Als je de verklaringen van de Engelsen over de verhinderde terreuraanslag een beetje volgt, dan valt één ding duidelijk op: hoe vaak men wel niet zegt dat terrorisme een internationale dimensie heeft. En zoals zo vaak met dingen die te vaak en te stellig wordt medegedeeld, ga je twijfelen: “dat is vast waar, maar wie ontkende dat dan? En als het niet waar is, wat dan nog?”
Pas als je het antwoord op de tweede vraag probeert te beantwoorden, valt je op hoe belangrijk het is vol te houden dat het aanslagen van Al Qaeda zijn, met een internationale planning en agenda. Want als je die premisse laat vallen, zijn de maatschappelijke gevolgen niet te overzien.
Donderdag al, verklaarde een politiewoordvoerder dat het terreurplan “een wereldwijde dimensie” had. Minister John Reid van Binnenlandse Zaken neemt op elke persconferentie om de drie zinnen het woord ‘internationaal’ in de mond. De Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid Michael Chertoff zei donderdag dat het terreurplan alle kenmerken van de internationale terreurorganisatie al–Qaida draagt.
We kunnen het allemaal niet controleren, maar dat is uiteraard allemaal goed mogelijk. Al Qaeda kan opnieuw de Westerse wereld hebben aangevallen, direct gestuurd door duistere figuren uit de grotten van Pakistan. Maar waarom wordt het zo snel en zo vaak gezegd? Wat zijn de consequenties als het anders zit?