Laat die G20 toch. Begin een eigen club
Vorige week werd duidelijk dat Nederland weer niet aanschuiven als de G20 regeringsleiders komende november in de badplaats Cannes bijeenkomen. Minister van Financiën Jan Kees de Jager reageerde teleurgesteld. De G20, de groep van twintig ‘belangrijkste’ economieën, zou uitgegroeid zijn tot hét politieke forum voor internationale economische afspraken. Nederland zou daar als zestiende economie ter wereld, handelsland, en grote financiële speler, bij moeten zijn. ‘Maar we gaan helaas niet over de uitnodigingen’, aldus de Jager.
Helaas voor Nederland is Europa al oververtegenwoordigd in de G20 met permanente zetels voor Duitsland, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk én een voor de EU als geheel. In de door Wikileaks gelekte ambtsberichten weten we dat Nederland ‘geen schijn van kans maakt’ op een vaste zetel. Nederland zou in Benelux-verband nog wat kunnen proberen, maar voorlopig zijn we veroordeeld tot gelobby en geleur voor de schaarse wildcards.
Maar heeft Nederland eigenlijk wel zoveel te zoeken bij de G20?
Natuurlijk is het nuttig om aan tafel te zitten als de regels van het financiële stelsel worden herzien (hoewel het maar de vraag is hoeveel de G20 nou echt zal bereiken), maar het forum heeft een aantal manco’s. Ten eerste heeft de G20 eigenlijk maar één doel: economische groei. Achter dit doel gaat de aanname schuil dat de wereldeconomie oneindig door kan groeien. Maar zelfs bij een voorzichtige schatting van 3% groei op jaarbasis zal de wereldeconomie de komende eeuw maar liefst vertwintigvoudigen(!). Dat is erg onwaarschijnlijk. Economische groei is zelf een schaars goed geworden en dat vraagt om een radicale omslag in ons denken.