Een klassieke ethische hersenkraker is het trolleyprobleem. Stel dat je een stuurloos geworden trein ziet aanstormen op een spoor dat zich verderop in tweeën vertakt. Jij staat precies bij de wissel. Op het rechtdoor gaande spoor liggen vijf mensen gekneveld, als in een slechte western – ze kunnen niet weg. Rijdt de trein ongehinderd door, dan zal hij ze alle vijf doden.
Op het aftakkende spoor, dat alleen gebruikt kan worden wanneer jij de wissel omzet, ligt maar één iemand gekneveld. Er is geen tijd om de mensen verderop te bevrijden, je hebt maar een paar seconden.
Daar sta je. Wat doe je? Je kunt ingrijpen. Als je niets doet en verstijfd van schrik toekijkt, zullen er vijf mensen sterven. Kies je voor ingrijpen en voor the lesser evil, en probeer je te zorgen dat er maar één sterft?
In de loop der tijd zijn er allerlei varianten op dit gedachtenexperiment verzonnen. EenVandaag stuitte vorige week op de klimaatversie ervan: op het eerste spoor staat nu iemand die gewoon kan wegwandelen, maar dat koppig weigert, en die het spoor liever eigenhandig omgooit naar dat waarop vijf geknevelden liggen.
Bij Kessel, aan de Maas, dreigde het water afgelopen vrijdag tot een hoogte van 20,5 meter te stijgen. In 1995 hadden ze daar de 19,75 meter gehaald, en toen had het water 30 cm op de weg achter de dijk gestaan, die pal voor de huizen loopt.
Bewoner Geert: ‘Deze dijk voldoet eigenlijk niet meer aan de waterwet, hij moest dus veel hoger worden. Wij hebben getracht dat tegen te houden als bewoners. Want ja, anders is je mega-uitzicht weg.’ Hij zweeg even, keek uit over de nieuwe watervlakte voor de dijk en de half verdronken bomen die boven het Maaswater uitstaken, en zei voldaan: ‘En het is ons gelukt!’
Het land in rep en roer, kans op woeste overstromingen en hulptroepen die met gevaar voor eigen leven de bewoners en hun huizen moesten redden, maar Geert was gehecht aan zijn uitzicht. ‘Die dijk was dus bedoeld omdat het één keer in de driehonderd jaar zou overstromen. Nou goed, dat is nu dan. Maar die dijk, die willen we evengoed niet.’
De interviewer, verbaasd: ‘Ook nu niet?’ Geert, gedecideerd: ‘Ook nu niet. We zijn heel blij met de situatie.’ Er lag een brief van de gemeente: de bewoners moesten evacueren. ‘Dat gaan we niet doen, nee. Ook daar zijn we unaniem in, we blijven allemaal hier.’
Het liep – gelukkig voor Geert en zijn buren – ditmaal goed af. De trein stopte uit zichzelf, tegen alle verwachtingen in. Maar zijn relaas was exemplarisch voor de manier waarop veel mensen tegenwoordig tegen grote maatschappelijke problemen aankijken: neem mij niets af, vraag niets van mij, dan heb ik nergens last van – want ik heb het hier opperbest zo.
Corona bestrijden, meer doden en langdurig zieken voorkomen, en verdere klimaatveranderingen tegengaan zal offers vergen, van ons allemaal. Wie op een veilig plekje staat, kan zijn ogen niet sluiten voor het feit dat elders mensen sterven.
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.