Het alweer achtste blogje in de reeks over de Europese canon is gewijd aan de eerste helft negentiende eeuw: de contouren van onze eigen cultuur en eigen tijd worden zichtbaar.
De meter
Periode: 1795
Alternatieven: Allgemeines Landrecht, Meridiaan van Parijs
[caption id="attachment_350679" align="aligncenter" width="300"] Het SI-stelsel in één oogopslag, via Wikimedia.[/caption]
Ik eindigde mijn voorvorige blogje met de Verlichting en mijn vorige blogje met de revoluties die Frankrijk en de rest van Europa ondersteboven kantelden. In de decennia rond 1800 werden allerlei verlichte denkbeelden geïntroduceerd. In Pruisen werd bijvoorbeeld het recht gesystematiseerd – het Allgemeines Landrecht, later gevolgd door soortgelijke codificaties elders in Europa.
Er waren allerlei van dit soort rationalisaties. Op voorstel van De Condorcet (die van het Esquisse waarover ik vaker heb geblogd) introduceerde de Académie des sciences bijvoorbeeld ons decimale stelsel van afstandsmaten, variërend van de millimeter tot en met de kilometer. De liter (een kubieke decimeter) en de kilogram (de massa van een kubieke decimeter water) zijn daarvan afgeleid. De basis van dit stelsel om de wereld te beschrijven was de meter, het “tienmiljoenste deel van de helft van de lengte van een meridiaan”. Die vervolgens moest worden opgemeten. Dat was de aanleiding voor het vastleggen van de Meridiaan van Parijs.
Niet elke poging tot rationalisering is gelukt. De dag van tien uren van elk honderd minuten van honderd seconden is ons genadiglijk bespaard gebleven, maar het internationale SI-stelsel maakt communicatie een stuk eenvoudiger.
Congres van Wenen
Periode: 1814-1815
[caption id="attachment_350680" align="aligncenter" width="428"] Het Congres van Wenen; let op het portret van de Habsburgse keizer Frans I aan de muur en het schilderij van Maria Theresia achter de open deur, via Wikimedia.[/caption]
De Coalitieoorlogen zagen eerst een uitbreiding en later, na Napoleons mislukte veldtocht naar Rusland, een instorting van de Franse macht. Vanaf het najaar van 1814 vergaderden diplomaten in Wenen over de toekomst van het Europese continent. Na een maand of negen was men het eens over een nieuwe landkaart, die het machtsevenwicht moest garanderen. Ook kregen oude dynastieën, zoals de Oranjes in Nederland, hun gebieden terug, en werden enkele grenzen opnieuw getrokken. Oostenrijk verloor bijvoorbeeld de Zuidelijke Nederlanden aan het nieuwe koninkrijk Nederland, maar kreeg als compensatie gebieden in noordelijk Italië. Dat Nederlandse koninkrijk diende overigens, net als Piëmont, als waakhond tegen een al te sterk Frankrijk.
Misschien was dit wel het finest hour van de Habsburgers: eerst vernederd door de Franse revolutionairen en vervolgens totaal verslagen door de Franse revolutionaire legers, stonden ze aan de onderhandelingstafel als een Europese supermacht.
Filhellenisme
Periode: 1821
[caption id="attachment_350681" align="aligncenter" width="452"] Kelheim, Befreiungshalle[/caption]
De Verlichters en de Europese revolutionairen hadden zich sterk geïdentificeerd met het Romeinse Rijk; van de weersomstuit kozen hun tegenstanders voor Griekenland. Het is geen toeval dat de Pruisen, nadat ze Hollandse patriotten hadden verslagen, een Brandenburger Tor bouwden die een kopie is van de Atheense propylaien. Evenzo diende de Befreiungshalle in Kelheim om de overwinning op de “Romein” Napoleon te vieren. Al sinds de Renaissance meende West-Europa een Romeins verleden te hebben, nu mat het zich steeds vaker een Grieks verleden aan waarop de Europese beschaving zou zijn teruggegaan. De christenen in oostelijk Europa, voor wie Constantinopel altijd de zetel van de voornaamste patriarch was geweest, zullen er niet van hebben opgekeken.
Instellingen als de Pruisische gymnasia en de Franse lycea institutionaliseerden de filhelleense visie, die ze niet meer aan de wetenschappelijke inzichten aanpasten toen rond 1850 het spijkerschrift werd ontcijferd en de oosterse bijdragen duidelijk werden.
Liberalisme
Periode: eerste helft van de negentiende eeuw
Alternatief: Constitutionalisme
[caption id="attachment_350682" align="aligncenter" width="241"] John Stuart Mill, via Wikimedia.[/caption]
Het liberalisme, met zijn nadruk op vrijheid, bouwde voort op de ideeën van de Verlichting, de revoluties en het filhellenisme. De bedoelde vrijheid kon economisch zijn of politiek, en kreeg vaak de vorm van een constitutie waarin de burgerlijke vrijheden werden vastgelegd: de onaantastbaarheid van het lichaam, de vrijheid van drukpers, het huisrecht, de vrijheid van vereniging, het briefgeheim, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van vergadering en betoging. De vrijheid van meningsuiting waarover momenteel zo veel is te doen, is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2000).
Omdat het liberalisme zo’n brede beweging is, is het moeilijk te dateren, maar ik zou 1817 willen noemen, het jaar van David Ricardo’s Principles of Political Economy and Taxation, of anders 1840, toen John Stuart Mill zijn “Essays on Government” publiceerde. De liberale beweging, die zich eerst keerde tegen het conservatisme, deelt het vooruitgangsoptimisme met de socialisten, hoewel in de loop van de twintigste eeuw veel liberalen juist wat conservatiever zijn geworden.
Socialisme
Periode: negentiende eeuw
[caption id="attachment_350683" align="aligncenter" width="355"] De Internationale (1864), via Wikimedia.[/caption]
Ook voor het socialisme geldt dat het een brede beweging is. Ik wilde in de vorige volzin na het woord socialisme een korte definitie inlassen, zoals “de gedachte dat de voornaamste goederen en productiemiddelen moeten worden beheerd door het collectief”, maar eigenlijk gaat het daar al verkeerd. Een andere manier om socialisme te typeren zou kunnen zijn dat ik het verschil met liberalisme benoem: waar het een de motor achter de vooruitgang zoekt in competitie tussen individuen, zoeken marxistische socialisten het in de fricties tussen de economische klassen (de “klassenstrijd”). Menig socialist heeft het over gelijke kansen. Sommige socialisten pleiten voor revolutie, andere zijn daar tegen.
Feit is dat in de loop van de late negentiende eeuw en in de twintigste eeuw allerlei socialistische ideeën zijn ingevoerd, zoals de achturige werkdag, volksverzekeringen en algemeen kiesrecht. Feit is ook dat de Sovjet-Unie zich in de twintigste eeuw beriep op socialistisch gedachtengoed – en afhankelijk van je definitie is dat terecht of onterecht. Dateren kan ik het socialisme niet, maar in 1816 verscheen L’Industrie van Claude Henri de Saint-Simon, in 1848 publiceerde Karl Marx het Communistisch Manifest en in 1864 was de eerste Internationale.
Dit achtste deel uit de serie over de Europese canon verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.