Maand zesenzestig

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lieve Vera,

Sinds kort draag je een roze bril. ’s Ochtends is ook nog je linkeroog afgeplakt. Dan zie je er uit als een onvoltooid robotje uit een oude sciencefictionserie. Ik weet niet waar liefde eindigt en medelijden begint, maar ik kan niet ontkennen dat het me aantrekt. Nietzsche heeft ooit het medelijden doorgrond als een vorm van begeerte.
Ondertussen draag jij je oogparafernalia met trots. Dat je trots het gevolg is van zorgvuldig gechoreografeerde oplichting door de volwassenen om je heen, versterkt mijn begeerte alleen maar.
Vorige week sneuvelde je bril op het schoolplein. Hij is nog niet gemaakt. Daardoor is je schoonheid tijdelijk hersteld. Je schoonheid schept afstand, ik kan er niets anders van maken. Het doet me haast verlangen naar meer gebreken in je leven.

Verder hebben we het beschavingsproject onverdund voortgezet. We corrigeren jou en je zus dat het een aard heeft. Ik mag er in ironische termen over spreken, de praktijk is ondubbelzinnig. Dat heeft weinig met opvoedkundige doelen te maken en alles met eigenbelang. Jouw beschaving is de uitbesteding van mijn ouderschap. Hoe beschaafder je bent, hoe minder ik ouder hoef te zijn. Zoals bekend levert uitbesteding, mits correct uitgevoerd, efficiëntiewinsten op. Die winsten komen ten goede van mijn eigen activiteiten.
Laatst waren in iets dat een indoor speelparadijs heet. Dat is een bedrijfsmatige oplossing om opvoeding uit te besteden. In het indoor speelparadijs is alles verpakt in schuim. Men zou het kunnen verhuren aan psychiatrische patiënten met een voorliefde voor zelfdestructie, maar kinderen zijn waarschijnlijk een rendabelere markt. Ik had ook de buurmeisjes meegenomen. Dat was gezellig. Door hun aanwezigheid was niet langer noodzakelijk als bron van amusement.
Er waren meer ouders die even niet amusant wilden zijn. Naast me zat een man met een laptop zijn boekhouding bij te werken. Hij bekeek spreadsheets. Af en toe krabbelde hij iets op een papiertje. Hij zag er gelukkig uit. Werk in uren dat je geacht wordt van je kinderen te houden, dat is het mooiste werk.

Een tijdje terug dacht ik dat het toevallig was, de timing, het samenvallen van mijn opzwellende ambities en de periode dat jij en je zus het meeste tijd vergen. Een ongeplande, wat ongelukkige samenloop van omstandigheden. Maar de waarheid dat ik juist door jullie bestaan het egoïsme heb ontdekt. Het egoïsme smaakte me beter dan ooit, ik kan niet anders zeggen. Niet dat ik vroeger geen eigenbelang kende, maar als je min of meer in een vacuüm opereert, dan is egoïsme toch een gratuite, grotendeels theoretische aangelegenheid. Nu gaat het tenminste ten koste van anderen.

Laatst werd je vader geëvalueerd door een groep ambtenaren aan wie hij les had gegeven. Op een van de evaluatieformulieren stond de tekst: ‘Mag meer tegenspraak dulden.’ Ik moest onwillekeurig aan jou denken, schatteboutje.

(Eerdere brieven zijn hier te vinden.) 

Reacties zijn uitgeschakeld