Samsom

Nederlandse politiek verschilt sterk van andere landen. Een opvallend patroon in Nederland is dat politieke carrières steeds korter duren. De politiek lijkt een tussenstop voor mensen met meer ambitie. Politiek leiders zitten kort en worden snel afgebrand. Job Cohen is hier misschien het meest extreme voorbeeld van: in een paar weken veranderde hij van de verlosser in de hakkelaar. Voor lange geplande politieke loopbanen is geen ruimte.

Een uitzondering in dit patroon lijkt Diederik Samsom, de leider van de PvdA. In Straatcoach en strateeg. De Opkomst van Diederik Samsom beschrijft NRC-journalist Stokmans de politieke carrière van de sociaaldemocraat.

De lange adem

Wat hierin het meeste opvalt is hoe planning en toeval door elkaar heen lopen. Gepland is Samsom’s politieke loopbaan. Hij begint in 2003 in de PvdA en besluit al in zijn eerste Kamerperiode dat hij partijleider wil worden. Hij ontwikkelt een verstandhouding met de zittende leider Wouter Bos en neemt de ruimte om alle PvdA-afdelingen te bezoeken om daar zijn verhaal te oefenen en leden te leren kennen. In 2008 toonde Samsom voor het eerst zijn ambitie toen hij Tichelaar wilde opvolgen als PvdA-fractievoorzitter. De PvdA-fractieleden kozen voor de moederkloek, Mariëtte Hamer. In 2010 wordt Cohen door Bos naar voren geschoven. De komeet van Cohen brandt snel op. Ondertussen loopt Samsom zich warm. Hij neemt afstand van de fractie en gaat op maatschappelijke stage als straatcoach om te voelen wat het verhaal van de PvdA op veiligheid betekent. Als Cohen in 2012 aftreedt, komt alles voor Samsom samen: hij heeft de ambitie, hij kent de partij en hij heeft een verhaal. Hij wordt partijleider.

Foto: Partido Animalista - PACMA - (cc)

Is de Partij voor de Dieren populistisch?

ANALYSE - Als één partij in de Tweede Kamer niet populistisch zou kunnen zijn, is het de Partij voor de Dieren. Immers deze partij verzet zich tegen de dominantie van menselijke belangen in de politiek. Beleid zou niet gebaseerd moeten zijn op wat mensen vinden maar op wat in het belang van alle dieren is. Iedere debatbijdrage wordt daarom afgerond met de ze zin ‘tevens ben ik van mening dat de bio-industrie moet worden afgeschaft’. Maar de recente bijdrage van Marianne Thieme aan het debat over het burgerforum EU had een aantal opvallende populistische kenmerken.

Laten we populisme definiëren als een (dunne) ideologie die

  • een tegenstelling ziet tussen (a) een deugdzaam en ondeelbaar volk en een (b) kwaadaardige elite;
  • stelt dat de elite het volk haar vermogen om haar soevereiniteit uit te oefenen ontnomen heeft;
  • en stelt dat dat moet worden hersteld.
  • Het is belangrijk om op te merken dat populisme geen negatieve kwalificatie is. Volgens één van de indieners van het burgerforum EU, Ewald Engelen, die toch zelf aardig kwalificaties kan uitdelen en incasseren, zou populisme ‘in het woordenboek van nette mensen [staan] voor grof taalgebruik, redeloze onderbuikgevoelens, argumentenhaat en vijanddenken.’ Dat is in elk geval deze definitie niet het geval: het streven naar volkssoevereiniteit en een gezonde afkeer van autoriteit is regelmatig ‘the right side of history’ gebleken.

    Foto: Maarten (cc)

    Hoe hangen welvaart en sociale voorzieningen samen?

    Heleen Dupuis is een vooraanstaand lid van één van onze regeringspartijen. Filosoof, emeritus professor emeritus, liberaal, senator. Daarvan kunnen we alleen maar scherpe redeneringen verwachten. In Trouw werpt zij haar licht op de verzorgingsstaat. Daarin zegt zij het volgende.

    Nederland is een van de rijkste landen ter wereld, maar tegelijk maakt zowat iedereen gebruik van sociale voorzieningen. Dat is voor mij een aanwijzing dat we het systeem verkeerd hebben ingericht.

    Het is mij niet duidelijk hoe uit het feit dat [1] Nederland rijk is en [2] mensen gebruik maken van sociale voorzieningen volgt [3] dat het systeem verkeerd is ingericht. Als we welvaart als belangrijk goed nastreven, dan laat professor Dupuis zelf zien dat er geen probleem is. Immers: alhoewel bijna iedereen gebruik maakt van sociale voorzieningen, is Nederland één van de rijkste landen ter wereld.

    Sterker nog. Misschien is deze redenering is bijziend. Het gaat er vanuit dat er een directe causale relatie is tussen welvaart en verzorgingsstaat. Je kan ook zeggen: Nederland is een open economie, die haar geld verdient door handel. Dat betekent dat Nederland sterk afhankelijk is van de schokken van de internationale markten. Om die schokken op te vangen hebben we een verzorgingsstaat die spaart in goede tijden en uitgeeft in slechte tijden. Zo kunnen we welvaart (door de open economie) en stabiliteit (door de dempende werking van de verzorgingsstaat) combineren. Het minste wat je dan zou kunnen zeggen is dan Nederland is één van de rijkste landen ter wereld en bijna iedereen maakt gebruik van sociale voorzieningen. Dat is voor mij een aanwijzing dat het een niet onverenigbaar is met het ander.

    Foto: Provincie Drenthe (cc)

    Was 2013 een ***-jaar?

    OPINIE - Eind 2012 voorspelde ik dat 2013 een ***-jaar zou worden. Wat is er uitgekomen van deze voorspelling?

    Zes voorspellingen die ik in 2013 deed hingen samen met de verkiezingsuitslag in Italië. Ik voorspelde dat er geen heldere verkiezingsuitslag zou zijn. Dat klopte. Maar de gevolgen die ik voorspelde, klopten niet. De uitslag leidde niet tot een economische crisis, tot het uitkomen van corrupte Italiaanse bankpraktijken of een radicale uitbreiding van de macht van de Europese Commissie die nieuwe Nederlandse bezuinigingen eiste.

    De corrupte bankpraktijken kwamen voor in CyprusDe economische macht van de Europese Commissie blijft wel groeienNederland moest weer verder bezuinigen. Anders dan ik voorspelde profiteerden niet zo zeer de linkse anti-bezuinigingspartijen van de verdere bezuinigingen maar juist de rechtse partijen, zowel D66 (pro) en de PVV (anti). Maar de PvdA kreeg het wel lastig met het anti-illegalenbeleid van het kabinet, die leidde echter nog niet tot Razzia’s.

    Daarnaast voorspelde ik dat non-nieuws de media zou domineren: over het Koningshuis (dat werd de abdicatie), een rel over Rusland en het milieu (dat werden de Arctic 30 die aandacht vroegen voor milieuvervuiling maar met name wezen op het sinistere karakter van de Russische regering) en aan het eind van het jaar Zwarte Piet (en niet The Hobbit).

    Foto: screenpunk (cc)

    Der Unvollendete

    RECENSIE - Ik heb Peter Mair altijd een inspirerende politicoloog gevonden: erudiet, kritisch, doordacht. Twee jaar geleden overleed hij. Hij was bezig met een boek. Wat er al als manuscript lag, is nu verschenen onder de onheilspellende titel Ruling the void. The hollowing of Western Democracy. Het is natuurlijk onmogelijk om een onvoltooid boek te beoordelen alsof het een afgerond boek zou zijn, maar wat vertelt Mair in zijn boek?

    Mair richt zich op het falen van de partijen, van het vermogen van partijen om kiezers te betrekken bij de politiek en het vermogen van de partijen om te fungeren als uitvalsbasis voor politici. Het falen van partijen is volgens Mair een groot probleem omdat representatieve democratie alleen maar kan functioneren in termen van politieke partijen.

    Verwijdering tussen kiezers en partijen

    De eerste these is wel bekend. En Mair toont dezelfde getallen die we allemaal kennen. Teruglopende ledenaantallen, grotere electorale volatiliteit.  teruglopende opkomstcijfers. Hij verwijst hierbij veelvuldig naar studies uit het begin van 2000s. Dat leidt, in mijn ogen, tot twee vragen: ten eerste, is sinds 2000 de situatie fundamenteel verslechterd. En zijn volatiliteit, lage opkomst en lage ledenaantallen een probleem?

    De situatie lijkt sinds de jaren ’90 niet fundamenteel verslechterd te zijn. Ledenaantallen, opkomstcijfers, volatiliteit zijn niet sterk verslechterd. Mair laat zelf zien dat de jaren met de laagste opkomst en sterkste volatiteit geconcentreerd zijn in de jaren ’90.

    Volgende