Politie wist allang van verboden kentekenregistraties
De politiekorpsen Rotterdam-Rijnmond en IJsselland werden in januari door het College Bescherming Persoonsgegevens op de vingers getikt omdat ze kentekens van onverdachte voertuigen te lang bewaarden. De korpsen wisten echter al twee jaar dat dit verboden was. Dat blijkt uit een juridisch advies aan de Raad van Hoofdcommissarissen van april 2008 dat met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur van het KLPD is verkregen.
Net als veel andere korpsen, maken de twee politiekorpsen gebruik van het zogenoemde ANPR, Automated Number Plate Recognition. Dit camerasysteem scant alle kentekens van passerende voertuigen en vergelijkt die met een zwarte lijst. Op die manier probeert de politie bijvoorbeeld mobiel banditisme tegen te gaan of gestolen auto’s op te sporen.
Met veruit de meeste voertuigen is natuurlijk niets aan de hand. Die scans – die verraden waar en wanneer een voertuig is geweest – worden ook bewaard. In het geval van de twee korpsen 120 dagen. Te lang oordeelde het College Bescherming Persoonsgegevens begin dit jaar. De korpsleiding van Rotterdam-Rijnmond zei in NRC Handelsblad zich er niet van bewust te zijn dat het korps iets mis deed.
De korpsen wisten echter al lang dat ze de kentekens van onverdachte voertuigen (en dus onverdachte burgers) niet mocht bewaren. Het advies aan de Raad is daar zonneklaar over. ,,Het verwerken van politiegegevens over personen tegen wie geen enkele verdenking rust uitsluitend met het oog op eventuele, in de toekomst verborgen gebeurtenissen, kent geen wettelijke basis.’’