PVV en VVD stilste partijen in de Kamer

De parlementaire pers heeft Rutte wederom verkozen tot de politicus van het jaar. Sargasso kijkt liever naar de harde data en komt dezer dagen met Fitties: interrupties in de Tweede Kamer. Vandaag: de luidruchtigste en stilste partijen en de fractievoorzitters. De PVV en de VVD waren in het eerste parlementaire jaar na de verkiezingen de stilste partijen in de Tweede Kamer. De twee partijen pleegden de minste interrupties in debatten, terwijl ze wel het meest uitgedaagd werden. Dit blijkt uit cijfers over de interrupties in de Tweede Kamer, dus wie wie in de rede valt. Dat hebben we automagisch laten turven. De cijfers zijn van het eerste parlementaire jaar onder dit kabinet (zie over methode onderaan) en afkomstig van de PoliticalMashup groep van Maarten Marx aan het Informatica Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Lees hier het verhaal van gisteren. Hoe actief zijn alle partijen?

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 20-11-2022
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

PVV: loyaal met een scherpe rand

In oktober 2010 kondigden VVD, PVV en VVD aan een bijzonder meerderheidskabinet te vormen. VVD en CDA onderschreven een coalitieakkoord. Daarnaast werd een gedoogakkoord gesloten met de PVV – deze partij steunt het kabinetsbeleid op een (groot) aantal terreinen en belooft het niet te laten vallen over maatregelen die in het coalitieakkoord staan omschreven. Dit betekende dat de PVV een nieuwe positie innam in het politieke landschap. Tot de verkiezingen van 2010 had de PVV bewust gekozen voor confrontatie met de gevestigde partijen in haar parlementair gedrag. Ze stelde zich op als een rechtse oppositiepartij, de “rechts buiten” van de Tweede Kamer. Is het gedrag van de PVV veranderd nu de partij gedoogpartner is van een coalitie van CDA en VVD?

De kern van onze uitkomsten is dat de PVV als gedoogpartner twee houdingen combineert: een constructieve houding op onderwerpen die in het gedoogakkoord staan en een kritische, confronterende houding op andere terreinen. Op onderwerpen uit het gedoogakkoord is zij minder actief en stemt zij vaak hetzelfde als CDA en VVD. Dit betreft zowel de sociaaleconomische agenda van het kabinet (volksgezondheid, sociale zaken en financiën) als de agenda van het kabinet wat betreft veiligheid, integratie en immigratie. Echter op die onderwerpen waar de PVV heeft aangeven het niet eens te zijn met het kabinet is de partij actiever en uitgesprokener geworden. De partij stemt dan anders als CDA en VVD, en nog steeds relatief vaak alleen. Ook dient zij op deze onderwerpen meer moties en amendementen in. We beschrijven deze manier van opereren als loyaal (op die onderwerpen die in het gedoogakkoord staan) maar met een scherpe rand (op die onderwerpen die daarbuiten vallen). Deze stijl van opereren waarbij de partij met een been in het regeringsvak staat en met het andere been aan de kant van de anti-establishment oppositie is in andere landen succesvol toegepast door rechts-populistische partijen zoals de Italiaanse Lega Nord en de Deense Volkspartij.

Het onderzoek kijkt naar zes vragen: ten eerste, hoe actief zijn PVV-Kamerleden? De PVV dient in totaal minder voorstellen in. Dit past bij het beeld van een partij die deelneemt aan de regeringsmacht. Deze fracties dienen doorgaans minder voorstellen in. Wel is het zo dat de partij relatief meer (arbeidsintensieve) amendementen indient dan voorheen, wat blijk geeft van een verdere professionalisering van de fractie.

De tweede vraag is op welke onderwerpen PVV-Kamerleden actief zijn. We hebben gekeken naar moties die zijn ingediend in het kader van de begrotingsbehandelingen, welke eenvoudig te classificeren zijn. Van deze moties is het onderwerp buitenlandse zaken het meest populair bij de PVV. Dit is een grote verschuiving ten opzichte van de periode 2006-2010 toen de fractie vooral moties en amendementen indiende over justitie en binnenlandse zaken. Dit is te verklaren vanuit het feit dat de PVV in het gedoogakoord afspraken heeft gemaakt over veiligheid, immigratie en integratie, maar niet over buitenlands beleid Europa.

De derde vraag betreft de samenwerking met de PVV: hoe vaak dient de PVV voorstellen in samen met andere partijen? De PVV dient vooral moties in met coalitiepartners CDA en VVD, en met de SP. De opvallende verschuiving hierbij is dat het CDA en de PVV nauwelijks samen moties indienden vóór 2010.

De vierde vraag gaat over de isolatie van de PVV: hoe vaak stemt de PVV alleen? De PVV stemt nu minder vaak alleen dan in de periode 2006-2010, maar de mate waarin de PVV alleen staat blijft in historisch-vergelijkend perspectief hoog. De PVV staat vooral alleen in stemmingen over buitenlandse zaken (geen onderdeel van het gedoogakkoord), terwijl dit eerder binnenlandse zaken was (wel grotendeels onderdeel van het gedoogakkoord).

In verreweg de meeste stemmingen staat de PVV echter niet alleen. Onze vijfde onderzoeksvraag is hoe vaak andere partijen hetzelfde stemmen als de PVV. De VVD stemt het vaakst hetzelfde als PVV (77%) en doet dit ook vaker dan in de periode 2006-2010 (65%). Het CDA stemt nu in 75% van de gevallen mee met de PVV, aanzienlijk vaker dan voorheen (53%). De mate waarin de PVV hetzelfde stemt als de linkse oppositiepartijen is afgenomen. Opvallend hierbij is dat zeker op de sociaaleconomische onderwerpen, zoals sociale zaken en volksgezondheid, waarop er eerder sprake was van een zekere verwantschap tussen linkse partijen als SP en de PVV, in deze periode minder samen wordt gestemd. Omdat voorstellen op deze punten financiële consequenties hebben, kan de PVV niet hetzelfde stemmen als de SP zonder het gedoogakkoord te breken.

De zesde vraag betreft het succes van de PVV: hoeveel moties en amendementen worden aangenomen? De mate waarin de PVV voorstellen krijgt aangenomen is aanzienlijk toegenomen over tijd. Dit heeft echter nog steeds niet het niveau dat normale coalitiepartijen bereiken. In termen van het totaal aantal aangenomen moties blijft de PVV achter bij andere partijen. Dit is mede te verklaren vanuit het meer extreme gedachtegoed van de partij: ook andere radicale oppositiepartijen zoals de Partij voor de Dieren en GroenLinks weten een beperkt aantal moties aangenomen te krijgen.

Dit is een samenvatting van de rapportage “Loyaal met een scherpe rand. Stemgedrag PVV 2010-2011 in kaart gebracht” die ik samen met Tom Louwerse heb gemaakt in opdracht van het VPRO Radio 1 programma Argos. Eerder schreven we voor hen “Kiezen voor Confrontatie”.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Geen liefde, maar noodzaak

[qvdd]

“Deze coalitie is er omdat geen andere goed te vormen was en al helemaal niet eentje waarmee je het kernprobleem van Nederland kon oplossen, namelijk het huishoudboekje op orde krijgen. Wat mij betreft is deze coalitie met CDA en PVV pure noodzaak. Geen liefde, maar noodzaak.”

Vertrekkend kamerlid Atzo Nicolai is van mening dat de huidige coalitie noodzakelijk is, want andere partijen zouden het huishoudboekje niet op orde kunnen krijgen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zetelschuiver update

Nu bekend is geworden welke partijen in welke provincies meedoen met de verkiezing van de Eerste Kamer, moest natuurlijk de Zetelschuiver weer aangepast worden. Want als een partij in een bepaalde provincie niet deelneemt (bv SGP in Limburg), dan kunnen stemmen (van andere partijen) uit die provincie niet naar de betreffende partij in de Eerste Kamer.
Mensen die dus al scenario’s hadden bedacht, doen er goed aan deze even opnieuw te openen. Als een scenario niet langer mogelijk is vanwege deze recente ontwikkeling, krijg je een melding.
Verder zie je bij het verplaatsen van stemmen een rood labeltje als het naar een partij gaat die in de betreffende provincie niet mee doet.
Ook is lijst Koornstra toegevoegd.

Ga dus snel naar de Zetelschuiver en kijk of er toch nog een onwaarschijnlijk scenario te verzinnen is voor een meerderheid voor de (gedoog) coalitie. Zonder namen te verklappen kunnen we u wel vertellen dat de strategen van diverse partijen hier de afgelopen weken hard naar gezocht hebben.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Prognose Eerste Kamer: meerderheid coalitie zeer onzeker

Als er vandaag verkiezingen voor de Eerste Kamer zouden worden gehouden, zouden de coalitiepartijen tussen de 35 en 40 zetels halen, zo blijkt uit een doorrekening van de beschikbare cijfers van de peilingen. Er is behoorlijke onzekerheid over de partijvoorkeur en de opkomstbereidheid van kiezers. De VVD zou volgens de simulatie waarschijnlijk 16 of 17 zetels halen, maar ook de PvdA heeft haar positie behoorlijk verstevigd in de afgelopen weken: 13 of 14 zetels. De PVV doe het weliswaar goed in de peilingen voor de Tweede Kamer, maar het is zeer de vraag of de opkomstbereidheid van de PVV-kiezers net zo hoog is als in voorgaande verkiezingen. Voorlopig lijkt de partij 11 of 12 Eerste Kamerzetels te krijgen (dat zouden er 2 à 3 meer kunnen zijn als de opkomstbereidheid hoger zou zijn).

Verwachting zetels Eerste Kamer 20 Februari (Beeld: Tom Louwerse)

Prognose Eerste Kamerzetels op basis van 1000 simulaties (Leesvoorbeeld: in iets meer dan 40 procent van de simulaties kreeg het CDA 9 zetels)

Bij de overige partijen zien we een stevige daling van het CDA (8 tot 10 zetels), die mee kan vallen als de trouwe kiezers ook dit keer hun christendemocratische burgerplicht vervullen. De SP staat op 7 of 8 zetels, D66 op 5 of 6 en GroenLinks op 4 of 5. De uitslagen van de kleine partijen zijn lastig door te rekenen; de CU moet waarschijnlijk een verlies inboeken ten opzichte van 2007, terwijl SGP en PvdD redelijk stabiel staan.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe meer peilingen, hoe beter: een analyse van de steun voor de coalitiepartijen

Doet u mee aan onze peiling? (Foto: Flickr/ideath)

De aanhang van de coalitiepartijen VVD, CDA en PVV is sinds het aantreden van het kabinet gestegen, maar in de laatste maand stabiel. Die trend valt te ontwaren uit de peilingen van de Politieke Barometer, Peil.nl en TNS NIPO, als je alle gegevens bij elkaar neemt. Vanaf de presentatie van het regeerakkoord was er een stijging van de steun voor de regeringspartijen, maar deze stijging vlakte vanaf eind oktober af. De affaire-Lucassen laat wel een verschuiving binnen de coalitie zien: de PVV verloor, terwijl het CDA won. De VVD steeg al sinds de zomer, maar lijkt wat af te vlakken.

De bovenstaande conclusies trek ik op basis van een analyse van alle peilingen sinds de verkiezingen van de Politieke Barometer, Peil.nl en TNS NIPO. In de onderstaande figuur zijn de percentages voor VVD, PVV en CDA in elke peiling weergegeven met gekleurde bollen. Met behulp van een door Simon Jackman ontwikkelde methode, kun je per dag berekenen wat de procentuele steun voor een partij of combinatie van partijen is, waarbij je al deze gegevens meeneemt. Peilingen zijn misschien wel onzeker en overschat, maar toch geldt: hoe meer je er hebt, hoe meer we weten.

De methode werkt ongeveer als volgt. We gaan er vanuit dat de werkelijke steun voor de coalitie op een bepaalde dag wordt gemeten door de peilingen. Die hebben een foutmarge, omdat ze niet iedereen naar hun stemgedrag vragen, maar slechts 1000 of 1500 mensen (Peil.nl en de Politieke Barometer geven geen precieze aantallen per peiling, ik heb gerekend met 1500 respectievelijk 1000 respondenten). Als een peiling met 1000 mensen schat dat de coalitie 50% steun heeft, dan kun je er in 95% van de gevallen vanuit gaan dat de ‘echte’ steun ergens tussen de 47% en 53% ligt. Als er op een dag geen peiling is, gaat het model er vanuit dat de steun voor de coalitie gelijk is aan die van gisteren plus of minus een klein beetje (“random walk”). Hoe langer een peiling in het verleden ligt, hoe meer afwijkingen er kunnen zijn: mensen kunnen immers van mening veranderen. Als er weer een nieuwe peiling komt, wordt de schatting weer preciezer: we hebben immers weer meer gegevens over de stemvoorkeuren van mensen. Op deze manier kun je met behulp van een Markov Chain Monte Carlo (MCMC) model voor elke dag sinds de verkiezingen een inschatting maken van de steun voor de coalitiepartijen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Stemgedrag bij regeringsverklaring: kloof oppositie-coalitie

Het stemgedrag van partijen betreffende de moties die zijn ingediend bij het debat over de regeringverklaring laten een duidelijke kloof tussen oppositie en coalitie zien. Aan de kant van de oppositie staan SP, GroenLinks, D66, PvdA en (iets verder weg) de ChristenUnie. Het ‘regeringskamp’ wordt naast VVD en CDA bevolkt door PVV en SGP. Hoewel er enkele verschillen zijn tussen de regeringspartijen en hun gedoogpartner PVV stemmen zij toch in 74% van de niet-unanieme stemmingen gelijk. De overeenkomst tussen oud-coalitiegenoten CDA en PvdA is 47%.

Op basis van het stemgedrag van partijen kun je een schatting maken van hun ‘ideaalposities’: de onderliggende verschillen van inzicht die ten grondslag liggen aan het stemgedrag. Het eendimensionale model hieronder afgebeeld is behoorlijk accuraat: met behulp van deze partijposities (en bijbehorende posities van elke motie) kun je 88,8% van de stemkeuzes correct voorspellen.

Stemgedrag rond de regeringsverklaring (1-dimensionaal, lijnen geven 95% credibility interval aan)

Aan de linkerkant van het spectrum staan achtereenvolgens PvdD, GroenLinks, PvdA, D66, SP en ChristenUnie. De laatste partij staat al iets verder naar het centrum. Aan de rechterzijde van het spectrum staan SGP, VVD, CDA en PVV. Dit stemgedrag lijkt sterk op dat in het vorige parlement, met een belangrijk verschil: PvdA en CDA staan nu duidelijk verder uit elkaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De droom van het dualisme

Nu de mooiste analyses bij het debat over de regeringsverklaring al gemaakt zijn door Tom Louwerse (verschilt het taalgebruik van Balkenende en Rutte? En wat zijn de patronen in het stemgedrag in de eerste stemmingen met dit nieuwe kabinet?) rest mij niets anders dan een inhoudelijke analyse te geven van het eerste optreden van het Kabinet-Rutte, zijn gedoogpartner Wilders en oppositie.

De formatie van het minderheidskabinet was in mijn ogen een mogelijkheid om de traditionele tegenstelling tussen oppositie en coalitie te overwinnen. Een mogelijkheid voor dualistischere politiek. De progressieve partijen, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie, zouden het CDA en de VVD kunnen overhalen om socialer en groener beleid te maken: papaverlof, AOW-leeftijd, innovatie, dierenwelzijn, ontslagrecht noem maar op. De echte beslissingen zouden kunnen worden overgelaten aan de Tweede Kamer.

Er is in de Nederlandse politiek traditioneel een sterke tegenstelling tussen de coalitie en de oppositie. Dat noemen wij zelf in Nederland monisme. De coalitie steunt de ministersploeg en hun plannen door en door. De ideeën van de oppositie komen er nooit doorheen, onafhankelijk van de kwaliteit, omdat de coalitie en bloc tegenstemt. Alle belangrijke beslissingen worden vooraf genomen door de coalitie, en zo wordt het parlement uitgeschakeld. Een minderheidskabinet zou een mogelijkheid kunnen zijn voor nieuwe dualistischere verhoudingen. Een minderheidskabinet moet voortdurend voor haar voorstellen op zoek gaan naar meerderheden. Dit schept de mogelijkheid van wisselende meerderheden en laat ruimte voor initiatieven van oppositiepartijen. In deze verhoudingen zouden argumenten kunnen tellen en niet de vraag of een voorstel wordt gedaan door een coalitie- of een oppositiepartij.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kamerbrede coalitie

De plenaire zaal van de Tweede Kamer (Foto:wikimedia commons/Sisyfus)Vorige week was ik bij een lezing van Klaas van Egmond, georganiseerd door het wetenschappelijk bureau van GroenLinks en de GroenLinks Academie. Hij stelde voor om een kamerbrede coalitie te vormen. En nu de speculatie over het kabinet Rutte is afgelopen, is dat misschien een interessante exercitie.

Welke partijen komen in aanmerking? Er zijn in Nederland acht partijen die groter zijn dan 5 zetels, die zouden allemaal in het kabinet komen. Het lijkt redelijk om uit te gaan van 12 ministersposten, even veel als nu maar wel iets beter verdeeld. Het wordt 2-2-2-2-1-1-1-1. De partij krijgt dat onderwerp toegewezen waarop hij ‘ownership’ heeft. Voor partijen met twee posten kan de twee post iets minder goed passen. Daarnaast is er gekozen voor kabinet-nieuwe stijl, dat minder monistisch zal gaan opereren, meer bestaat uit bestuurders die compromissen kunnen sluiten dan politici die machtsspelletjes spelen.

  • Algemene Zaken: Neelie Kroes (VVD) bij een kabinet-nieuwe-stijl past vrouwelijke bestuurder van formaat als premier.
  • Binnenlandse Zaken & Integratie: Joost Eerdmans (onafh./PVV) zo’n regering vereist dat iedere partij capabele bestuurders als minister levert. Dat wordt voor de PVV lastig. Eerdmans is een van de Fortuyn-adepten die zich een redelijk politicus heeft getoond. Uiteraard past Integratie goed bij de PVV.
  • Justitie: Piet-Hein Donner (CDA) echt het type bestuurder dat past in zo’n kabinet. Het onderwerp justitie past ook goed bij het CDA.
  • Buitenlandse Zaken: Liliane Ploumen (PvdA) PvdA- en bestuurder op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Heeft als partijvoorzitter laten zien een goed bestuurder te zijn. BuZa is alleen niet echt een onderwerp waar een partij ‘ownership’ op heeft. Daarnaast moet de PvdA een man en een vrouw als minister leveren.
  • Defensie: Eimert van Middelkoop (CU) heeft zich ontwikkeld tot heel degelijke minister van Defensie. Zij krijgt als kleinste misschien een post die minder goed past.
  • Financien: Jan Kees de Jager (CDA) een zeer capabele minister van Financien. Het CDA past goed bij het onderwerp ‘financiele stabiliteit’.
  • Economische Zaken, Landbouw & Innovatie: Hans Hoogervorst (VVD) De VVD is eigenaar op het onderwerp ‘economische ontwikkeling’ en Hoogervost is een sterke bestuurder op dat onderwerp.
  • Natuur, Ruimtelijke Ordening & Milieu: Mirjam de Rijk (GL) GL krijgt als groene partij het ministerie van milieu, met daarop een groene bestuurder.
  • Volkshuisvesting, Verkeer & Waterstaat: Marco Pastors (onafh./PVV) ook Pastors is zo’n Fortuyn-adept die bestuurlijke ervaring heeft. Verkeer (files) is typisch een onderwerp voor een populistische partij.
  • Sociale Zaken & Werkgelegenheid: Ahmed Aboutaleb (PvdA) natuurlijk levert de PvdA de minister van sociale zaken, als eigenaar van het onderwerp ‘sociale zekerheid’;
  • Onderwijs, Cultuur & Wetenschap: Alexander Rinnooy Kan (D66) D66 is de onderwijspartij en levert zo een van echte progressief om de publieke sector te vernieuwen.
  • Volksgezondheid, Welzijn & Jeugd: Tineke Slagter-Roukema (SP) De SP levert als zorgpartij de minister van volksgezondheid. Slagter-Roukema is SP senator, arts en bestuurder.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende