Wanneer breken regeringspartijen hun verkiezingsbeloften over de verzorgingsstaat?
ANALYSE - Barbara Vis over de waarde van verkiezingsbeloftes. Artikel overgenomen van Stuk Rood Vlees.
Hoe waarschijnlijk is het dat de regeringspartijen van het nieuw te vormen kabinet hun verkiezingsbeloften over de verzorgingsstaat gaan houden? Best waarschijnlijk. Ten minste, als de partijen zich gaan gedragen volgens het algemene patroon dat Alexander Horn en Carsten Jensen in een recente studie vonden (gated artikel hier beschikbaar).
Meerderheid verkiezingsbeloften wordt nagekomen
In tegenstelling tot wat kiezers meestal denken (zie bijvoorbeeld dit blog van Tom Louwerse), wordt in Nederland de meerderheid – 60% – van de verkiezingsbeloften van regeringspartijen deels of volledig vertaald in beleid. Dat blijkt uit onderzoek van Robert Thomson onder de drie Nederlandse kabinetten tussen 1986 en 1998. Dit percentage loopt zelfs op tot ruim 80% voor die beloftes die ook zijn opgenomen in het regeerakkoord.
Maar wanneer worden beloftes gebroken?
Wat beïnvloedt of een verkiezingsbelofte gehouden of gebroken wordt? Horn en Jensen hebben dit onderzocht voor de verzorgingsstaat – een onderwerp dat in vrijwel alle verkiezingscampagnes hoog op de agenda staat, en waar dus beloftes over gedaan worden.
Voor 213 kabinetten in 18 landen over de periode 1971–2011 hebben de onderzoekers bepaald hoeveel aandacht partijen besteden in hun verkiezingsprogramma aan de verzorgingsstaat. Hierbij hebben ze zowel gekeken naar directe aandacht voor de verzorgingsstaat (bijvoorbeeld uitspraken over meer of minder uitgaven) en indirecte aandacht (bijvoorbeeld uitingen van een kritische houding over marktwerking als positieve aandacht, of nadruk op begrotingsdiscipline als negatieve aandacht. Aan de hand hiervan werd de belofte over de verzorgingsstaat per partij vastgesteld.