Dat de Nederlanders hun eigen volkslied slecht kennen, is al sinds jaar en dag bekend. Wie heeft niet de beelden van het Nederlandse voetbalteam op zijn netvlies staan, die tijdens het Europese of Wereldkampioenschap maar wat staan te mummelen terwijl hun nationale erfgoed klinkt?
Zou men dat volkslied beter kennen, dan zouden er ogenblikkelijk Kamervragen over gesteld worden. Want Willem van Oranje wordt daarin voorgesteld als een regelrechte jihadist. Kijkt u maar even mee:
“Na ’t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.”
Hier wordt een regelrechte martelaarscultus gepropageerd, waar Hezbollah nog een puntje aan kan zuigen. Sterf in de strijd, en win roem en eer en glorie en het “eeuwige rijk”. En naar die heldendood verlangt Willem intens, zegt de dichter ook nog. Als poldermoslim wordt je tegenwoordig voor minder achter slot en grendel gezet.
“Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ’t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ’t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.”
Wie zijn leven geeft voor God en vaderland mag uitzien naar het eeuwig leven op de dag des oordeels. Bloody hell! Dat is exact dezelfde propaganda die Mohammed zijn kloeke soldaten voorhield.