Een einde aan het draagmoedertoerisme?
ONDERZOEK - Ons ideaal van onbetaalde donatie is niet langer houdbaar, concludeerde het Rathenau Instituut in 2011 in de publicatie ‘Nier te koop – baarmoeder te huur’ waarin het de wereldwijde handel in lichaamsmateriaal onderzocht. Wat Nederlanders hier niet kunnen krijgen, halen ze in het buitenland. Dit thema is nog steeds actueel.
Neem draagmoederschap. Draagmoeders werven is in Nederland verboden. Wensouders moeten op zoek in familie- of vriendenkring, en kunnen maar bij één ziekenhuis terecht voor de behandeling. Veel stellen wijken uit naar het buitenland.
Misschien is dat ‘draagmoedertoerisme’ straks verleden tijd. Mede dankzij een staatscommissie en een draagmoederbank.
In Nederland zijn de mogelijkheden voor draagmoederschap beperkt. Wensouders kunnen voor ‘hoogtechnologisch’ draagmoederschap (een ivf-behandeling waarbij de eicellen van de wensmoeder worden bevrucht met het zaad van de wensvader, en één embryo in de baarmoeder van de draagmoeder wordt geplaatst), alleen terecht bij het VUMC in Amsterdam. Daar vindt een strenge medische en psychologische selectieprocedure plaats. Tussen 1997 en 2004 meldden 202 stellen zich aan, 35 paren kwamen in aanmerking, 13 draagmoeders kregen een kind.
Draagmoederbank
Het VUMC kan wensouders die zelf geen draagmoeder kunnen vinden niet verder helpen, maar ook de vrouwen niet die graag die draagmoeder zouden willen zijn. Dat moet anders, vindt een VUMC-gynaecoloog die onlangs in de Volkskrant samen met Stichting FIOM voor een ‘draagmoederbank’ pleitte. Een niet-commercieel bemiddelingsbureau dat wensouders en draagmoeders screent, begeleidt, en aan elkaar koppelt. Het FIOM zou graag zien dat de bank ook toegankelijk wordt voor homostellen, die (nog) niet terecht kunnen bij het VUMC.