Goed volk | Hoorn des overvloeds
ACHTERGROND - Mijn PC loopt dagelijks vol met serieus dan wel nepnieuws over het coronavirus. Ik heb geen enkele behoefte hier via Sargasso nog iets aan toe te voegen. Integendeel, toen ik vorige week een paar van die mallotige hamsteraars in onze lokale buurtsuper aan het werk zag schoot mij een ander onderwerp te binnen dat er in zekere zin de nadruk op legt hoe goed wij het, ondanks de huidige crisis, nog steeds hebben: de cornucopia, beter bekend als de ‘hoorn des overvloeds’.
Dit object komt in zoverre met de ‘groene man‘ overeen dat het oorspronkelijke mythologische symbool in de Nieuwe Tijd gedegradeerd werd tot decoratie of een keukenattribuut. In deze vorm zullen de meeste lezers het ook kennen. Oorspronkelijk heeft de ‘hoorn des overvloeds’ echter een diepere betekenis. De cornucopia moet overigens niet verward worden met de Baltisch-Slavische ‘Svetovid’ of (symbolische) drinkhoorn, hoewel beide in elkaars verlengde liggen. Maar zeker bij dit fenomeen mogen niet alle hoorns op één hoop worden gegooid.
Geitenhoorn
Over het ontstaan van de ‘hoorn des overvloeds’ is weinig discussie. Hij stamt uit de Grieks-Romeinse mythologie. Het Latijnse cornucopia is een samentrekking van de woorden cornu (hoorn) en copia (voorraad) en het voorwerp heette in het oorspronkelijke Grieks Keras Amaltheias‘, de ‘hoorn van Amalthea‘. In een van de aan haar gewijde mythen was ze de geit die de jonge oppergod Zeus voorzag van melk. Toen één van haar hoorns afbrak vulde Zeus deze met allerlei rijkdommen en gaf hem aan de godin Fortuna. Naast het roer (als richtingever van het menselijk bestaan) en het ‘rad van fortuin’ is de cornucopia een van de goddelijke attributen van Fortuna.