Vrijheid en markten in balans

van Willem Schramade, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021) De term ‘vrije markt’ suggereert een simpele relatie tussen markten en vrijheden: vrijere markten zorgen voor meer vrijheid. Maar zo simpel is het niet. Markten faciliteren vrijheid slechts tot op bepaalde hoogte. Ze moeten goed gestructureerd worden om effectief te zijn. Markten zijn dus geen doel op zich, maar een middel om vrijheid te realiseren. Maar hoe zorg je ervoor dat het middel goed functioneert? Daar zijn zes richtlijnen voor te benoemen. Wat Marx en de neoliberalen met elkaar gemeen hebben In het neoliberale denken leiden minder markt en meer overheid automatisch tot minder vrijheid en efficiency. Het adagio is: overheid, ga aan de kant, dan komt alles goed. Zo zijn in naam van de vrijheid veel waardevolle instituties afgebroken, waaronder ook burgerlijke zelforganisatie buiten overheid en markt om – met alle schade van dien. Karl Marx zag hetzelfde lineaire verband maar dan omgekeerd: hoe meer markt, hoe meer ongelijkheid en onvrijheid. De in zijn naam uitgevoerde experimenten zijn dramatisch slecht afgelopen, met extreme vormen van staatsingrijpen. Kortom, beide visies hebben een grote blinde vlek voor de door hen gewenste situatie, maar zien scherp de gevaren van de ongewenste tegenovergestelde situatie. Daar is een les uit te leren: zowel te veel als te weinig marktinvloed is slecht voor vrijheid. Het beste voor onze vrijheid – en onze welvaart en ons welzijn – is een gezonde zone waarin noch markt, noch overheid al te dominant is. Verder is de dichotomie markt-overheid te simpel. Van Witteloostuijn et al. (2012) [1] onderscheiden drie ordeningsprincipes: markten, bureaucratieën en relaties, die ieder met verschillende mechanismes opereren. Denk bij markten aan prijsprikkels; bij bureaucratieën aan afdwingbare rechten en verantwoordelijkheden; en bij relaties aan vertrouwen, reputatie en on afdwingbare rechten en verantwoordelijkheden. Dat de situaties zonder markt problematisch zijn, is evident gezien de onvrijheid in feodale, communistische en andere dictatoriale samenlevingen. Laten we daarom op de situatie van te veel markt inzoomen om beter te begrijpen wat er nodig is om in de gezonde zone te blijven. De prijs van te veel marktinvloed Excessieve marktwerking brengt tenminste twee problemen met zich mee: ten eerste de verdringing van niet-financiële vormen van waarde; ten tweede hebben dergelijke markten de neiging zichzelf te ondermijnen. Veel zaken krijgen een prijs, ook als ze geen prijs horen te hebben. Als mensen worden betaald voor dingen waarvan ze vinden dat ze die toch al horen te doen, dan worden die activiteiten minder waardevol. Dat is ethisch problematisch en werkt vervreemdend. Andersom zijn er veel waardevolle zaken die ten onrechte geen prijs krijgen, zoals schone lucht. Het gevolg is dat we roofbouw plegen op de planeet, de ongelijkheid toeneemt en de vrijheid voor velen afneemt – omdat ze moeite hebben het hoofd boven water te houden en niet beschikken over wat filosofen Amartya Sen en Martha Nussbaum de potenties (capabilities) van het menselijk leven noemen. Het tweede probleem van excessieve marktwerking is de neiging van vrije markten om zichzelf te ondermijnen. In veel markten profiteren de grootste spelers van schaalvoordelen en marktmacht die zichzelf versterken als ze geen halt worden toegeroepen. Dat kan leiden tot gevaarlijk veel macht voor spelers met diepe zakken. Denk aan de grote techbedrijven of de manier waarop miljardairs met hun media-imperia de publieke opinie in landen als het Verenigd Koninkrijk beïnvloed hebben. In het ergste geval is sprake van corporate capture, de situatie waarin machtige spelers overheden hun wil opleggen. Dit ondermijnt vrijheid op een manier die vergelijkbaar is met de situatie van te weinig markt. Economisch historicus Bas van Bavel beschrijft hoe verschillende markteconomieën op deze manier ten onder gingen, vaak met een schijn van welvaart doordat elitemarkten – zoals die voor kunst en financiële diensten – bleven doorgroeien terwijl de welvaart en vrijheid van de bevolking al scherp afnamen. [2] Vrije markten zijn zozeer doel op zich geworden dat vergeten wordt dat ook in vrije markten veel marktmacht kan ontstaan en dat de vrijheid van markten in feite fictie is. Want markten floreren bij de gratie van gezonde instituties, dus als die andere twee ordeningsprincipes – bureaucratieën en relaties – ook goed functioneren. Iedere markt kent regels en grenzen die de keuzevrijheid beperken. Ha-Joon Chang, econoom aan de Universiteit van Cambridge, zegt het zo: ‘Een markt lijkt alleen vrij doordat we de onderliggende restricties zo volledig accepteren dat we ze niet meer zien. Hoe vrij een markt is, kan niet objectief worden vastgesteld. Het is een politieke definitie’. [3] Bovendien is de vrijheid van markten secundair aan de vrijheid van mensen zelf, en die laatste komt in gevaar bij machtsconcentraties. Kortom, het is gevaarlijk om vrije markten als doel op zich te beschouwen. Ze zijn een middel. De gezonde zone van gematigde marktinvloed Maar hoe zorg je ervoor dat het middel goed functioneert? Hoe blijf je in de gezonde zone van marktinvloed? Daar is een zestal richtlijnen voor te benoemen. 1. Beter zicht op waarde Als we niet oppassen, verdringen markten waardevolle zaken die niet op de markt plaatsvinden. Denk aan vervuiling, maar ook aan zelforganisatie. Men spreekt vaak over de dichotomie tussen overheid en markt, maar in die strijd is de ruimte voor de burger doorgaans de dupe. In plaats van de tegenstelling overheid-markt, is het interessanter om financiële waarde af te zetten tegen niet-financiële waarde: sociale waarde (S) en ecologische waarde (E). Dergelijke waarde wordt nauwelijks gemeten of expliciet gemaakt. We hebben dus een scherper zicht nodig op niet-financiële waarde, zodat we die kunnen veiligstellen. Het waardevenster [4] hieronder visualiseert dat. Een groot deel van de economie bevindt zich in kwadrant 1; roofbouw waarin financiële waarde wordt gecreëerd ten koste van andere vormen van waarde. Denk aan industriële activiteit die schade toebrengt aan klimaat en biodiversiteit (negatieve E) en die mensen in de leverketen in slechte omstandigheden laat werken tegen te weinig loon om behoorlijk van te leven (negatieve S). Die waardevernietiging op E en S ondermijnt ons welzijn en onze vrijheid. Idealiter vindt alle activiteit plaats in kwadrant 2. Om die verschuiving te faciliteren, dienen sociale en ecologische waarde zichtbaar te worden gemaakt in ondernemingsrapportages, belastingen, overheidsbudgetten en nationale rekeningen. Daaruit volgt dat brede welvaart een centralere plaats in het programma van D66 mag innemen. 2. Markten inrichten voor betere uitkomsten Waarde moet niet alleen beter zichtbaar, maar ook beloond worden. Dan worden de activiteiten in kwadrant 1 gedwongen zich te verbeteren en naar kwadrant 2 te verschuiven. Of ze worden financieel zo verzwakt dat ze naar kwadrant 2 afzakken, zoals met kolen al gebeurd is. Deels valt dit te regelen binnen markten, door regelgeving en belastingen die prijzen dichter bij hun echte prijzen brengen. Denk aan vliegtickets waar eindelijk wel btw op wordt geheven en wel belasting wordt betaald over de veroorzaakte CO2-uitstoot en schade aan biodiversiteit. Maar het gaat ook om de inbedding van markten in de samenleving en de interactie tussen de verschillende soorten waarde. Denk aan de brandstofbelastingverhoging van de Franse president Macron, die logisch was vanuit klimaatoverwegingen (E), maar sociaal (S) slecht was omdat die de onderkant van de middenklasse in de verdrukking bracht. Macron had veel meer succes kunnen hebben als hij die groep tegemoet was gekomen met bijvoorbeeld een lagere belasting op arbeid. Dat zou environmental justice zijn geweest. 3. Stel de grenzen van de markt vast Er zijn ook activiteiten die niet op de markt thuishoren, omdat ze op een markt hun maatschappelijke waarde verliezen. Dat geldt vooral voor activiteiten die in kwadrant 4 vallen: ze zijn maatschappelijk waardevol, maar niet financieel winstgevend voor de uitvoerder. Denk aan de meeste overheidstaken. Maar het geldt ook voor sommige activiteiten die zowel maatschappelijk als financieel winstgevend zijn (kwadrant 2), bijvoorbeeld in de zorg. Door artsen te betalen voor het aantal behandelingen krijgen ze prikkels om slechter werk af te leveren, terwijl ze hogere kwaliteit leveren wanneer relaties het leidende ordeningsprincipe zijn. Dus het is wellicht beter om een systeem te hebben dat vaste bedragen uitkeert, met discretionaire aanpassingen bij uitschieters. 4. Brede toegang tot basisvoorzieningen Gezonde markten staan voor iedereen open en bieden vrijheid en ontplooiingsmogelijkheden. Maar dan moet de basis wel in orde zijn. Dit betekent: voor iedereen toegankelijk onderwijs – en niet dure scholen voor de elite die toegang geven tot de juiste posities; goed functionerende rechtspraak tegen lage persoonlijke kosten – en niet een praktijk waarin diepe zakken gewone mensen kapot kunnen procederen; voor iedereen betaalbare gezondheidszorg en gezond voedsel – en geen menu van goedkoop ongezond eten voor de armen; voor iedereen betaalbare woonruimte – en niet woonmarkten die gekaapt worden door vastgoedimperiums. 5. Grenzen stellen aan spelers met diepe zakken Ook dient de invloed van spelers met diepe zakken beperkt te worden. Of het nou gaat om Facebook, louche miljardairs of de Chinese overheid; juist doordat we nauwelijks grenzen stellen aan hun invloed, kunnen dergelijke partijen onze vrijheid ondermijnen. Laat hen niet de facto standaarden zetten, informatiestromen manipuleren of onbeperkt concurrenten opkopen. Marktmacht gaat ten koste van de samenleving: consumenten, werknemers en leveranciers worden uitgeknepen en innovatie neemt af. Concurrentie is waardevol: het is hét middel tegen gevestigde belangen. Sterk optreden tegen monopolies en oligopolies is dan ook van groot belang. Probleeminventarisatie moet ook minder naïef plaatsvinden: als de EU een onderzoek naar duurzaam investeren laat doen, dan moet ze die opdracht niet aan de grootste vermogensbeheerder ter wereld (BlackRock) geven. Het betekent ook meer aandacht voor zaken waar we als liberalen te weinig oog voor hebben gehad, zoals grenzen aan accumulatie door de rijken (door hogere erfbelasting en vermogensbelasting) en mogelijk beperkingen op de mobiliteit van kapitaal, zodat grote bedrijven weer serieus belasting gaan betalen. 6. Burgerschap in plaats van consumentisme Een gezondere marktinvloed vraagt ook om een mentale omslag. Burgerschap heeft veel terrein verloren aan consumentisme – een mentaliteit waarin materiële consumptie als wezenlijk deel van de eigen identiteit wordt gezien en de echt belangrijke zaken juist ondergesneeuwd raken. Paul Collier, econoom aan de Universiteit van Oxford, roept op tot ‘investeren in ethisch burgerschap’. [5] Dat houdt in dat een kritische massa van burgers de maatschappelijke doelen van bedrijven en financiële sector zo goed begrijpt, dat zij hen erop aanspreekt en druk uitoefent door achting of afkeuring te laten blijken. Omgekeerd helpt het als politici hun betrokkenheid laten zien, voorbij de voortdurende soundbites. Geloofwaardigheid valt op te bouwen door middel van wat economen signalling noemen: actie ondernemen die zoveel moeite kost dat een onoprechte partij het nooit zou doen – bijvoorbeeld door zorgvuldig en geduldig de benodigde nieuwe instituties op te bouwen. Conclusies In tegenstelling tot conservatieven of sociaaldemocraten leggen liberalen niet graag iets op aan anderen. Dat maakt het schijnbaar moeilijker om stevige standpunten in te nemen. Maar we kunnen wel degelijk ferm zijn zonder onze principes te verloochenen: door pal te staan voor spelregels en instituties die zowel veel ruimte bieden aan individuele mensen als sturing geven op collectieve uitkomsten. Als mensen perse vervuilend willen consumeren dan mogen ze tot op bepaalde hoogte gewoon hun gang gaan, mits ze betalen voor de aangerichte schade. De meesten zullen echter vrijwillig schoner, gezonder en eerlijker gaan consumeren en daar de voordelen van plukken. Markten zijn geen hogere machten aan wier grillen we overgeleverd zijn. Het zijn menselijke constructen waaraan we voortdurend onderhoud moeten plegen. Als we dat doen, dan leveren ze op waar ze voor zijn: vrijheid, welvaart en ontplooiingsmogelijkheden voor iedereen, nu en in de toekomst. [1] Van Witteloostuijn, A., Sanders, M., Hesseling, D. & Hendriks, C. (2012). Governing Governance. A Liberal-Democratic View on Governance by Relationships, Bureaucracies and Markets in the 21st Century. European Liberal Forum. [2] Van Bavel, B. J., & van Bavel, B. (2016). The invisible hand? How market economies have emerged and declined since AD 500. Oxford University Press. [3] Chang, H. J. (2012). 23 things they don’t tell you about capitalism. Bloomsbury Publishing USA. [4] Schramade, W. (2020). Duurzaam kapitalisme. Een andere kijk op waarde. Bertram + de Leeuw. [5] Collier, P. (2018). The Future of Capitalism: Facing the New Anxieties. Penguin UK. Willem Schramade is hoofd advies duurzaam investeren bij Schroders en daarnaast onderzoeker in duurzame financiering en ondernemingswaardering. Zijn laatste boek Duurzaam kapitalisme - Een andere kijk op waarde verscheen in november 2020 bij Bertram + de Leeuw Uitgevers. Idee-magazine is de periodieke uitgave van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Wij danken de auteur en de redactie voor hun medewerking. Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg
Foto: Central European University (cc)

Video | Thomas Piketty – Kapitaal en ideologie

In een interview met de New York Times lijkt Thomas Piketty wel een Hans Rosling-adept:

Het is ook belangrijk om de algemene evolutie niet te vergeten. We zijn veel meer gelijkwaardige samenlevingen geworden in termen van politieke gelijkheid, economische gelijkheid, sociale gelijkheid, in vergelijking met 100 jaar geleden, 200 jaar geleden.

En daarom verklaart Piketty zich “relatief optimistisch over het feit dat er een langetermijnbeweging is naar meer gelijkheid, die verder gaat dan de kleine details van wat er binnen een bepaald decennium gebeurt”.

Maar die vooruitgang gaat niet vanzelf, zegt Piketty. Zonder massabewegingen zou het zo ver niet zijn gekomen. Het begon met de Franse en Amerikaanse revoluties tegen de aristocratische en koloniale machten. In een interview met het Financieele Dagblad (betaalmuur) legt hij uit dat de beweging richting meer gelijkheid sindsdien gaande is en nog lang niet afgelopen:

Dit proces begon ten tijde van de Franse revolutie, en dan gaat het door in de 19de en 20ste eeuw, met het einde van de slavernij, de opkomst van de welvaartsstaat, progressieve belastingen, de burgerrechtenbeweging, de afschaffing van apartheid. En het gaat vandaag door, met de Black Lives Matter-beweging en de roep om meer gendergelijkheid. De beweging richting meer gelijkheid is nog niet afgelopen, al zijn de edelen waar de Franse Revolutie zich op richtte er niet meer.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

In marktwerking kun je niet wonen

ESSAY - van Naomi Woltring, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Als een partij iets wil doen aan ‘marktmacht’, is het goed om te leren van het verleden. Geïnspireerd door neoliberaal denken, poogde D66 in de paarse kabinetten ‘Nederland kartelparadijs’ in de jaren negentig open te breken met een nieuwe mededingingswet, deregulering, privatisering en betere wetgeving. Concurrentie als wapen tegen marktmacht. Inmiddels weten we dat de architecten van het marktwerkingsbeleid naïef waren over de maakbaarheid van de markt. Het debat over de woningnood kan een keerpunt zijn.

In zijn beroemde boek Capitalism and Freedom stelt Milton Friedman dat competitief kapitalisme een voorwaarde is voor politieke vrijheid. Hoe groter de sfeer van de markt, hoe groter de sfeer waar keuzes gemaakt kunnen worden zonder politieke dwang en zonder dat een minderheid in het gedrang komt. ‘Unanimiteit zonder conformiteit’ noemde hij dat. En hoewel hij erkende dat machtsconcentraties op de markt ook vrijheid konden ondermijnen, achtte hij de risico’s daarvan minder groot dan een overheid die dat soort machtsconcentraties wilde voorkomen of bestrijden.

Friedman is natuurlijk de bekendste neoliberaal van allemaal. Neoliberalisme is de ideologie die uitgaat van persoonlijke vrijheid die het beste bereikt kan worden door de markt zo groot mogelijk te maken en concurrentie te stimuleren. De overheid heeft hierbij als taak de markt mogelijk te maken. Bovendien moet de overheid zo veel mogelijk ‘marktconform’ beleid voeren. Afhankelijkheid van de verzorgingsstaat moet zo veel mogelijk worden beperkt, bijvoorbeeld door het stimuleren van eigen woningbezit.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Meer of minder zelfstandige boeren?

De afgelopen twintig jaar is door schaalvergroting één op de twee zelfstandige boerenbedrijven gestopt – de afgelopen zeventig jaar zelfs zes op de zeven. Van wat zich nu nog ‘boer’ noemt, is een groot deel de mega-investeerders die voor platte winst de plattelandsgemeenschappen kapot hebben gemaakt. Het gevolg van staand beleid.

Deze investeerders hebben minder verstand van dieren dan van leningen, subsidies en spreadsheets. De stal zien ze nooit, het schoonmaken, melken, voeren en slachten laten ze over aan machines en dagloners. Voor het eigen land produceren ze niet: het voer wordt geimporteerd en het vlees wordt weer geexporteerd. Daarbij: de boer melkt het vee, de agro-industrie en de bank melken de boer. Een heel verdienmodel. De boer van nu zit gevangen in het systeem, de boeren van toen zijn in meerderheid al lang stadsbewoner geworden.

Nu wil ‘de boerenstand’ in de waterschappen het grondwater zo laag mogelijk hebben, zodat meer vee kan grazen. Maar als dat gebeurt, verzilt het land, zodat we over een decennium op een zoutkorst zitten waar niets meer op groeit. Daarnaast raakt onze bodem vertieft, niet alleen met ammoniak (stikstof), maar ook met bestrijdingsmiddelen – die we vervolgens zelf binnenkrijgen, de boer voorop.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Thomas Gartz (cc)

Das Auto slaat terug

Europa bereikte in oktober vorig jaar een buitengewoon belangrijke mijlpaal in de bestrijding van de klimaatverandering: vanaf 2035 mag er (bijna) geen auto met verbrandingsmotor meer worden verkocht. Het einde van de auto met verbrandingsmotor komt nu dus echt in zicht. Of is de Duitse auto-industrie nog in staat een spaak in het wiel te steken? De autofabrikanten kunnen hun traditionele lobbyisten uit CDU en CSU op dit moment moeilijk inzetten. Want de christendemocraten zitten niet in de regering. Maar er kwam hulp: de Duitse coalitiepartij FDP bleek bereid het Europese verbod op de verkoop van CO2-uitstotende auto’s en busjes per 2035 nog even tegen te houden. Onmiddellijk staken fans van de verbrandingsmotor in andere regeringen ook hun vinger op. Behalve de Tsjechen en de Italianen kwamen ook de Polen en Bulgaren met steun voor het Duitse voorbehoud.

E-fuels

De Duitse transportminister Volker Wissing (FDP) wil zijn instemming met het EU-plan voor verbrandingsmotoren verbinden aan een akkoord over „CO2-neutrale brandstoffen” – ook wel ‘e-fuels’ genoemd. Over de effectiviteit van deze ‘e-fuels’ heerst nog veel onzekerheid. En zowel e-fuels als waterstof zijn op dit moment nog geen echt alternatief. Ze zijn veel te duur en complex om op grote schaal te maken, schrijft Autovisie. Desondanks heeft Porsche er al flink in geïnvesteerd. Het voordeel is dat er voor e-fuels minder geïnvesteerd hoeft te worden in vervoer, opslag, tankstations e.d. E-fuels lijken echter niet een acceptabel alternatief voor de elektrische auto. De move van de FDP zal er wel toe leiden dat de nodige besluitvorming wordt opgeschort en dat levert de industrie tijd op om nog even op oude voet door te gaan. De regering heeft bij gebrek aan eenstemmigheid de bal nu weer teruggespeeld naar Brussel. Daar lijkt men volgens Politico wel bereid de liberalen een geitenpaadje te bieden. Met enige aanpassingen in de nu wat vage tekst van de wet zou er explicieter ruimte geschapen kunnen worden voor het gebruik van e-fuels. Of andere landen daar dan mee akkoord gaan zal nog moeten blijken.

Foto: Amnestic_Arts (cc)

Amerikaanse antimonopolisten

ACHTERGROND - Het neoliberalisme, hoe je het ook precies definieert, lijkt diep geworteld in zowel het denken van onze politici als in onze politiek-economische instituties. In de V.S. is er echter één terrein waarop ze langzaam plaats lijkt te maken voor een Amerikaanse politieke traditie die de afgelopen jaren voor de tweede keer nieuw leven is ingeblazen. Een traditie bestaande uit wetgeving en een praktijk van handhaving die zich tegen kartels keert en werk maakt van trustbusten. Een traditie waarvan ik de voorvechters hier schaar onder de zowel in het Engels als Nederlands bruikbare term: antimonopolisten.

In Capitalism and Freedom beschrijft Milton Friedman een niet onbelangrijk probleem. Our minds tell us, and history confirms, the great threat to freedom is the concentration of power. Anders dan de neoliberalen begrijpen antimonopolisten echter dat die waarschuwing ook geldt voor de concentratie van economische macht.

Antimonopolisten onder Theodore Roosevelt

De traditie van de antimonopolisten is terug te voeren tot de Amerikaanse economie van het einde van de 19de eeuw. In reactie op de economische machtsconcentratie bij wat de robber barons zijn gaan heten, neemt het congres wetgeving aan. De bekendste wet, vernoemd naar Senator John Sherman, is de Sherman Antitrust Act uit 1890 Deze wet is gericht tegen kartelvorming en het ondermijnen van competitie. Het Amerikaanse Hooggerechtshof vat het doel van de wet in 1993 als volgt samen:

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Wat de groene beweging nodig heeft is niet meer denkkracht, maar meer daadkracht

ESSAY - van Sara Van Rompaey en Seppe De Meulder, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Het is een vergissing om de hoop op een ecologische omwenteling te zoeken in specifieke maatregelen of een uitgestippelde route. Hoop is niet het resultaat van de openbaring van een utopie, maar van verzet tegen de noodtoestand. Wie droomt van een ander economisch systeem moet daar zijn waar het huidige systeem ravages aanricht.

1 november 1755, Lissabon. De kerken van de hoofdstad van Portugal zitten stampvol gelovigen die Allerheiligen vieren. Omstreeks kwart voor tien begint de aarde minutenlang te beven. De beving wordt gevolgd door een tsunami en een brand die bijna heel Lissabon vernietigt. Meer dan een derde van de bevolking van Lissabon laat het leven, 85 procent van de gebouwen wordt vernield. De schade blijft niet beperkt tot Lissabon. Grote delen van Portugal worden getroffen. De schokgolven van de aardbeving zijn voelbaar door heel Europa en Noord-Afrika.

‘Op de aardbeving volgde een geestbeving’ schrijft Philipp Blom in een essay voor De Groene Amsterdammer. De aardbeving van Lissabon moet zowat de meest besproken natuurramp in de westerse geschiedenis zijn. Was het dominante denkkader voordien al wat aan het wankelen gebracht, dan ging het na de aardbeving daveren op zijn grondvesten. ‘Het verhaal over 1755 gaat niet over een aardbeving, maar over de crisis van een collectief verhaal’, aldus Blom.

Foto: Barcelona En Comú (cc)

‘Ik denk niet dat het kapitalisme getemd kan worden’

INTERVIEW - door Daniël Boomsma, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Econoom en politicus Yanis Varoufakis maakte naam als de markante minister van Financiën van het noodlijdende Griekenland in 2015, in de nasleep van de eurocrisis. Hij verzette zich – tevergeefs – tegen de geëiste bezuinigingen op de Griekse economie in ruil voor steunpakketten. Inmiddels is hij parlementslid voor MeRA25, dat deel uitmaakt van zijn pan-Europese beweging DiEM25 (Democracy in Europe Movement 2025). In zijn roman Another Now. Dispatches from an Alternative Present (2020) schetst hij een alternatieve economie waarin commerciële banken en aandelenbeurzen zijn verdwenen en werknemers bedrijven in collectief eigendom hebben. ‘De geschiedenis leert ons dat haalbare alternatieven absoluut onhaalbaar lijken totdat ze tot stand zijn gekomen.’

In uw roman Another Now stelt één van de hoofdpersonages, Iris, dat ‘er maar één keuze is. Óf we geven ons over aan een oligarchie die in naam van het liberalisme over elke vorm van vrijheid walst die ertoe doet. Óf we erkennen dat de uitvinding van het kapitalisme moet worden tenietgedaan’. Een ander personage, Eva, antwoordt dat het kapitalisme ‘ons allemaal uit de armoede heeft getild en het enige realistische perspectief biedt om hetzelfde te doen voor miljoenen mensen die er nog steeds onder te lijden hebben’. Maar Eva geeft ook toe dat ‘het temmen van het kapitalistische beest waarschijnlijk zinloos is’. Wanneer raakte u er zelf van overtuigd dat het kapitalisme niet te temmen is?
‘Laat me, voordat ik die vraag beantwoord, vooropstellen dat de twee personages die je noemt, Iris en Eva, een innerlijk conflict doormaken. Dat is iets goeds. Als we niet twijfelen, zijn we gevaarlijk. De romanvorm is daar bij uitstek geschikt voor. Als je een essay of een manifest schrijft, moet je zeggen waar je in gelooft. De structuur van de roman laat meer vrijheden toe en biedt de mogelijkheid om twijfels over je eigen opvattingen uit te drukken. Je ziet dat in deze roman omdat Eva uiteindelijk besluit dat ze zich niet kan verenigen met hoe het kapitalisme nu is, terwijl Iris het omgekeerde doet. Dat gezegd hebbende: ik ben al heel vroeg gaan geloven dat het ondoenlijk is om het kapitalisme te temmen. De macht van het kapitaal vandaag is immens. Het is een beest dat zowel geweldige als verschrikkelijke dingen kan doen. Ik denk niet dat het te temmen is. Het is eventjes gelukt, gedurende een kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog. Toen leek de financiële geest terug in de fles te zijn gestopt. We hadden feitelijk een wereldwijd geleide economie. We hadden overal dezelfde munteenheid met vaste wisselkoersen, controle op kapitaal zodat banken niet met geld konden gokken. Vijfentwintig jaar lang hadden we afnemende ongelijkheid, sterke economische groei, goede banen en lage inflatie. Dichterbij een beschaafd kapitalisme zijn we niet gekomen. Maar de periode sinds 1971, het jaar dat Bretton Woods explodeerde en het neoliberalisme werd ingeluid, bewijst dat het beest niet bedwongen kan worden. Het brak zijn ketenen. Het creëerde opnieuw een irrationele uitbundigheid, die leidde tot de financiële crisis van 2008 en de economische stagnatie die we sindsdien kennen – en die wordt versterkt door de coronapandemie.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: UCL Institute for Innovation and Public Purpose (cc)

Video | Mariana Mazzucato – Mission Economy

De overheid gaat de put pas dempen als het kalf al dik verdronken is. Dat is zonde van het geld dat daarmee gemoeid is. Een pro-actieve overheid had natuurlijk haar geld gestoken in het voorkomen van dat ongeluk.

De econome Mariana Mazzucato is erg optimistisch over de rol die de overheid zou moeten spelen als voortrekker en regisseur van vernieuwingen die in samenwerking met publieke en private bedrijven de grote vaagstukken van vandaag de wereld uit helpen.

Hoe dan?

We kunnen alleen een begin maken met het vinden van antwoorden als we het kapitalisme fundamenteel herstructureren om het inclusief, duurzaam en gedreven door innovatie te maken die concrete problemen aanpakt. Dat betekent het veranderen van overheidsinstrumenten en -cultuur, het creëren van nieuwe kenmerken van corporate governance en ervoor zorgen dat bedrijven, de samenleving en de overheid samenwerken om een ​​gemeenschappelijk doel te delen.

Citaat uit synopsis ‘Mission Economy A moonshot guide to changing capitalism’.

Mooi voorbeeld vindt Mazzucato bijvoorbeeld hoe vlot overheid en farmaceutische industrie aan de slag gingen om Covid-19 te tackelen. Daar ontbreekt wel één belangrijk element aan: de overheid, wij dus, zien maar bar weinig terug van het geld dat er in is gestoken.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Alleen op vertrouwen kan je bouwen

ESSAY - van Michiel Nanninga, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling”, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Om het leven op onze planeet te behouden is een fundamentele hervorming van onze economie onvermijdelijk. Dit kan alleen als we het vertrouwen in de overheid herstellen. Een sterke overheid die met zelfvertrouwen samenwerkt met haar burgers, is noodzakelijk als we het kapitalisme nog willen keren.

Toen Rutger Bregman in 2019 mocht spreken op de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos over het bestrijden van ongelijkheid, had hij zijn relaas grondig voorbereid. Tot afschuw van de organisatie sprak hij de woorden Taxes, taxes, taxes, all the rest is bullshit uit. Dat filantropie ongelijkheid de wereld niet uit gaat helpen, daar heeft hij gelijk in, maar ongelijkheid pak je slechts gedeeltelijk aan met belastingen voor de (super)rijken. Ook belastingen zijn slechts symptoombestrijding als we niets doen aan een compleet uit de rails gelopen wereldeconomie.

Een improductieve overheid?

Hoe zouden we de economie dan echt anders kunnen inrichten? In mijn zoektocht naar een antwoord stuitte ik op het werk van de Italiaanse econoom Mariana Mazzucato. In haar boek De waarde van alles brengt ze de lezer terug naar de kern van de economie: het creëren van waarde.[1] Hoe je de economie inricht, draait om de vraag wie als productief wordt gezien. Anders gezegd: wie creëert er waarde? Met als vervolgvraag: hoe worden de baten uit deze waarde verdeeld? Op doortastende wijze pluist Mazzucato het huidige economische narratief uit. Namelijk dat het bedrijfsleven als productief wordt gezien en de overheid als improductief. Dat is een ideologische aanname, zonder wetenschappelijk bewijs. En deze aanname heeft verregaande gevolgen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende