De discussie over windenergie zwelt aan.
Op plekken waar windplannen zijn is er verzet: Not In My Backyard. Daarover wordt ten onrechte vaak schamper wordt gedaan, maar natuurlijk mag iedereen in het geweer komen tegen ontwikkelingen in de buurt die men niet ziet zitten. Dat is legitiem, en over de som en de verdeling van lokale lasten en lusten valt zinvol te discussiëren.
Er is ook ander verzet, meer principieel van aard: een duurzame energiehuishouding kost ons te veel geld, onze welvaart is te danken aan goedkope fossiele brandstoffen, terwijl we wind en zon zwaar moeten subsidiëren. Ook daarover valt zinvol te discussiëren: hoe verhouden die subsidies zich dan tot de maatschappelijke kosten van fossiel, en moeten die niet in rekening worden gebracht? Welke stappen kan Nederland zelf zetten in het licht van internationale ontwikkelingen? Wezenlijke vragen.
Die discussie kan ook uit de klauwen lopen als een partij uit is op het coûte que coûte blokkeren van een ontwikkeling. Informatie vervormt dan tot misverstanden en onwaarheden: de benodigde subsidiebedragen zouden veel hoger zijn dan EZ en ECN berekenen, windenergie zou geen brandstof en CO2 besparen, en van innovatie in de windsector zou geen sprake zijn.
Verschillende groepen van deskundigen die met elkaar over feiten gaan hakketakken – een betere garantie voor vertraagde besluitvorming is amper te geven.