De Gesloten Bestuurscultuur: de erfenis van dertien jaar Rutte?

Door Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Sinds 1 april 2021, gaat het veel over de Nederlandse bestuurscultuur. Een kritiekpunt dat vaak genoemd wordt, is het gesloten karakter van de Nederlandse bestuurscultuur. Geheimhouding staat hierin centraal in plaats van transparantie. Dit wordt vaak gekoppeld aan de persoon van Mark Rutte, de man van de Rutte-doctrine en de verdwenen SMS-jes. Maar is dit realistisch? In welke mate is geheimhouding een dieper onderdeel van de Nederlandse politieke cultuur? In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met jurist Annemarie Drahmann en historica Eleni Braat. Het belang van geheimhouding gaat veel verder terug in Nederland. Het is bovendien een opmerkelijk verschil tussen Nederland en landen waarmee we ons graag vergelijken. Geheimhouding en Verzuiling Volgens politicoloog Arend Lijphart is geheimhouding een belangrijk onderdeel van de Nederlandse bestuurscultuur ten tijde van de verzuiling. Deze periode duurde grofweg tussen 1918 en 1967. Verzuilde elites, die verschillende maatschappelijke groepen vertegenwoordigden, moesten tot compromissen komen. Het is voor politici makkelijker om afspraken te maken achter gesloten deuren. Het is gemakkelijker om een uitruil te maken als er geen burgers of journalisten meekijken. De notie dat het bestuur openbaar zou moeten zijn was niet geworteld in het bestel. De regering zag openbaarheid enkel vanuit de inlichtingenplicht die zij heeft richting de Kamer. Het is belangrijk om daarbij op te merken dat de inlichtingenplicht niet bijzonder sterk in de Grondwet was vastgelegd: het recht om vragen te stellen was een recht van de Kamer als geheel en niet van een individueel lid. Een Kamermeerderheid kon in principe het ondervragen van een minister blokkeren. De Tweede Kamer zette haar middelen om informatie te krijgen überhaupt slechts spaarzaam in. Maar die terughoudendheid gold niet alleen voor het parlement: ook de pers zag het niet als haar rol om alles bekend te maken. Het klassieke voorbeeld hiervan is dat de Greet Hofmans affaire niet naar buiten kwam via Nederlandse pers maar via het Duitse blad Der Spiegel. De Nederlandse pers zag het niet als haar rol om zo’n politiek gevoelig verhaal naar buiten te brengen. In 1964 sprak premier Marijnen de verzamelde Nederlandse pers nog toe: “de grootheid van de pers in een democratie [wordt] niet alleen bepaald door wat zij publiceert, maar ook door de zelfbeheersing die in acht weet te nemen”. De roep om transparantie De roep om transparantie kwam in Nederland in de jaren ’60. In reactie op de gesloten bestuurscultuur van de verzuilde jaren ’50 kwamen er nieuwe partijen en bewegingen op als Democraten 66, de Politieke Partij Radikalen en Nieuw Links in de Partij van de Arbeid. Zij wilden een meer open, transparante bestuurscultuur Deze progressieve drie schreven in hun gezamenlijke Keerpunt ’72: “Er komt zo spoedig mogelijk …  een wet op de openbaarheid van overheidsdocumenten. Belangrijke overheidsbeslissingen worden niet genomen dan nadat alle betrokkenen, in beginsel in het openbaar, invloed op de uiteindelijke beslissing hebben kunnen uitoefenen.”  In 1978 leidde dit tot de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Deze gaf de mogelijkheid aan burgers om te vragen of de informatie die een overheid heeft, openbaar gemaakt kan worden. Dit geldt niet alleen voor de Rijksoverheid maar ook voor gemeentes en provincies. Met name journalisten maken hier gebruik van. De overheid kan gemotiveerd besluiten informatie geheim te houden: dat leidde tot de zwartgelakte pagina’s uit de Toeslagenaffaire. Bovendien: de overheid kan alleen maar bestanden die ze bewaard heeft delen De grotere roep om openbaarheid vertaalde zich in 1987 ook in een wijziging van de Grondwet die individuele Kamerleden (en niet Kamermeerderheden) het recht gaf om informatie te vragen van een minister. Elf jaar later zorgde de zo genaamde Oekaze-Kok er juist voor dat Kamerleden niet meer direct contact mochten hebben met ambtenaren. Als ze informatie wilden, moest dat altijd via de bewindspersoon lopen. Deze ontwikkelingen passen in een bredere trend waarbij de Nederlandse bestuurscultuur transparanter zou moeten worden. Politicologen als Van Praag en Pennings en Keman benadrukken in analyses van de Nederlandse politieke cultuur dat politici deze openbaarheid slechts selectief toepasten en dat een imago van transparantie veel belangrijker was dan daadwerkelijke openbaarheid. Over de grens De Nederlandse politieke cultuur is nog steeds veel geslotener dan in andere Europese landen. Een voorbeeld is het proces van kabinetsformatie. In Duitsland zijn veel meer politici bij dit proces betrokken en zij communiceren veel meer gedurende het proces. In Nederland gebeurt dit in absolute radiostilte. Elders in Europa is de transparantie van het openbaar bestuur veel beter geregeld. In Zweden behoort de Wet op de Vrijheid van de Pers tot de vier constitutionele wetten. Deze wet gaat terug tot 1766. Zij beschermt niet alleen maar het recht van de vrijheid van de pers te beschermen. Deze wet legt ook vast dat in principe alle documenten van de overheid openbaar zijn. Alleen onder bepaalde voorwaarde kan informatie geheim blijven. Waar onder de WOB burgers konden vragen om informatie waar ze het bestaan van wisten, geldt in Zweden het tegenovergestelde principe: informatie is openbaar tenzij. Dit principe is niet alleen maar verankert in de Zweedse wet maar ook breder in de Zweedse politieke cultuur. Deze openbaarheid zou de legitimiteit van het openbaar vergroten en burgers beschermen tegen corruptie. Maar bovendien is het ook voor wetenschappers een fascinerende bron van informatie: zo zijn de psychologische en IQ-testen die burgers doen als ze in militaire dienst gaan openbaar. Onderzoekers kunnen dit koppelen worden aan andere gegevens. Zo kunnen onderzoekers zien wat voor een burgers de politiek in gaan (zie bijvoorbeeld deze studie van Dal Bó en collega’s). Wet Open Overheid De selectieve openbaarheid die de Nederlandse bestuurscultuur kenmerkte, liep steeds meer uit de pas met een behoefte aan openbaarheid onder journalisten en Kamerleden (met name van de oppositie): populistische politici bekritiseerden de gesloten Nederlandse politiek en beloofde met “met de gordijnen open” te gaan regeren. De passieve gouvernementele houding van journalisten uit de verzuiling werd ingeruild voor een veel activistischere oriëntatie. Als kranten informatie niet kregen waar ze wel recht op hadden, sleepten ze de regering voor de rechter. Sinds 2005 leefde er in Nederland concrete ideeën over een Wet Open Overheid. Deze zou ervoor moeten zorgen dat openbaarheid het uitgangspunt zou worden in plaats van andersom. In 2012 diende GroenLinks Kamerlid Mariko Peters een initiatiefwet in. In 2013 kwam ook de naam van D66’er Gerard Schouw onder deze wet. Pas in 2021 werd deze wet aangenomen door de Eerste Kamer, verdedigd door GroenLinkser Bart Snels en D66’er Joost Sneller. De roep om transparantie na de toeslagenaffaire gaf de wet het laatste stootje. Het is verplicht voor overheden om bepaalde categorieën informatie zelf openbaar te maken. Een stap naar het Zweedse model van openbaar ten zij. Om steun van een meerderheid van de Kamer te krijgen moest de ambitie van wet ingeperkt worden: een register van alle informatie die de overheid heeft, bleek veel te kostbaar. Volgens specialisten is de wet nog niet ideaal, zeker waar het de reikwijdte van de wet betreft: welke bestuursorganen onder de wet vallen. Jurist Annemarie Drahmann benadrukt dat actieve openbaarmaking een verandering van de informatiehuishouding van de overheid behelst: overheden zullen zelf documenten veel beter moeten registeren en archiveren. Geheimhouding: dieper geworteld of uit de mode? De behandeling van Wet Open Overheid viel samen met twee van de vier kabinetten Rutte. Zijn naam wordt nu vaak gekoppeld aan een niet-transparante politieke cultuur. Tegelijkertijd zien we juist dat een gebrek aan openbaarheid dieper geworteld is in het Nederlandse staatsrecht en de Nederlandse bestuurscultuur. In een land waar brede kabinetten proberen om compromissen te zoeken voor complex vraagstukken ligt openbaarheid niet voor de hand. In de laatste jaren zijn er stappen gemaakt om het openbaar bestuur transparanter te maken: wet open overheid maar ook de “Oekajsa”, de liberalisering van de Oekaze-Kok van Kajsa Ollongren passen in die trend. Of dit echter genoeg zal blijken te zijn om te voldoen aan de vraag in de samenleving aan transparantie is maar zeer de vraag. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Corne Bastiaansen, CC 0, via Wikimedia Commons.

Quote du jour | Het toeslagenstelsel is een ramp en moet weg

QUOTE - Voor velen zal dit geen nieuws zijn:

“We vragen het onmogelijke van mensen en hebben alle financiële risico’s bij de burgers neergelegd”, zegt Snels. “We tasten met de toeslagen de bestaanszekerheid van mensen aan.” Het probleem ligt volgens hem niet bij de ambtenaren, die “het goede” proberen te doen, maar bij het stelsel zelf.”

Niettemin is het zeer waardevol dat dit geluid nu komt van de inspecteur-generaal van de Inspectie Belastingen. Nu maar wachten  hoe ‘Den Haag’ dit op gaat pakken. Het is natuurlijk zeer urgent, maar afgaande op de track record van dit kabinet met zeer urgente zaken en crises, is het waarschijnlijk verstandig dat we onze adem niet inhouden totdat het gefikst is.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: William Murphy (cc)

Noord-Ierland staat stil

De herdenking van het Goede Vrijdagakkoord in Noord-Ierland is achter de rug. President Biden was er speciaal voor overgekomen uit de VS. Net als de Clintons  en George Mitchell, de senator die als Amerikaans gezant het vredesproces succesvol heeft begeleid. Ex-premier Tony Blair was er, zijn voormalige Ierse collega Ahern, de huidige Britse premier Sunak en Ursula von der Leyen namens de EU, om nog een paar hotshots te noemen. En allemaal hoopten ze bij deze gelegenheid op een spoedige hervatting van de machtsdeling in Noord-Ierland in overeenstemming met het vredesakkoord van 1998. Volgens dat akkoord is samenwerking van katholieken en protestanten in de Noord-Ierse regering verplicht. Maar die samenwerking zit in het slop. De protestantse Noord-Ieren van de DUP (Democratic Unionist Party) houden voet bij stuk. Het handelsprotocol voor Noord-Ierland dat het Verenigd Koninkrijk met de EU heeft afgesproken en dat onlangs tot vreugde van beide partijen nog  is vernieuwd moet eerst van tafel. Zo lang dat niet gebeurt weigert de DUP een regering te vormen met Sinn Féin, de winnaar van de verkiezingen vorig jaar.

Noord-Ierland zit in feite al een jaar zonder regering. Volgens een adviesorgaan van het parlement is er dringend meer dan 800 miljoen pond nodig om de belangrijkste voorzieningen overeind te houden. In plaats daarvan eist Londen onmiddellijk een bezuiniging van 500 miljoen pond. Het feit dat men er niet in is geslaagd om op tijd een begroting voor 2023 voor het nieuwe fiscale jaar in te dienen, heeft ertoe geleid dat lokale ziekenhuizen, scholen en gemeenschapsvoorzieningen moeten bezuinigen en personeel moeten ontslaan.

Foto: Jan Willem Broekema (cc)

Wat lokale politiek verliest met een hogere kiesdrempel

Een gastbijdrage van Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 resulteerden in 593 eenpersoonsfracties; een aantal dat nog wel zal groeien door afsplitsingen. Er leven zorgen dat gemeenteraden met zoveel kleine fracties niet goed kunnen functioneren. Verhoging van de kiesdrempel wordt vaak gezien als oplossing, omdat daarmee minder of geen eenpersoonsfracties kunnen worden verkozen in gemeenteraden [1]. Maar wat zou de lokale politiek daarmee verliezen? Dat is geen gemakkelijke vraag, omdat er opvallend weinig feitelijke informatie is over de toegevoegde waarde van eenpersoonsfracties. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hebben we  onderzoek gedaan om die kennislacune te vullen [2]. Dat is van belang om de discussie over een hogere kiesdrempel inhoudelijk te voeren.

Het perspectief van eenpersoonsfracties zelf

In discussies over fragmentatie en de mogelijke invoering van een kiesdrempel komen eenpersoonsfracties zelf weinig aan het woord. Daarom hebben we gemeenteraadsleden die eenpersoonsfracties vormden in de zittingsperiode 2018-2022 geïnterviewd. We namen een verscheidenheid aan eenpersoonsfracties onder de loep om zo een onderbouwd beeld te kunnen geven van de verschillende manieren waarop zij hun rol vormgeven. Zo spraken we met raadsleden die voor een landelijke, regionale dan wel lokale partij uitkwamen, die in grotere en kleinere raden zitting hadden, die wel en niet in het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren, en die verkozen of afgesplitst waren. We vroegen hen hoe ze in de raad waren gekomen en naar hun ervaringen met koersbepaling, controle, en de ondersteuning die zij kregen bij deze werkzaamheden. Hoewel vervolgonderzoek nodig is om te verklaren wat de precieze verklarende kracht is van fractieomvang voor de bijdrage van eenpersoonsfracties in gemeenteraden, kunnen we al enkele voorlopige conclusies en aanbevelingen formuleren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Quote du Jour | Extreemrechts en de dualistische verzorgingsstaat

Radicaal-rechtse partijen willen de verzorgingsstaat wel handhaven maar maken een moreel onderscheid tussen degenen die ‘het verdienen’ en degenen die ‘het niet verdienen’.

Juliana Chueri, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Lausanne keek naar het beleid van enkele extreemrechtse partijen die regeringsmacht kregen: in Denemarken, Zweden en Italië. Zij concludeert dat deze partijen niet een puur neoliberaal beleid voorstaan, maar herstel van de verzorgingsstaat nastreven voor een beperkte groep inwoners. ‘Wij verdedigen uw verzorgingsstaat door de migranten uit te sluiten van de voordelen’  (Deense Volkspartij). ‘U kunt kiezen tussen massa-emigratie en welvaart’ (Zweden Democraten),

Foto: Andrew Newton (cc)

Waarom komt een alternatief voor het neoliberalisme niet van de grond?

ANALYSE - Het neoliberalisme is in de afgelopen jaren veelvuldig dood verklaard, maar lijkt ondertussen maar niet op te houden met bestaan. Dat is moeilijk los te zien van het gebrek aan een alternatief. Mensen willen best afscheid nemen van oude ideeën, maar dan moeten er wel nieuwe ideeën voor in de plaats komen. Waar zijn die nieuwe ideeën? Waar zijn de alternatieven?

Blijven hangen in het einde van de geschiedenis

Een deel van de verklaring ligt misschien in wat is blijven hangen van het befaamde artikel van Francis Fukuyama, The end of history or the last man. Het idee dat de liberale democratie een eindstadium is in de ontwikkeling van ons politieke systeem en ‘an unabashed victory of economic and political liberalism’. Hij zag een ‘total exhaustion of viable systematic alternatives to Western liberalism’.

Als alle alternatieven falen en je houdt het voor mogelijk dat er één systeem overblijft, als een eindstadium van een voltooide ontwikkeling, dan ligt nadenken over alternatieven niet voor de hand. In dat licht is het huidige besef dat er alternatieven nodig zijn vooruitgang. Een besef dat is geholpen door de antiglobalisten en Occupy. En door de econoom Piketty die aantoonde wat iedereen al dacht te zien, namelijk het probleem van toenemende verschillen tussen rijk en arm. In die zin komt het einde van de geschiedenis ten einde, maar dat betekent niet dat er al een nieuw begin is.

Foto: rob Stoeltje (cc)

Griekse parlement sluit partij uit van deelname aan verkiezingen

Griekse parlementsleden stemden dinsdag voor een wet die de extreemrechtse Grieks-Nationale Partij uitsluit van deelname aan de parlementsverkiezingen. Ze willen voorkomen dat leden van deze partij die banden hebben met de eerder buiten de wet gestelde neonazistische Gouden Dageraad toegang krijgen tot het parlement. De wet werd aangenomen met de stemmen van de centrum-rechtse regeringspartij Nieuwe Democratie en de sociaal-democratische oppositiepartij PASOK. De grootste oppositiepartij, de socialistische Syriza, onthield zich van stemming. Voormalig premier Alexis Tsipras, leider van Syriza, waarschuwde voor een inbreuk op de grondwet en manipulatie van het recht. Voorafgaand aan de stemming trad de vice-president van het Hooggerechtshof af. Christos Tzanerikos meent dat de regering met deze wet tussenbeide komt bij de formele besluitvorming van het hof over de toelating van partijen bij de verkiezingen. Volgens Tzanerikos heeft de regering geprobeerd hem om te kopen.

Uit de rails gelopen

De spanningen lopen op voor de verkiezingen die op 21 mei zijn gepland. Nieuwe Democratie van premier Kyriakos Mitsotakis staat bovenaan in de peilingen. Maar de regering heeft ernstige schade opgelopen door de treinramp, eind februari, waarbij 57 mensen om het leven kwamen. Het ongeluk bracht de belabberde staat van de Griekse spoorwegen, waar jaren op is bezuinigd, pijnlijk aan het licht. Het leidde vorige maand tot omvangrijke demonstraties en stakingen. ‘De regering stuurde de oproerpolitie naar een vreedzame sit-in op een treinstation in Thessaloniki, terwijl de politie in Athene traangas en verdovingsgranaten afvuurde om geweldloze protesten te breken. Beelden van agenten die aanzetten tot geweld tegen demonstranten en traangasgranaten gooiden naar de ingang van het metrostation Omonia in het centrum van Athene, overspoelden Twitter,’ rapporteert Ifigenia Moumtzi op Social Europe

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Nina R (cc)

Een wolkenkrabber op de savanne

RECENSIE - De ooit hechte band tussen Europa en Afrika staat onder druk. Europese landen hebben het op dit continent lang voor het zeggen gehad. Ook na de dekolonisatie in de tweede helft van de vorige eeuw bleven Afrikaanse landen nog afhankelijk van de oude koloniale machten. Sommigen spreken van rekolonialisatie door het westen. Maar sinds de eeuwwisseling zien we de aandacht van Afrikaanse landen verschuiven naar Azië. De steun van westerse regeringen voor mensenrechten en persvrijheid werd door sommige machthebbers ervaren als politieke inmenging en cultureel imperialisme, schrijft Koert Lindijer. ‘Zij vlogen voor prijzige infrastructurele projecten voortaan naar Bejing’.

Lindijer woont en werkt sinds 1983 als Afrika-correspondent voor de NRC en de NOS in Nairobi, Kenia. De huidige miljoenenstad (foto) was ooit een gehucht langs de nieuwe, vanaf de kust aangelegde spoorweg die het land moest ontsluiten. De plek was begin vorige eeuw vanwege de hoogte aantrekkelijk genoeg voor een nederzetting van blanke kolonisten. Veertig jaar berichtte Lindijer over Kenia en omringende landen zoals Ethiopië, Eritrea, Soedan, Oeganda, Congo en Rwanda. Hij legde zijn ervaringen onlangs vast in Een wolkenkrabber op de Savanne.

Over een buurland van Kenia lezen we weinig: Tanzania. Veertig jaar geleden was er een groot verschil tussen Kenia en Tanzania. Kenia was onder leiding van de corrupte president Daniel arap Moi een dictatuur. Tanzania ontwikkelde zich onder Julius Nyerere in socialistische richting. Op de NRC redactie kreeg Lindijer van zijn hoofdredacteur te horen dat de krant ‘nooit positief over socialisme’ schrijft. ‘Mijn hoofdredacteur kende de wereld vanuit Europees perspectief, en dat was in die tijd de context van de Koude Oorlog. Hij plakte witte plakkaten op niet-witte werelddelen en plaatste Tanzania achter een ijzeren gordijn.’ Het is jammer dat Lindijer de vergelijking tussen Kenia en Tanzania later niet meer maakt en in zijn boek vooral schrijft over de meest oproerige en gewelddadige buren zoals Ethiopië en Congo.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Waar gaat Nederland heen met de minister-president?

ANALYSE - In het Kamerdebat gisteren over de Provinciale Statenverkiezingen zaten in vak-K, naast Mark Rutte, ook de drie vicepremiers. Toen het tijd was voor de antwoordtermijn, sprak Rutte:

Zoals ik al zei (…) aan het einde van de eerste termijn van de Kamer, is het kabinet voornemens dat ik de vragen beantwoord, omdat vicepremiers staatsrechtelijk natuurlijk alleen een rol hebben als ik er niet ben. Maar ik ben er, dus zij hebben hier geen rol. Er was een verzoek van de Kamer om ze erbij te hebben, dus daarom zijn ze erbij. Ze zijn er niet om ook nog wat te gaan zeggen. Dat is om goede staatsrechtelijke redenen.

Voor het Montesquieu Instituut schreef  Mr. Rein Jan Hoekstra deze analyse over de rol van de minister-president.

De minister-president is meer dan een primus inter pares. Hij heeft meer mogelijkheden om bij zwakke, tegenstribbelende of tekortschietende ministers te interveniëren dan premier Rutte voorstelt. ‘Minister-president kom uit uw schulp!’

In de recente maanden heb ik, of ik het wilde of niet, weer veel nagedacht over het ambt van minister-president en dan vooral de vervulling daarvan.

De eerste gebeurtenis was het weglopen van het gehele kabinet uit de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen. De zogenaamde APB plegen al sinds jaar en dag het hoogtepunt te zijn van het parlementaire jaar. Het kabinet legt verantwoording af voor het naar zijn oordeel te voeren beleid, zoals neergelegd in de Troonrede en in de Rijksbegroting. Hoe verwerpelijk de verdachtmaking van Forum voor Democratie ook was naar minister Kaag toe, dit had niet mogen gebeuren. Het had voor de hand gelegen dat de minister-president de voorzitter van de Kamer had gevraagd of deze stoot onder de gordel door een fractievoorzitter door de beugel kon. Hij had vervolgens schorsing kunnen vragen van het debat in de Kamer voor nader beraad in het kabinet. Nu brak echter chaos uit en daarmee leed het aanzien van het kabinet en de Tweede Kamer schade.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: no one cares on Unsplash

Landbouwinnovaties overlaten aan de markt, moet en kan het anders?

We innoveren erop los om efficiënter voedsel te produceren. Maar vernieuwende technologieën zoals de genetische modificatie van gewassen hebben een keerzijde: grote commerciële boerenbedrijven profiteren en kleinere, arme boeren blijven achter. Hoe creëren we een voedselsysteem dat niet alleen duurzamer is maar óók eerlijker is?

Ontbossing, verlies van biodiversiteit door monocultuur, chemische vervuiling door pesticiden en klimaatverandering. De lijst met uitdagingen voor ons voedselsysteem lijkt oneindig. Tegelijkertijd heeft de wereld steeds meer monden te voeden. Hoe lossen we dat op? “Vrijwel iedereen is het erover eens dat innovatie een belangrijke bron is om deze uitdagingen aan te gaan,” benadrukt innovatiewetenschapper dr. Koen Beumer.

Zo zorgen robotisering en automatisering van de landbouw ervoor dat ons land inmiddels 24 uur per dag bewerkt kan worden. Genetische modificatie verbetert onze landbouwgewassen door ze bijvoorbeeld ziekteresistent te maken, en met vleesvervangers proberen we de vleesindustrie drastisch te verminderen. Maar deze voedselinnovaties hebben een keerzijde, vertelt Beumer. Ze worden voornamelijk ontwikkeld via het marktsysteem gericht op het Westen. “En dat werkt ongelijkheid in de hand.”

Een tekortschietende markt

Hoe werkt dat precies? Voor het ontwikkelen en verspreiden van deze landbouwinnovaties is het marktsysteem erg effectief gebleken. “De markt is een specifiek soort economie waarbij goederen en diensten worden uitgewisseld met het gebruik van geld”, legt Beumer uit. Voor het ontwikkelen van nieuwe landbouwinnovaties, is winstmaximalisatie hierdoor de belangrijkste drijfveer. Nieuwe technologieën moeten dus geld opleveren en dat zijn ze vooral als ze op grote schaal ingezet kunnen worden.

Vorige Volgende