dossier

Tweede Kamerverkiezingen 2023

Sargasso dossier Tweede Kamerverkiezingen 2023

Alles wat direct en indirect te maken heeft met de Tweede Kamerverkiezingen die 22 november 2023 gehouden zullen worden. (Oorspronkelijk stonden de volgende verkiezingen gepland voor voorjaar 2025. De val van kabinet Rutte IV leidde ror deze vervroegde verkiezingen)


Bestuur PvdD stapt op, Ouwehand weer voorgedragen

Het werd de afgelopen week al duidelijk dat het bestuur van de Partij voor de Dieren vrij geïsoleerd stond in de ruzie met Esther Ouwehand. Maar toch nog onverwacht vroeg gooit het de handdoek in de ring en stapt op.

Dat doet het bestuur niet zonder even fijntjes te melden dat het Ouwehand nog steeds niet geschikt vindt als lijsttrekker, en nu noemt het dat “meerdere factoren” daarin een rol spelen, dus niet alleen de “integriteitsschendingen”. Uiteraard zwijgt het bestuur daar verder wederom in alle toonaarden over.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Omtzigt wil kiesstelsel naar Zweeds model

Nee, het kiesstelsel Omtzigt zou de hooggespannen verwachtingen niet waarmaken (maar kan wel helpen). Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De kogel is door de kerk: Omtzigt doet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het maakt de toch al onvoorspelbare verkiezingen nog onvoorspelbaarder, maar er bestaat een aardige kans dat Nieuw Sociaal Contract het goed gaat doen en mee aan de onderhandelingstafel gaat. Wat wil Omtzigt?

Wel, Omtzigt wil met name ‘goed bestuur’ en ‘bestaanszekerheid’. Goed bestuur moet er mede komen door een nieuw kiesstelsel, een kiesstelsel geïnspireerd door Zweden.  Wat houdt het Zweedse kiesstelsel überhaupt in? Is het voorstel van Omtzigt wel Zweeds? En lost het het probleem op dat Omtzigt ermee wil aanpakken – de stem van de regio’s prominenter maken?

Waarom wil Omtzigt een nieuw kiesstelsel?

In haar basisdocument doet Nieuw Sociaal Contract tien voorstellen, waaronder deze:

“Een nieuw kiesstelsel met provinciale kieskringen om de band tussen kiezers en gekozenen te versterken. (…) In zo’n stelsel zullen regionale parlementariërs minder strak aangestuurd worden door hun partijleiding. De ondervertegenwoordiging van regio’s buiten de Randstad zal verdwijnen. En als een regio, zoals Groningen, niet gehoord wordt, zullen juist de parlementariërs van de regeringspartijen uit die provincie wel aan de bel trekken om bijvoorbeeld de gaswinning te verlagen.”

Foto: Frédéric BISSON (cc)

NSC: Nieuw Sociaal Contract of Nieuw Sociaal CDA?

ANALYSE - van Prof. Dr. Gerrit Voerman en dr. Léonie de Jonge, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut.

Op 19 augustus richtte Pieter Omtzigt bij de notaris officieel zijn eigen partij op, het NSC. Hoewel er nog weinig bekend is over het programma en de kandidatenlijst, lijkt het er sterk op dat zijn nieuwe partij aanzienlijke elementen van het CDA heeft overgenomen, zowel op het gebied van ideologie en programma als wat betreft het personeel. De vraag is dan ook: staat NSC, de afkorting van Omtzigts partij, voor Nieuw Sociaal Contract of Nieuw Sociaal CDA?

1. Ideologische uitgangspunten

Het document Grondgedachten & Uitgangspunten biedt inzicht in het ideologische profiel van het NSC. Hierin staan termen als ‘de overheid als schild voor de zwakken’, ‘solidariteit’, ‘goed rentmeesterschap voor de schepping’, ‘persoonlijke verantwoordelijkheid’, ‘gespreide macht en verantwoordelijkheid’, het belang van het ‘maatschappelijk middenveld’ – allemaal kernbegrippen van het CDA. Ook het begrip ‘subsidiariteit’ wordt inhoudelijk in de uitgangspunten van het NSC aangeduid, zij het niet letterlijk genoemd.

Het is duidelijk dat de partij van Omtzigt zich baseert op het christendemocratische gedachtegoed. Daarnaast wordt er rijkelijk geput uit de katholieke sociale leer, met als centraal uitgangspunt de personalistische mensvisie die de mens beschouwt als een onderdeel van de gemeenschap. Deze opvatting staat in de Grondgedachten & Uitgangspunten van het NSC centraal en wordt gezien als ‘ons alterna­tief voor het heersende individualisme’. Verder is het docu­ment doordrenkt van confessionele noties. Hoewel het woord ‘God’ nergens te bespeu­ren is, zijn de standpunten vaak expliciet gebaseerd op christelijke waarden en (katholieke) deugden zoals rechtvaardigheid, dienstbaarheid, naastenliefde en barmhartigheid. Al met al kun­nen de uitgangspunten van het NSC, die in grote mate overeenkomen met die van het CDA, worden gekarakteriseerd als communitaristisch. Niet de staat of de markt is het ver­trek­punt maar de samen­leving, die wordt opgevat als een waardengemeenschap.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

De versplintering komt van rechts (2)

Gisteren registreerde de Kiesraad twee nieuwe politieke partijen: ‘Nieuw Sociaal Contract’ van Pieter Omtzigt en ‘Algemene Politieke Partij Nederland’. De laatste was ook in 2020 geregistreerd, maar werd na maart 2021 geschrapt omdat geen geldige kandidatenlijst werd ingediend.

Daarmee is het aantal registraties gestegen van 51 naar 53 partijen. Lang niet alle geregistreerde partijen zullen in november meedoen aan de verkiezingen. Pas na 9 oktober zullen weten welke partijen kandidatenlijsten hebben ingeleverd. Het lijkt er wel op dat we dit jaar een wat overzichtelijker stembiljet krijgen dan bij de verkiezingen van 2021.

Levendige, versplinterde democratie

Afsplitsingen van politieke partijen die in de Tweede Kamer zitten, vormen één oorzaak van versplintering van het politieke speelveld. Een andere bijdrage aan de versplintering komen dan de talloze nieuwe partijen die bij verkiezingen een gooi naar Kamerzetels doen.

Voor een deel zijn dat afsplitsers die als nieuwe partij meedoen (bijvoorbeeld Pieter Omtzigt), een ander deel bestaat uit nieuwe initiatieven. Die het soms wel een aantal verkiezingen achter elkaar weten vol te houden (o.a. Piratenpartij en Jezus Leeft). De vorige verkiezingen (2021) kende een record aan ‘nieuwe’ partijen: 65% van de partijen op het stembiljet was nieuw, in de zin van ‘niet eerder zetels gehaald’.
© Sargasso Totaal en nieuwe partijen 2021

Foto: Frédéric BISSON (cc)

De machtsvraag is weer terug

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

Voor Tweede Kamerverkiezingen maakt het nogal wat uit of de kiezers de ‘machtsvraag’ krijgen voorgelegd of niet: is er sprake van twee reële kandidaten, tevens tegenpolen, voor de leiding in de te vormen coalitie en wordt het dus een strijd om de positie van premier in het nieuwe kabinet? Zo ja, dan zet dat de verkiezingscampagne op scherp; zo nee, dan wordt de situatie onoverzichtelijk en valt vooral het strijdelement weg.

In 2012 werd tijdens de campagne duidelijk dat de strijd om het Torentje zou gaan tussen Mark Rutte en Diederik Samsom. Eerder, in 2003 en 2006, ging het tussen Jan Peter Balkenende en Wouter Bos. Dat schiep een zekere mate van duidelijkheid over de vraag wat er bij de verkiezingen op het spel stond. Zeker, elke orthodoxe uitleg van verkiezingen in Nederland zegt dat het gaat om verkiezing van de Tweede Kamer en niet van de regering of van de minister-president. Maar, in de verkiezingscampagne gaat dat soort subtiliteiten meestal verloren.

De machtsvraag wordt lang niet altijd gesteld. In 2017 bij voorbeeld was niet echt duidelijk wie de tegenstander van Mark Rutte in de campagne was en dat was evenmin het geval in 2021. De PvdA had de verkiezingen al verloren, voordat de campagne was begonnen en geen andere partij van links (of van populistisch rechts) was in staat Rutte echt te beconcurreren. In zulke omstandigheden volgen kiezers hun eerste voorkeur en dat leidt dan onvermijdelijk tot fragmentatie in de uitslag. Dikwijls, niet altijd, lijdt ook de opkomst onder het gebrek aan strijd om de macht. Dat was bij voorbeeld het geval in 1998 toen er voor premier Kok geen echte concurrent was.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Verkiezingen 2023 – overzichtelijke stembiljetten

Terwijl de gevestigde parlementaire orde de vakantierust ernstig verstoord ziet en flink aan de bak moet om verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten te vullen, is het opvallend stil van de zijde van partijen die niet eerder een zetel wisten te bemachtigen.

Hebben zij de moed opgegeven? Zien we ze in november niet meer terug op de stembiljetten? En hebben er zich (nog?) geen gloednieuwe partijen aangemeld voor de verkiezingsstrijd? Wie wil heeft nog veertien dagen de tijd om een partijnaam te registreren.

Bij de Kiesraad zijn 51 partijen geregistreerd voor de Tweede Kamerverkiezingen. Zeventien daarvan zitten nu in de Tweede Kamer. Onder de 34 andere partijen zien we ‘oude bekenden’ als de Piratenpartij, Jezus Leeft en Partij voor de Republiek.

Henk Krol lijkt vergeten zijn registratie als ‘Lijst Henk Krol’ in te trekken. Hij wordt immers nummer 2 op de lijst van Wybren van Haga’s BVNL. Dus waarom nog een eigen partij in de lucht gehouden?

Ook de roemruchte Richard de Mos heeft de administratie niet op orde. Waarschijnlijk te druk gehad met rechtszaken en coalitieperikelen in de Haagse gemeenteraad. Hoe dan ook, zijn Code Oranje staat nog steeds geregistreerd bij de Kiesraad, ondanks dat hij in 2021 vorig jaar verkondigde dat Code Oranje de komende jaren landelijk geen rol meer speelt.
De Mos was voorlichter geworden van (hee, ook al!) Wybren van Haga’s BVNL en combineert dat met zijn raadslidmaatschap.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

De versplintering komt van rechts

COLUMN - Om over na te denken voor de komende Tweede Kamerverkiezingen: de versplintering van het politieke speelveld komt van rechts.

Na de vorige verkiezingen begonnen zeventien fracties aan hun parlementaire plicht. Sinds 1 augustus zijn dat er eenentwintig. Olaf Ephraim verlaat Groep Van Haga en gaat als eenmansfractie verder.

Dat is de vierde afsplitsing die uitbreiding van het aantal fracties veroorzaakt. Ephraim was eerder al, samen met Van Haga en Smolders, uit de FvD-fractie gestapt. Pieter Omtzigt verliet de CDA-fractie en begon voor zichzelf. En Nilüfer Gündogan ging als zelfstandige fractie verder na gedonder met Volt.

Het had erger kunnen zijn. Aan de verkiezingen in 2021 namen 37 partijen deel. Daarvan was 43%  rechts, 27% links, 16% midden en 11% was niet nader te definiëren.

Sinds 1945 waren er bij 29 fracties afsplitsingen. Ter rechterzijde betrof het 59% van alle fracties. Aan de linkerkant werd 28% getroffen door afsplitsingen. Verder trad het verschijnsel  voor 3% op bij middenpartijen en 10% bij niet nader te definiëren fracties.

Maar die 29 fracties waren wel goed voor 54 afsplitsingen. Met als koplopers de LPF en de PVV (elk 6 afsplitsingen). In totaal viel er bij rechtse fracties 67% splitsingen te betreuren. De linkerflank haalde dat bij lange na niet en bleef steken op een 20% afsplitsingen. (De middengroepen 6%, de ongedefinieerden 7%).

Foto: Frédéric BISSON (cc)

ZZZ | Staat eigenaar sociale huurwoningen, doel 40%

In het kader van Zonnige Zomerse vergeZichten over mooie nieuwe progressieve idealen: Laat de staat de volledige voorraad sociale huurwoningen overnemen en vervolgens zorgen dat minimaal 40% van de woningvoorraad uit sociale huurwoningen bestaat.

Het was zo’n typisch Nederlandsche constructie, die woningbouwverenigingen. Oorspronkelijk gestart door fabriekseigenaren om hun werknemers dicht bij te kunnen huisvesten (want vervoer toen lastig). Maar toen men heel sociaal bedacht dat het voor de maatschappij beter zou zijn als er voor meer mensen goede en betaalbare huisvesting zou komen, pakte de staat niet door. Nee, dat ging indirect door garantstellingen voor financiering en zo. En lokale deelname (gemeenten). Om ze vervolgens weer wat verder te verzelfstandigen en een hele bak niet werkbare regels te verzinnen die enorm inefficient zijn. Typisch Nederlands, beetje aan de markt overlaten en zelf geen verantwoordelijkheid nemen.
Maar goed, niet handig. Gewoon de boel opkopen, onderbrengen in 1 organisatie direct onder het ministerie van volkshuisvesting, en als wettelijke taak meegeven dat ze minimaal 40% van de woningvoorraad voor sociale huur beschikbaar moeten houden. Gelijk landelijke of regionale wachtlijsten. En gemeentelijke vergoedingen afhankelijk maken van hun aandeel lokaal of zo.
Veel efficiënter. Geen dik betaalde bestuurders meer, geen speculatie, niet de grenzen opzoeken, niks. Gewoon zorgen dat alle mensen die ervoor in aanmerking komen goed en betaalbaar kunnen wonen. Minder daklozen, minder gezondheidsproblemen, minder stress (heb ik wel voldoende banen om deze absurde huur te betalen omdat er niets anders beschikbaar is), minder opvoedproblemen, etc…
Gewoon doen.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

ZZZ | Anders denken over de mens in de natuur

Het eigendomsrecht is in onze neoliberale maatschappij vooral verbonden aan privébelangen. De bezitter van grond of goederen exploiteert zijn bezit op de eerste plaats voor zichzelf. Privatisering betekent doorgaans dat collectieve belangen het moeten afleggen tegen private belangen van particuliere investeerders. Het collectieve belang van het natuurbehoud verliest het daarom maar al te vaak van de beperkte, korte termijnbelangen van aandeelhouders die zo snel mogelijk zoveel mogelijk willen verdienen.

Kunnen we dat eigendomsrecht ook omkeren zodat het de natuur ten goede komt? De Franse milieufilosoof Baptiste Morizot verwijst in zijn boek Het levende laten vlammen naar voorbeelden van natuurbeschermers in zijn land die land aankopen om de natuur onbelemmerd zijn gang te laten gaan. In deze ‘haarden van vrije evolutie’ krijgt de natuur ‘het recht’ zich volledig in vrijheid te ontwikkelen. ‘De klassieke vorm van eigendom is de vrijheid om te nemen; het genotsrecht, het recht om zich te bedienen. Maar hier wordt eigendomsrecht geschetst als een recht om terug te geven, non-bezit als de vrijheid om terug te geven.’ Morizot verwijst naar het ontstaan van het kapitalisme dat feitelijk begonnen is met de particuliere toeëigening van voorheen gemeenschappelijke gronden, de z.g. ‘enclosures’.

Natuurlijk (sic!) is het aankopen van kleine stukjes bos weinig meer dan een druppel op de gloeiende plaat van de strijd tegen klimaatopwarming en verlies aan biodiversiteit. Het gaat de filosoof Morizot dan ook vooral om een andere manier van denken. Die begint bij het besef dat wij zelf deel zijn van de natuur. Het dualisme (mens versus natuur) moet worden vervangen door het besef dat ‘het leven voor de mens alleen leefbaar is als het ook leefbaar is voor het weefsel van het levende als geheel.’ Natuurbescherming is volgens Morizot ook een verkeerde, in wezen paternalistische,  term die uitgaat van het ‘anders-zijn’ van de natuur ‘tegenover een superieure mens, die als enige een rationeel innerlijk bezit.’ Voor de agrarische sector heeft de filosoof ook nog een correctie. De landbouw en veeteelt is inmiddels volledig geïntegreerd in de kapitalistische economie. Boeren noemen we voedselproducenten, vergelijkbaar met ondernemers die stoelen of pannen produceren. Maar de ‘productie’ van vruchten, graan of vlees is niet vergelijkbaar. Het proces dat ons voedsel verschaft is in hoge mate afhankelijk van de natuur zelf. Koeien produceren melk, de boer helpt en begeleidt dat proces, zou je kunnen zeggen. Zonder de actieve werking van zon en regen zijn er geen vruchten te plukken. Is dat een taalspelletje? Volgens Morizot is de productie metafoor nodig ‘om de toe-eigening van het levende te rechtvaardigen’. De mens als bezitter van de natuur, een valse en riskante voorstelling hoe de wereld in elkaar steekt. Het is een in bijzondere en hoogst moderne voorstelling in de honderdduizenden jaren oude geschiedenis van de mensheid. Veel oudere volken hebben het beter begrepen dan wij nu. En dat verkeerde begrip zit ons in de weg bij het vinden van oplossingen voor de klimaatopwarming en de zorg voor biodiversiteit.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

ZZZ | Gratis Open Praktijkscholen

In het kader van Zonnige Zomerse vergeZichten over mooie nieuwe progressieve idealen: Richt gratis Open Praktijkscholen op door heel het land om alle volwassenen de kans te geven extra praktijkscholing te volgen.

Een leven lang leren lijkt alleen weggelegd voor de kenniswerkers. Er zijn voldoende voorzieningen voor en ze hebben vaak ook het geld om het te betalen. Maar wil je wat extra praktische vaardigheden opdoen of een hele ander praktisch beroep ambiëren, is er weinig mogelijk.
En dat terwijl er een schreeuwend tekort is aan praktisch geschoolde krachten.

Korte, gerichte opleidingen kunnen heel waardevol zijn. Van een tweedaagse training restaurantbediening tot een intensief traject voor restauratie glas-in-lood ramen. Te volgen bij een praktijkschool in de regio (iedere provincie minimaal 1). Eventueel zelfs in het weekend of in de avonduren.
Liefst gratis natuurlijk. Vaak zullen hier mensen naar toe gaan die in hun jeugd minder van het (gratis) onderwijs hebben kunnen genieten. Dus daar mag wel wat voor gedaan worden. En anders doe je een regeling waarin iedereen ieder jaar een gratis opleidingsdag krijgt, die je kan sparen. Heb je vier jaar HR-ketels onderhouden, dan recht op vier dagen scholing over installatie en onderhoud warmtepompen.
Natuurlijk zijn sommige scholingen langduriger. Een jaar lang iedere zaterdag modern auto-onderhoud misschien. Maar daar verzinnen we dan ook wel een oplossing voor.
En misschien is dit ook een goede manier om bepaalde vakmensen die op leeftijd komen en het fysieke werk te zwaar vinden, een tweede carriëre te geven als docent.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Klimaatverkiezingen 2023

Hoewel ik zelf een van de aanstichters ben van het zomerthema Zonnige Zomerse Vergezichten, lukt het me niet om een positief Zonnig Zomers Vergezicht te schetsen. Het weer in Nederland is ouderwets Hollands, maar bij het horen van het nieuws over de hittegolven op drie continenten spoken telkens de beelden van Zelfs als alles eindigt door m’n hoofd. Toch zal ik proberen mijn Zonnige Zomerse Vergezicht positief te eindigen.

Zelfs als alles eindigt (het boek)

Ik las het boek van Jens Liljestrand vorig jaar op een warme, stoffige camping in Frankrijk, waar het waterpeil in het stuwmeertje fors lager lag dan toen we er een jaar of vijf geleden waren. Het boek speelt zich af in Zweden. In de tijd dat het verhaal speelt is Zweden stevig in de ban van klimaatverandering en daaruit voort komende bosbranden. Als het vuur oprukt moeten de hoofdpersonen hals over de kop hun vakantiewoning verlaten en op zoek naar een veilig heenkomen. Wat volgt is een opeenschakeling van problemen, maar vooral ook van reacties van andere mensen die ze tegenkomen en die koste wat kost hun vakantie willen voortzetten. Want dat is waarvoor ze naar Zweden zijn gekomen. De lokale inwoners doen hun best om de stroom vluchtelingen zo goed en zo kwaad als het gaat op te vangen, en van eten, drinken en een slaapplaats te voorzien.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

ZZZ | Minister-president boven de partijen

In het kader van Zonnige Zomerse vergeZichten over mooie nieuwe progressieve idealen: pleidooi voor een minister-president die boven de partijen staat. Ofwel: een MP bij wie het landsbelang boven het partijbelang staat.

Het is niet ongebruikelijk dat een premier ook politiek leider van een partij is. In een land dat vaak wordt geregeerd door coalities van meer dan twee partijen, wordt de minister-president geacht ‘eerste onder zijn/haar gelijken te zijn’ en vooral als regisseur op te treden.

Hoe menselijk moeilijk het ook is, het zou mooi zijn als de leiders annex lijsttrekkers van partijen hun politieke programma terzijde kunnen schuiven zodra ze door de Koning tot minister-president zijn benoemd.

Maar wacht, dat is onmenselijk moeilijk. Krijgt iemand eindelijk de macht, dan zou zij/hij de idealen niet meer mogen praktiseren? Daar zou een normaal mens knettergek van worden.

Toch, juist in een land dat altijd door coalities wordt geregeerd, zou het handig zijn als tenminste één regeringsfunctionaris niet gebonden is aan partijpolitieke agenda’s om blikveld en handen vrij te hebben voor het grote geheel: het landsbelang.

Dan moeten we wel van wat vanzelfsprekendheden af, die in de loop der geschiedenis zijn gewoonterechtelijk bestuurscultuur zijn geworden. Namelijk dat de grootste partij bij verkiezingen ook de minister-president levert. Slechts drie keer werd de ’winnaar’ buiten de formatie en kabinet gehouden en werd dus niet in staat gesteld de premier te leveren. Dat overkwam de PvdA in 1971, 1977 en 1982.

Vorige Volgende