door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.
Terwijl ik dit boek aan het lezen was, vroeg mijn huisgenoot: ‘Lezen mensen over honderd jaar nog boeken?’ Een paar pagina’s verder kwam ik het antwoord van Irene Vallejo tegen. Het boek wordt volgens haar niet met uitsterven bedreigd, het heeft zich bewezen, heeft al veel overleefd, het boek grenst net als de lepel en de stoel aan de perfectie. Zoiets laat zich niet zo makkelijk vervangen.
Het is een antwoord dat past in een boek dat een lofzang is op het boek en op allen die de boeken toegewijd zijn: de schrijvers, vertalers, bibliothecarissen, kopieïsten, verzamelaars, handelaren en uiteraard de lezers. Op verschillende plekken komt de wonderlijke ervaring van het lezen naar voren, de mogelijkheid om kennis over te dragen, om meegevoerd te worden door wat streepjes op papyrus, perkament, papier of toch een scherm.
Een vertrekpunt van Vallejo is de legendarische bibliotheek van Alexandrië in Egypte. Het streven was daar exemplaren van alle bestaande boeken te verzamelen. Het was vast een idee van Alexander de Grote, de naamgever van deze en vele andere steden, om zo’n bibliotheek op te richten, schrijft Vallejo. Maar over dat streven is niets bekend. Het toont de losse manier waarop Vallejo met de geschiedenis omgaat, gelukkig maakt ze dat hier ook expliciet. Het kost moeite, schrijft ze, ‘het skelet van feiten’ apart te houden van ‘het spierweefsel en het bloed van de verbeelding’.
Kraamkamer
Wat volgt is een inlevende, beeldende en meanderende geschiedenis van de oudheid in boeken (en niet van de wereld, zoals de ondertitel wat misleidend stelt). Maar ook die omschrijving klopt niet helemaal, want Vallejo onderneemt geregeld uitstapjes naar modernere tijden en naar haar persoonlijke ervaringen.
Toch ligt het zwaartepunt duidelijk in de Griekse, Helleense en Romeinse oudheid. Die schijnbaar onuitputtelijke bron van sterke verhalen, eigenzinnige karakters, morele dilemma’s en prachtige teksten wordt hier weer aangeboord, zoals dat in de afgelopen jaren en eeuwen vaker is gedaan. Al is er veel verloren gegaan van wat in die tijd is geschreven, er is genoeg over om vele boeken te vullen.
Het hellenisme – de door Alexander met militaire macht verspreidde Griekse cultuur – was de eerste ‘globalisering’ en Alexandrië was daar het intellectuele en culturele centrum van, stelt Vallejo. Het Athene van Plato en Aristoteles was de kraamkamer, in Egypte werd de kennis gebundeld, bewaard en verspreid. Er kwam zelfs een openbare bibliotheek naast de minder toegankelijke oorspronkelijke boekencollectie. Bibliotheken verspreiden zich langzamerhand: tussen 1500 en 300 v. Chr. bestonden er 55 bibliotheken.
In Rome kwam het boek tot bloei, al had het rijk aanvankelijk een kleine culturele productie. Maar na verloop van tijd was het bezit van boeken wijder verspreid, ook onder vrouwen.
Hardop lezen
Vallejo beschrijft wie wat en hoe las (hardop lezen was eeuwenlang de standaard). Hoe boeken geproduceerd werden. In Rome deden slaven dat, want de lezer werd als het ware bevangen door de tekst die door een ander geschreven was. (Terwijl in de Verenigde Staten het slaven verboden was te lezen en schrijven). Ze schrijft over bekende en onbekende schrijvers en vertellers. Over de rol van het boek voor de christenen. En vermeldt en passant dat het woord ‘boek’ van beuk afstamt. Over de intimiteit die het cadeau doen van een boek inhoudt. En dat een zekere A. Hitler zich als ‘schrijver’ identificeerde.
Hoe het boek alle aanslagen, vernietigingen van bibliotheken, brandstapels en censuur heeft overleefd, dat is een rode draad in dit boek. Ze beschrijft hoe de Nederlander Nico Rost in concentratiekamp Dachau een clandestiene bibliotheek begon, hoe de gevangenen elkaar over boeken vertelden, of bezig waren mentaal boeken te schrijven.
Een titel per halve minuut
Boeken bewezen zich als de belangrijkste vehikels waarmee mensen elkaar kennis en verhalen overdragen. Ze zijn de beste uitvinding tegen het vergeten, schrijft Vallejo. En dat in de eerste plaats vooral door de kennis van de Grieken en Romeinen door te geven. Een docent klassieke talen zou het niet beter kunnen zeggen. En zeker niet bloemrijker.
Aan grote woorden is geen gebrek in de epiloog van dit boek. Vallejo steekt de boekenliefhebber een hart onder de riem. Met je boekenkast, boekenblog, eigen geschreven boek, het boek dat je leest of lekker ongelezen laat staan, sta je in een machtige traditie. En dit boek kun je ook lezen als een aanmaning: ga nu eindelijk eens al die grote werken uit het verleden lezen. Maar ja, iedere halve minuut verschijnt er een nieuwe titel. Daar zit ook af en toe wat tussen wat de moeite waard is. Nog honderd jaar boeken lezen is niet voldoende.
Deze recensie verscheen eerder bij Boekenstrijd.
[boeklink]9789029094207[/boeklink]