Het magere Herfstakkoord
OPINIE - Na een onvoltooide formatie heeft de coalitie van VVD en PvdA geprobeerd in een regen van akkoorden draagvlak te ritselen. Het kan moeilijk anders. Maar de voorman van “paars met de bijbel”, Alexander Pechtold, roept met zijn zelfvoldaanheid vragen op.
Voldoet onze democratie nog bij het leiding geven aan het openbaar bestuur? Hebben politici eigenlijk verstand van besturen? Is er een balans tussen lastenverhoging en hervormingen? Schuiven we met budgetten of wordt er serieus aan realisatie van een visie gewerkt?
Het zijn enkele vragen die het recent gesloten Herfstakkoord, tussen kabinet, D66, ChristenUnie en SGP, bij me oproept. Ik geef een aantal aantekeningen bij deze vragen ter overweging.
Voldoet de democratie?
De ‘Politikverdrossenkeit’ leek sterk toegenomen: het land werd beheerst door het gevoel dat de politiek niet serieus bezig was met de problemen. Vooral Pechtold verweerde zich tegen dit sentiment, hij voelde de noodzaak te laten zien dat “Den Haag het wel kan.”
De pogingen om draagvlak voor het beleid te vinden lieten en laten het probleem zien: de politiek is voortdurend te laat, compromissen en akkoorden worden vervolgens gedropt in de bureaucratie, teneinde te worden doorgerekend en bekeken op uitvoerbaarheid. De politieke fragmentatie en het te laat ontstaan van beleidslijnen heeft een sterk negatieve invloed op de ambachtelijke kwaliteit van het beleid. Een voorbeeld is het woonakkoord: binnen twee weken was de kern er van onderuit gehaald door rapporten van Johan Conijn (pdf), het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het CPB.