Het economisch populisme van Barack Obama
Terwijl de Republikeinen druk in de weer zijn met de voorverkiezingen heeft Barack Obama zijn campagne voor het presidentschap uitgerold. De motoren van Obama for America draaien warm. In de eerste uitingen van Obama valt op dat hij een populistische frame in zijn betoog verwerkt. Obama, de vertegenwoordiger van het volk, tegenover de economische elite. Mitt Romney, zijn aanstaande tegenstander in presidentsverkiezingen, is het stereotype van deze elite.
In eerste instantie klinkt het vreemd, Barack Obama en populisme? Er kleeft een negatieve bijsmaak aan het woord populisme waarmee we Obama niet zo snel associëren. Bovendien werd deze rol in de Amerikaanse politiek toch al vervuld door Tea Party champions als Sarah Palin?
Het economisch populisme is geëvolueerd uit het traditionele populisme, waarvan de tegenstelling tussen de machthebbers en het volk de kern van het politiek discours vormt. Het populisme van Obama berust op economische principes. Ten grondslag ligt het antagonisme tussen de rijke bovenklasse en de rest van Amerika. In het bijzonder spreekt Obama de hardwerkende middenklasse aan, die hij benoemt als de drijvende kracht achter de economie. Deze zet hij tegenover de bovenlaag van de samenleving die de dans ontspringt waar het gaat om de negatieve gevolgen van de huidige economische situatie. Regelgeving op het gebied van belastingen zou hen in de kaart spelen terwijl de middenklasse de eindjes aan elkaar knoopt.