De NRC onderzocht de druk van de overheid op wetenschappelijk onderzoek. Ruim een kwart van de onderzoekers die met externe financiering te maken hadden, zei in de peiling dat ze met ongewenste druk te maken kregen. Bij bijna de helft daarvan (266 respondenten) kwam die druk van de overheid. Een paar citaten:
Onderwijsonderzoeker Don Westerheijden van de Universiteit Twente.
„We worden gevraagd om een evaluatie van het beleid. Eigenlijk zou je een experiment moeten opzetten, om verschillende situaties te vergelijken. Maar daar is dan geen geld of tijd voor. Dus eigenlijk word je alleen gevraagd het beleid te legitimeren.”
Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde Universiteit van Tilburg:
„Het is een evaluatieonderzoekindustrie. Het wordt de opdrachtgever veel te makkelijk gemaakt. Ook de onderzoekers zijn beleidsverslaafd.”
Harmen van der Wilt (hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam) had een ‘rare ervaring’ met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ambtenaren vielen over zijn definitie van terrorisme.
„Daarmee zouden we op de zere tenen van die landen gaan staan, dus die definitie moest anders”.
Ook het vermelden van obstakels in het internationaal strafrecht riep problemen op:
„Daarbij had ik man en paard genoemd, maar dat vonden die ambtenaren veel te openhartig. „Voor een wetenschapper is dit lastig werken. Je krijgt opdracht om iets goed uit te zoeken, maar moet het vervolgens versluierd weergeven.”