Nieuws! Kwart van de vmbo-t-scholen is slecht! Rondpompen maar! Geloof het maar! Of niet, als je maar publiceert! Weer hetzelfde liedje: Trouw stelt een lijst samen van middelbare scholen en gebruikt een mager sterrensysteem, gedeeltelijk gebaseerd op de data van de onderwijsinspectie. Die inspectie zelf is net als vorig jaar overigens huiverig voor de snelle conclusies van Trouw. ‘Het dagblad concentreert zich op één gegeven: het gemiddelde cijfer op het centraal examen,’ aldus de inspectie.
‘Niveau vmbo’ers TL te laag’ gilt de krant ook nog. Daar gaan we weer. Neem maar over, jongens van de kwaliteitsjournalistiek. Maar wel even het baanbrekende resultaat onder de loep nemen. Trouw bekijkt niet of de docenten bevoegd zijn, of er goede lesmethoden worden toegepast, of er nuttig onderwijs wordt gevolgd, of scholieren zich gelukkig voelen of aan hun sociale ontwikkeling toekomen. Nee, de krant baseert zich op de afwijking tussen Centraal Schriftelijk Examen (CSE) van het Cito en het Schoolexamen (SE).
‘Trouw maakt dit jaar voor het eerst gebruik van een nieuwe manier om de prestaties van scholen te meten. Die methode is ontwikkeld door Jaap Dronkers, hoogleraar in Maastricht. De prestaties van de geslaagde leerlingen in de kernvakken van het schriftelijk eindexamen staan centraal in zijn oordeel of een school kwaliteit levert. Door naar die cijfers van de geslaagden te kijken wordt duidelijk wat het diploma van een school nou eigenlijk waard is, stelt Dronkers.’
Vertel me meer over de ‘methode’. Baken in de mist moet ‘onderwijssocioloog’ Jaap Dronkers zijn, die zijn naam verbond aan het jaarlijkse Schoolprestaties-onderzoek. De Trouw-redactie heeft de juiste professor bij het gewenste resultaat gezocht: volgens Dronkers gaat het in het onderwijs ‘hoofdzakelijk om de resultaten en niet om de goede intenties of om het proces,’ zo beweerde hij niet zo lang geleden. Het is het schrikbewind van elke didacticus: een reeks cijfers in plaats van een inzichtelijke ontwikkeling. Dronkers maakt het helemaal bont als hij betreurt dat ‘de fixatie van het onderwijsbeleid op doorstroming naar het hoger onderwijs en op het vooral willen stimuleren van algemene cognitieve vaardigheden’ ligt.