ACHTERGROND - [Dit is de derde aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.]
We gaan, zoals in het vorige stukje aangekondigd, eerst eens kijken naar hoe Plato stond tegenover de democratie. Wie hoopt dat hij een bevlogen democraat is geweest, zal teleurgesteld zijn. Bij het beschrijven van een democratie trekt Plato verschillende pijnlijke vergelijkingen.
Zo is een democratie volgens hem als een kleuterklas die moet kiezen wie het beste dieet voorschrijft: de banketbakker of de dokter. Natuurlijk kiezen de kinderen voor de banketbakker. Maar is dat wel de beste keuze met het oog op hun gezondheid of hun toekomst? Natuurlijk niet. En dat is nu juist het probleem.
Het stuurloze Schip van Staat
In een democratie, zegt Plato, heersen vrijheid en gelijkheid zo fundamenteel, dat de burgers onvoldoende waarde toekennen aan vaardigheid en inzicht. Daarmee wordt de democratische maatschappij stuurloos als een schip waarvan de bemanning de koers mag bepalen, in plaats van de kapitein met zijn navigatie-instrumenten. In een democratie heersen dan ook verwarring en richtingloosheid. Het is een vrolijke maar oppervlakkige maatschappij.