De Eurozone functioneert niet lekker, en politici blijven maar doormodderen. De burger snapt het beleid daardoor niet en kiest voor nationaal-populisten. Wat te doen?
De taal is wijs. Kiezers zijn verongelijkt, want ongelijk gemaakt, daarover boos. De economen weten van stagnatie in lonen en koopkracht, die al decennia duurt. De oplossing: eerst vrouwen de arbeidsmarkt op sturen, vervolgens schulden maken, nu de ‘race to the bottom’ en verdergaande flexibilisering op de arbeidsmarkt.
Maar dat interesseert economen. Politicologen worden onrustig van politieke onvrede. Mensen willen dat er voldoende aandacht in het systeem is voor hun belangen. Als dat gevoel er niet is, heeft ‘het systeem’ een probleem. Populistisch sentiment noemen we dat, afkeer van het systeem. Vaak wordt dat uitgedrukt in referenda.
Competentie in Brussel?
Politicologen kijken naar de kwaliteit van processen en besluiten. Ik werd een beetje onrustig van Yanis Varoufakis, de Griekse minister die geen gezellige relatie had met Dijsselbloem.
Hij verklaarde dat de kwaliteit van de bureaucratie in Brussel hem tegen viel, dat hij als jochie het idee had dat grote mensen op serieuze plekken een idee hadden van wat zij deden. Maar bij een borrel met Lagarde, wist zij precies dat aan de Grieken het onmogelijke werd gevraagd. Waarom moesten de Grieken daarmee dan toch akkoord gaan? Omdat er zo veel in is geïnvesteerd, dat jij ongeloofwaardig wordt als je weigert, was het antwoord.