Dit jaar reiken we voor de derde keer de Gouden Hockeystick uit, de prijs voor de klimaatontkenner van het jaar. Normaal gesproken verzamelen we eerst nominaties en stellen een shortlist samen, maar nu is het overduidelijk aan wie de prijs toebehoort, een heuse oeuvreprijs zelfs. Daarbij, het bedrijf heeft besloten het land te ontvluchten, zodat dit het laatste jaar zou zijn waarin het de prijs überhaupt zou kunnen ontvangen. We vonden in de voorgaande jaren meer dan genoeg redenen om deze oliereus te nomineren voor de shortlist (2019, 2020), dus deze laatste kans om hen in het steeds hetere zonnetje te zetten laten we niet lopen.
Het is een indrukwekkend oeuvre: Shell weet zelf sinds midden jaren ‘80 dat de uitstoot van fossiele brandstoffen de aarde opwarmt en wij weten inmiddels ook dat zij sindsdien hun opperste best deden om deze wetenschap verborgen te houden, verwarring te zaaien of hun rol bij klimaatverandering actief te ontkennen. Al vanaf het moment dat #ShellKnew, zag onze nationale trots kansen om de verantwoordelijkheid voor minder CO2-uitstoot bij overheden en consumenten te leggen, en daar richtten zij hun lobby dan ook op.
De ontkenning voorbij
Maar tegenwoordig is Shell natuurlijk óók bezorgd en zeer betrokken bij klimaatactie. Net als vele andere klimaatontkenners heeft Shell begrepen dat ontkennen geen zin heeft en dat er slimmere en effectievere strategieën zijn om niets te hoeven doen: geen denial maar delay (en division, deflection en doomism), zoals Michael E. Mann constateerde. Wij constateerden enkele jaren geleden ook al dat we fases 1 en 2 van de klimaatontkenning definitief voorbij zijn, en we zien nu een wirwar van fases 3 tot en met, eh, wat het gelegenheidsargument op dat moment is.
Shell belooft een hoop, zeker sinds Milieudefensie met succes in hun nek hijgt, maar het is vooral een hoop greenwashing en weinig action action action. Ook hun net-zero-belofte is uiteindelijk niets anders dan klimaatuitstel, “a cynical effort to bolster corporate images in a calculated attempt to buy time to extract more oil and gas”. We mogen Shells ‘transitie’ naar netto nul dat grotendeels leunt op bomen planten gerust ‘delusional’ noemen: tegen 17 miljard euro investering per jaar in fossiele brandstoffen valt niet op te planten. Daarnaast wil Shell meer CO2 gaan opslaan - een methode die nog altijd zowel technisch als economisch als politiek onzeker en daarom controversieel is.
Kampioen greenwashing
Tegenover business as usual staat slechts 2 tot 3 miljard euro investering in hernieuwbare energie en waterstof - net zoveel als hun marketingbudget, waarbij aangetekend moet worden dat waterstof een dubieuze oplossing is. En wat is zo’n belofte überhaupt waard, wetende dat Shell die investering in de afgelopen jaren niet waarmaakte?
De afgelopen 9 jaar gaf Shell bovendien nog altijd een slordige 215 miljoen euro uit aan lobby binnen de EU. Vorig jaar bleek dat Shell betrokken is bij ten minste acht handelsorganisaties die actief lobbyen tegen klimaatmaatregelen in de VS en Australië.
Toch doet het bedrijf alsof het kampioen klimaatbescherming is, als we hun greenwashing moeten geloven: zo’n beetje elke reclame van het bedrijf focust zich op hoe groen het is, hoe hard het bezig is met een CO2-neutrale toekomst - hoewel het nog altijd poogt de verantwoordelijkheid toch vooral op ons af te schuiven (‘Wij veranderen, verander mee’). De farce dat iedereen met 1 cent per liter extra ‘klimaatneutraal’ zou kunnen rijden ligt ook nog vers in het geheugen.
Het land waar het bedrijf zich nu gaat vestigen zal zich in zijn handjes knijpen met zo’n klimaatkampioen. Dit jaar nog sponsorde Shell daar, in het London Science Museum, een expo over klimaatverandering, in ruil voor een verbod op kritische uitlatingen over Shell. Ook ‘deflect and divide’ zijn tactieken die het bedrijf tot kunst heeft verheven.
Gouden Hockeystick 2.0
De ontwikkelingen weg van glasharde ontkenning nopen ook tot een rebranding van de Gouden Hockeystick. Echte klimaatontkenning zien we steeds minder, maar de andere tactieken - delay, deflection, division, doomism - zijn springlevend. In 2019 riepen we de ‘prijs’ voor de klimaatontkenner van het jaar in het leven mede vanwege de media-aandacht voor het ‘klimaat alarm’ (sic) met de boodschap “Er is geen klimaatcrisis”. Ook dat jaar richtten ‘wetenschapsjournalist’ Marcel Crok en emeritus hoogleraar Guus Berkhout klimaatontkennend instituut Clintel op en stuurden zij een brief naar de VN, een actie die door The Guardian een “climate science denying declaration” werd genoemd. Baudet, die dat jaar won, riep dat klimaatverandering een hoax is en verspreidde andere klimaatontkennende onwaarheden. We maakten ons zorgen dat klimaatontkenning weer meer mainstream zou worden, waar onwillende partijen als Shell en ons kabinet dan weer van zouden profiteren.
We hadden ongelijk, want de prijs zag ook het levenslicht in een periode waarin het serieus nemen van klimaatontkenning op zijn eind liep. De media werden kritischer richting ontkenners en noemden klimaatverandering steeds meer als vaststaand feit. Zo bezien kunnen we 2019 misschien zien als het jaar van de laatste stuiptrekking van ‘klassieke’ klimaatontkenning. Het tweede jaar van de verkiezing merkten we bij de nominaties al dat de spoeling dunner werd. Bovendien had het kleine clubje van klimaatontkenners steeds minder invloed op het debat. Mainstream klimaatontkenning is de afgelopen jaren zo goed als uitgestorven. Zelfs Clintel vecht nu vooral tegen windmolens, waarmee de stichting en passant ook laat zien dat ze onoprecht is en zich geen zorgen maakt over ‘de wetenschap’, maar zuiver tot doel heeft de energietransitie te vertragen.
Maar dat maakt het misschien nog wel urgenter en belangrijker om de schijnwerpers te blijven richten op de organisaties en individuen die - nu dus meer verdekt en indirect - via de 4 D's (delay, deflection, division, doomism) klimaatbeleid frustreren en vertragen. En dat is minstens even zorgwekkend.
Dus we reiken de Gouden Hockeystick voortaan niet meer uit aan de klimaatontkenner van het jaar, maar aan de klimaatvertrager van het jaar. Oh, is dat geen woord? Gaan we nu die discussie weer voeren?