OPINIE - Zo’n twintig jaar geleden legde ik de laatste hand aan mijn proefschrift. Inmiddels ben ik niet alleen rijk, beroemd en gearriveerd, maar ook een oude man die alleen nog maar nostalgisch kan terugkijken op die periode, hoewel ik tegelijkertijd weet dat de huidige promovendi ook wel overschatten wat de kansen waren voor een gepromoveerde op een baan – dat is ook niet zo gek omdat ze uit die periode alleen de mensen kennen die het toevallig indertijd gelukt is, en niet de grote talenten die zijn afgehaakt.
Ook toen was er al discussie over de vraag of het wel zo’n goed idee was dat AiO’s werknemers waren en of ze niet beter studenten konden zijn. Er zijn sinds die tijd aan verschillende universiteiten ook al pogingen gedaan. Eergisteren kondigde minister Bussemaker van OCW eindelijk aan dat daarmee echt een begin kon worden gemaakt. Mijn standpunt is in die twintig jaar eigenlijk nooit veranderd: het lijkt mij een goed idee om van promovendi studenten te maken. Al moet daar wel iets tegenover staan.
AiO’s vallen in veel opzichten tussen wal en schip. Ze zijn werknemers, maar voor een zeer laag salaris. Ze hebben zogenaamd wel allerlei rechten van werknemers (vakantiedagen, recht op bijscholing), maar aan die rechten hebben ze gegeven hun duidelijk omschreven taak niet zo veel.