Groeien vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar?

een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Er is in Nederland al twee jaar een discussie bezig over een nieuwe bestuurscultuur. Dat lijkt te gaan over de manier waarop Mark Rutte het land bestuurt. Echter, als je langer kijkt naar de elementen van die bestuurscultuur dan valt op dat deze verder teruggaan. Bovendien is verzet tegen de Nederlandse bestuurscultuur al eerder opgekomen. In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met bestuurskundige Caelesta Braun en student journalistiek Arend Viëtor. Het is de laatste in een reeks over de Nederlandse bestuurscultuur. Als we die langere lijnen volgen dat valt op dat het verschil tussen toen en nu is dat electorale positie van partijen die volgens de regels van het spel politiek bedrijven zwakker is dan in het verleden. Partijen die het primair als hun rol zien om onvrede te vertegenwoordigen sterker zijn geworden. De Regels van Lijphart De regels van het spel zijn eigenlijk opvallend constant in de afgelopen 70 jaar. De regels die politicoloog Arend Lijphart in 1968 formuleerde over de Nederlandse politiek in jaren ’50 zijn nog springlevend: als politici in Nederland een beslissing moeten nemen benaderen ze de materie zakelijk en niet ideologisch. Als ze er onderling niet uitkomen dan kijken ze naar experts en belangengroepen. De oplossingen komen van buiten de politieke arena. Als coalitiepartijen recht tegenover elkaar staan, dan stellen ze beslissingen uit. Moeten ze nu een oplossing vinden, proberen ze een compromis te formuleren waar iedereen zich in kan vinden. Zelfs een kleine coalitiegenoot kan dat vetoën. Zulke compromissen worden niet gesloten in de plenaire zaal van de Kamer maar achter dichte deuren. Deze normen die we nu aan de persoon van Rutte koppelen, gaan veel langer terug: geheimhouding, het depolitiseren van grote vraagstukken, coalitieoverleg, een gebrek aan ideologische standvastigheid zijn niet uitgevonden door Rutte. Het zijn veel oudere elementen van een bestuurscultuur waar Rutte als geen ander in gedijt. Voor het thema geheimhouding ploos ik dat eerder op dit blog uit. Links tussen polarisatie en smalle marges Weerstand tegen deze normen zien we ook door de tijd heen. In de jaren ’70 waren het de linkse partijen (PvdA, D66 en de PPR, een voorloper van GroenLinks) die zich hiertegen verzetten: politiek moest ideologischer worden. Polarisatie droeg bij aan een helder onderscheid komen tussen links en rechts zodat kiezers de koers konden bepalen. Maar bovendien moest politiek ook transparanter worden, het parlement actiever en moesten meer burgers bij de politiek betrokken worden. Als er een duidelijk electoraal mandaat voor een agenda was moest deze doorgezet worden. Den Uyl, de leider van het progressieve blok, gaf tegelijkertijd aan dat hij tot het zondige ras der reformisten behoorde. Hij opereerde binnen de smalle marges van de politiek. Hij streefde radicale verandering na, maar realiseerde zich dat die doelen alleen bereikt konden worden door kleine stappen te nemen: “De verlegging van het beleid met tien graden kan uiteindelijk het verschil zijn tussen oorlog en vrede.” Verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen Terugkijkend naar deze periode benadrukt de politicoloog Peter Mair dat partijen een balans weten te slaan tussen vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen. Hij noemt dit responsive politics en responsible politics. Aan de ene kant zijn partijen responsief richting de onvrede die burgers voelen. In de periode van Den Uyl was dit een onvrede met de bestuurscultuur, maar ook met verouderde wetten op het gebied van moraliteit, economische ongelijkheid en achteruitgang van het milieu. Aan de andere kant, waren partijen in staat om binnen de spelregels van de politiek tot besluiten te komen. Dat is binnen de bestaande normen, maar ook de beperkingen van economische realiteit, constitutionele grenzen en internationale verdragen. Alhoewel de progressieven in de jaren ’70 de luiken opengooide, keerde onder Lubbers de zakelijke politieke cultuur van de jaren ’50 terug. In het overleg met sociale partners in de polder, in de no-nonsense politiek en in het monisme zien een reflectie van de normen van Arend Lijphart. Politici toonde zich in deze periode bijzonder behendig om binnen de grenzen van het haalbare tot compromissen te komen. Het vertegenwoordigen van onvrede In de jaren ’00 kwam de polarisatie van rechts. Dat kwam in de eerste plaats in de persoon van Pim Fortuyn. Na zijn dood werd het vaandel over genomen door Wilders en Baudet. Politiek is in hun ogen een gevecht tussen goed en kwaad, waarbij er geen ruimte is voor compromissen. Er is een roep om transparantie, om een krachtig parlement en om inspraak van burgers. Radicaal rechts is een kampioen van op deze manier politiek bedrijven. Daarom koppelen we dit vaak het populisme dat het denken van deze partijen karakteriseert. Tegelijkertijd zien we de weerstand tegen het compromis ook aan de linkerkant. De Partij voor de Dieren heeft een heel andere agenda dan de PVV, maar verzet zich ook tegen het compromis. Voormalig partijleider Marianne Thieme en Ewald Engelen schreven een vlammend betoog tegen het compromisme: “politiek als eredienst aan het proces zonder aandacht voor het resultaat op lange termijn voor mens, dier en milieu.” Het is daarom misschien beter terug te vallen op het onderscheid dat Mair schetst: tussen verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordigen. Mair betoogde in 2009 dat vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen uit elkaar groeien. Er zijn partijen die het met name als hun rol zien om de onvrede in de maatschappij te vertolken: dat kan onvrede zijn met de komst van vluchtelingen (PVV), met de behandeling van dieren in de bio-industrie (PvdD), de tweedeling tussen rijk en arm (SP), de groeiende rol van de Europese Unie (FVD), onzekere pensioenen (50PLUS), met institutioneel racisme (BIJ1), maatregelen om stikstof uitstoot te beperken (BBB) maar ook een bredere onvrede met de politieke cultuur. De constructieve partijen Daartegenover staan partijen die het als hun rol zien om verantwoordelijkheid te nemen. Ze accepteren de smalle marges van de politiek, de Europese richtlijnen en internationale verdragen maar bovendien accepteren ze de spelregels van de politieke cultuur. Dit zijn in de eerste plaats de vijf partijen die in de afgelopen 20 jaar regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen: VVD, CDA, PvdA, D66 en CU. Politici als Sigrid Kaag benadrukken niet voor niets het belang van compromissen sluiten: “Wie het compromis verwerpt, blokkeert uiteindelijk de verandering.” Twee andere partijen staan daar dichtbij: ten eerste, GroenLinks die op allerlei niveaus bestuurt, regelmatig meewerkt aan akkoorden maar vier keer in de afgelopen twintig jaar nét niet in de landelijke coalitie kwam. Ten tweede, de SGP. Ondanks hun bijzonder radicale standpunten over de plek van vrouwen mogen de staatkundig-geformeerden vanwege hun gouvernementele oriëntatie regelmatig aanschuiven. We zien dus een onderscheid tussen bestuurlijke partijen die compromissen kunnen sluiten en uitdagerpartijen met schone handen aan de zijlijn staan. Tussen partijen die roepen om een nieuwe bestuurscultuur en partijen die gedijen in de bestaande bestuurscultuur. De electorale steun voor die bestuurspartijen wordt steeds kleiner. In 1989 wonnen de bestuurspartijen 149 van de 150 zetels. Dan moeten we wel GroenLinks, de SGP en de voorlopers van de CU daartoe rekenen. Nu kunnen deze partijen in de Kamer rekenen op net minder dan 100 zetels. Volgens de Peilingwijzer staan ze tussen de 66 en 76 zetels in de peilingen. De electorale marges voor verantwoordelijke politiek worden steeds kleiner. Als het CDA met pijn en moeite een compromis zoekt op het stikstofdossier staat de BBB met schone handen klaar om ontevreden kiezers te ontvangen. Aan de andere kant van het politieke spectrum staat de PvdD klaar voor ontevreden D66’ers. Poreuze grenzen van het de verantwoordelijke partijen De vraag is welke uitweg hiervoor is. Ik zie er twee: ten eerste, de scheidslijn tussen verantwoordelijke partijen en partijen die met name onvrede vertegenwoordigen is nooit absoluut geweest. Partijen kunnen daartussen wisselen. Tot 1939 werd de SDAP, een voorloper van de PvdA, als te radicaal en revolutionair gezien. Dat was een partij die primair stem gaf aan de onvrede van de arbeidersklasse over het kapitalisme. In 1939 kwam de SDAP in het kabinet De Geer II. Negen jaar later leverde ze met Willem Drees een premier die binnen de smalle internationale, economische en constitutionele marges politiek bedreef. De regels die Arend Lijphart omschreef waren de regels van de politiek onder Drees. Democraten 66 waren ooit hemelbestormers die het politieke systeem wilden doen exploderen en voor een andere politieke cultuur pleitten. 55 jaar later benadrukt de partijleider het belang van in harmonie tot een compromis besluiten. Brummer en ik zelf zagen een verschuiving van bestormen naar besturen, van springstof naar bindmiddel. GroenLinks is een andere partij die van het vertegenwoordigen van onvrede steeds meer een drager van verantwoordelijkheid is geworden. De fusie van communisten, pacifisten en radicalen werd lang als te extreem gezien. Nu worden ze gerekend tot de constructieve zes. Lucardie en Voerman omschreven het als een verschuiving van de straat naar de staat. De BBB heeft het potentieel om een verantwoordelijke of een vertegenwoordigende partij te zijn. Het is een partij van wethouders die weten wat smalle marges van de politiek zijn. Tegelijkertijd is het de partij die stem geeft aan de onvrede op het platteland. De vertegenwoordiger van de omgekeerde vlaggen. De onderhandelingen over de provinciale colleges zijn nu cruciaal. Zijn ze in staat om compromissen te sluiten over de stikstofproblematiek? Of kiezen ze voor een meer oppositionele stand? Het Nederlandse politieke systeem is dus relatief open: nieuwe partijen kunnen worden opgenomen in het parlement maar ook in de deelverzameling van bestuurspartijen. Zo kan de basis voor verantwoordelijke politiek groeien. Andere partijen zullen dan de toorts van de vertegenwoordigende politiek, van het stem geven aan onvrede, overnemen. Zo kan een systeem van permanente verandering stabiel blijven. Blokpolitiek Een andere oplossing vereist wel een verschuiving in de politieke cultuur. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat individuele partijen in staat zullen blijken om succesvol en langdurig de vertegenwoordigende en de verantwoordelijke rol over te nemen. De trend dat deze twee uit elkaar groeien zien we in heel Europa, in de hele westerse wereld. Het is misschien wel mogelijk om deze twee in een blok bij elkaar te brengen. In landen als Zweden en Noorwegen verenigen de partijen van links en de partijen van rechts zich achter een gemeenschappelijke premierskandidaat. Die regeert vervolgens met een minderheidskabinet bestaande uit de verantwoordelijke partijen van dat blok. Ze werken met steun van de vertegenwoordigende partijen daarvan. Dit systeem geeft kiezers meer grip op wie er regeert: als men ontevreden is met een linkse regering kan men op de partijen van het rechterblok stemmen, zo lieten Dieter Stiers en ik zien. De regeringsvorming is transparanter en directer. Je zou je zo’n links en rechts blok kunnen voorstellen in de Nederlandse politiek: BIJ1, PvdD, SP, 50PLUS, DENK, PvdA, GL en CU zouden Sigrid Kaag steunen als premierskandidaat. Als we deze partijen tot het linkerblok rekenen hadden die in 1998, 2006 en 2012 een meerderheid, nog zonder blokpolitiek. FVD, PVV, JA21, SGP, BBB, VVD en CDA zouden Mark Rutte kunnen steunen. Tegelijkertijd kunnen we zien meteen waar dit misloopt. Menig linkse lezer van dit stuk zal observeren dat D66 niet links is. De CU evenmin. DENK niet. 50PLUS niet. En eigenlijk de SP ook niet. De PvdA heeft ook rechts rotbeleid gesteund en GroenLinks het Kunduz-akkoord. Linkse machtsvorming zal lastig hand in hand gaan met de schoonheid van het eigen gelijk. Maar bovendien, Op tal van gevoelige morele onderwerpen liggen partijen als DENK en D66 of SGP en VVD mijlenver uit elkaar. Op rechts heeft Van de Plas Rutte uitgesloten als partner en Rutte Wilders. Maar belangrijker nog, partijen hebben er individueel geen belang bij om zich in blokken te verenigen. Dat verkleint hun politieke ruimte. Niets voor niets weigerde Sigrid Kaag voor de verkiezingen van 2021 bij Nieuwsuur aan te geven met welke partijen zij wilde regeren. Ze hield de verwarring en ondoorzichtigheid, de beperkte invloed van de kiezers op de kabinetsformatie die D66 ooit wilde bestrijden in stand. Zo hield ze haar opties open voor een lastige kabinetsformatie. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Jesterhat84, CC BY-SA 3.0. Departement van Justitie in Den Haag, via Wikimedia Commons.
Foto: Terence Faircloth (cc)

Polarisatie in de Nederlandse politiek

RECENSIE - Het politieke debat in Nederland is gepolariseerd, zegt men. Maar is dat ook zo? Groeiende tegenstellingen, verruwing in het taalgebruik, een ‘kloof’ tussen Haagse politiek en burgers in het land, tussen de Randstad en de rest van Nederland: politieke polarisatie zien we de afgelopen jaren in allerlei toonaarden beschreven en becommentarieerd. Loopt de democratie gevaar of kunnen we er op vertrouwen dat de meerderheid van de bevolking toch zal blijven zorgen voor pluralisme en redelijkheid in de politiek? Onder redactie van politicoloog en publieke opinie onderzoeker Paul Dekker doen 22 sociale wetenschappers in de bundel Politieke Polarisatie in Nederland een poging ons op basis van degelijk empirisch onderzoek een genuanceerd beeld te geven van de ernst van de problematiek.

Een grote verdienste van de Nederlandse sociale wetenschappen is dat er in opinieonderzoeken al heel lang gewerkt wordt met vergelijkbare thema’s waarover om de zoveel tijd dezelfde vragen worden gesteld. Dat betaalt zich nu uit in verschillende bijdragen in deze bundel waarvoor gebruik kon worden gemaakt van de ontwikkeling van politieke standpunten in de Nederlandse bevolking in de afgelopen decennia. Zo analyseerde Dekker trends in de standpunten van verschillende groepen in de samenleving over onder meer man/vrouwrollen, Europese integratie en de multiculturele samenleving. Hij komt dan tot de conclusie dat er in een minderheid van de gevallen sprake is van divergentie (het uiteenlopen van standpunten) en in een bijna even groot aantal gevallen van convergentie. Als we kijken naar opleidingsverschillen is er wel vaker sprake van divergentie en is de divergentie over de jaren heen het grootst. Maar over het geheel genomen ziet Dekker geen bewijs voor (toenemende) polarisatie als dominante trend. Hij haast zich wel er bij te zeggen dat hij daarmee het polarisatieprobleem niet wil ontkennen. We moeten zijn bevindingen vooral zien als relativering van een trend die soms op alarmistische toon en met verwijzing naar Amerikaanse toestanden in de publiciteit komt. Een probleem is wel de perceptie van de polarisatie. Dekker wijst er op dat onze indrukken van tegenstellingen vaak niet kloppen. Dat komt ook omdat we doorgaans afgaan op de media waarin de tegenstellingen niet zelden worden uitvergroot.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Quote du Jour | Polarisatie niet overdrijven

“Overigens moeten we het probleem van polarisatie niet overdrijven. Die scherpte lijkt mij beter dan een apathische samenleving”

Rutger van den Noort – een van de initiatiefnemers van “De Nederlandse Leeuw” – vindt het met de polarisatie wel meevallen. Maar Rutger, door alle polarisatie is toch ernstige verlamming opgetreden en is de creativiteit totaal verdwenen? Wel een beetje on message blijven, he?

En nu we toch bezig zijn een bonusquote, uit hetzelfde stuk:

Foto: Het Wereldvenster Boekomslag Polarisatie in Nederland, redactie Paul Dekker. UItgeverij copyright ok. Gecheckt 18-10-2022

Politieke polarisatie is in Nederland geen overheersende trend

22 wetenschappers hebben hun inzichten over politieke polarisatie in Nederland gebundeld in een boek. Eén van hen, hoogleraar Paul Dekker, licht toe.

Oplopende tegenstellingen, dreigende tweedelingen, groeiende onenigheid, toenemend extremisme en verruwing en verharding in politiek en samenleving: Nederlanders maken zich er al langer grote zorgen over. Het paraplubegrip voor hun zorgen is al een tijdje polarisatie.

Heb je dat woord eenmaal opgepikt, dan zie je er ook steeds meer voorbeelden van. Van spanningen in je directe omgeving tot grote voorbeelden van demonstraties. Van voor- en tegenstanders van Zwarte Piet via conflicten over stikstof- en coronabeleid tot ontsporende Kamerdebatten. Maar heeft het wel zin om hier overal het polarisatie-etiket op te plakken en hoe reëel is de impliciete aanname dat er een brede maatschappelijke polarisatietrend onder stroomt?

In de gisteren verschenen bundel Politieke polarisatie in Nederland bieden 22 politicologen, sociologen en andere wetenschappers inzichten uit onderzoek om hier antwoord op te geven, zorgelijke ontwikkelingen te onderscheiden van spookbeelden, en remedies te bezien voor zorgelijke polarisatie.

Soorten polarisatie

Politieke polarisatie gaat over vergroting van tegenstellingen. Die kan intentioneel zijn – een politicus die polariseert om een keuze scherper neer te zetten of afstand te nemen tot een tegenstander – of iets wat mensen overkomt: ze drijven uit elkaar of worden naar extremere standpunten gedreven. Dit speelt bij individuen en binnen en tussen groepen en organisaties.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Polarisatie zet democratie VS onder hoogspanning

ANALYSE - van Tom van der Meer. Eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

In de Verenigde Staten worden democratische normen steeds verder ondermijnd. Verkiezingen zijn minder onpartijdig dan voorheen. Gerrymandering, het trekken van electorale grenzen om de electorale rivalen te benadelen, is steeds harder doorgevoerd. In verschillende staten zijn electorale wetten aangenomen die het stemrecht inperken, waardoor specifieke groepen als zwarte kiezers verder worden uitgesloten.

Ook wordt getornd aan de normen van de Trias Politica en machtenscheiding, die worden overstegen door de tegenstelling tussen de twee partijen. Het meest zichtbaar werd dit in de benoemingsprocedure voor het Hooggerechtshof, toen de Republikeinse meerderheid in de Senaat weigerde de door de Democratische president Obama voorgestelde kandidaat te overwegen.

De Amerikaanse rechtsstaat kent al langer wezenlijke problemen met toegankelijkheid en gelijke behandeling.

Deze week braken – bepaald niet voor het eerst – protesten uit tegen de behandeling van de zwarte bevolking van de V.S. door de politie. In reactie wordt de toch al gemilitariseerde politie ingezet tegen vreedzame demonstranten en journalisten. Tegen de eigen bevolking dus. Zo werd de omgeving van het Witte Huis met harde hand en zonder aankondiging schoongeveegd opdat de president daar kon poseren voor fotografen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Sociale polarisatie, wat doen we eraan?

OPINIE - Maatregelen gericht op het verminderen van sociale polarisatie zijn volgens topambtenaar Bernard ter Haar (directeur-generaal sociale zekerheid en integratie op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) verre van kansloos.

Een samenleving heeft samenhang nodig om te kunnen functioneren. Mensen moeten iets met elkaar hebben, elkaar iets gunnen, elkaars belangen kunnen inzien, om met elkaar te kunnen overleggen en ook de eigen belangen te kunnen behartigen. Dat noemen we sociale cohesie.

Foto: Naar risastla op Flickr

Democratisch Discours: Hyperpartijdigheid

ANALYSE - DDR-66, Forum voor Demagogie en de Partij van de Allochtonen. De Nederlandse politiek raakt verhit. Steeds meer krijgt men een afkeer van ‘de andere kant’. Hoeveel begrip heeft u als GroenLinks/D66 kiezer voor de standpunten van de PVV/FvD en vice versa?

Polarisatie

In Amerika is duidelijk een tweedeling te zien tussen de Democratische en Republikeinse partij. Beide kampen hebben in de regel niet alleen een hekel aan elkaar, maar ook een verdraaid beeld van de ander.

De polarisatie slaat ook in mindere mate over naar Nederland. Nederland heeft geen tweepartijenstelsel, de kloof ligt eerder tussen ‘establishment’ versus ‘anti-establishment’ of ‘elite’ versus ‘populisme’.

Welstand en opleiding

Parallel aan deze scheiding ligt een gat tussen de hoogopgeleide Nederlanders en laagopgeleiden. Uitzonderingen daargelaten, stemmen hoogopgeleiden op het ‘establishment’ en laagopgeleiden op ‘anti-establishment’.

Enerzijds is dit logisch: een hoge opleiding staat in verband met een (betere) baan en een hoger inkomen. ‘Het systeem’ werkt in hun voordeel. Anderzijds kan men dan weer vraagtekens zetten bij het feit dat laagopgeleiden naast de SP of de PvdA ook op rechts-populistische partijen stemmen. Kennelijk vertroebelen kwesties als migratie de meer voor de hand liggende keuze voor financieel eigenbelang.

Foto: Fenneke (cc)

Waarom de elites houden van burgerschap

ANALYSE - Door Michael Merry, Geert Driessen

Het kabinet-Rutte III poogt burgerschapseducatie nieuw leven in te blazen. Om te beginnen moeten kinderen verplicht het Wilhelmus leren, een bezoek brengen aan de Tweede Kamer en aan het Rijksmuseum. Het zijn de waarden van een politieke en academische elite die zich niet realiseert dat zij zelf achter onderwijsbeleid staat dat uitsluitend en nationalistisch is.

Al decennia verdedigen liberale theoretici de stelling dat burgerschap de taak is van de school. Hoewel er onder hen substantiële meningsverschillen bestaan, delen ze allemaal hetzelfde geloof in zowel de plicht als capaciteiten van scholen om te doen wat hun theorieën voorschrijven.

Wij hebben alle begrip voor de gedachten achter deze theorieën; ze brengen namelijk idealen tot uitdrukking die wij na zouden moeten streven. Ze beschrijven niet de scholen die wij hebben, maar die we nodig hebben. Maar welke verdiensten deze geïdealiseerde liberale visies op burgerschapseducatie ook mogen hebben in een vergaderzaal, ze zijn niet overtuigend en bruikbaar. Simpelweg omdat ze onvoldoende rekening houden met de empirische realiteit van de bredere politieke context waarbinnen beleid op het gebied van burgerschapseducatie wordt ontwikkeld en geïmplementeerd.

Retoriek in een politieke realiteit van polarisatie en uitsluiting

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Mike (cc)

Nice

Het is, zoals u weet, een grote puinhoop in het Midden-Oosten en het geweld blijft niet beperkt tot die regio. Om het draagvlak onder de Amerikaanse burgerij voor het buitenlands beleid te peilen, hielden een half jaar geleden twee onderzoeksbureaus enquêtes over de crisis in het sultanaat Agrabah. Werd het niet eens tijd dat de Amerikanen gingen bombarderen? Van de republikeinen meende een derde dat dat een goed idee was. Maar hoe dan met de vluchtelingen? Van de democraten meende ruim twee vijfde dat de VS genereus asiel moesten verlenen.

Duidelijke cijfers over de attitudes – u leest er hier meer over – en nog veelzeggender omdat het sultanaat Agrabah uitsluitend bestaat in de Disney-film Aladdin. De ondervraagden hadden dus hun mening al klaar voordat ze de feiten kenden.

Gelukkig zal er ook wel een groep zijn geweest die Agrabah herkende voor wat het was en moest lachen om de vragen. Er zal ook een groep zijn geweest die eerlijk “weet niet / geen mening” antwoordde. Ik neem aan dat er nog wel meer groepen zijn geweest die zich niet lieten verleiden tot onbezonnen uitspraken.

Het probleem is echter dat die rustige middengroepen worden geflankeerd door twee groepen die steeds groter worden of in elk geval in de media meer aandacht krijgen. De ene groep bestaat uit mensen die zó erg hechten aan hun veiligheid dat ze bereid zijn tot grof geweld, zelfs zonder te weten tegen wie, en aan de andere kant zijn er mensen die zó hechten aan menselijkheid dat ze bereid zijn tot grote solidariteit, zelfs zonder te weten met wie. Anders gezegd: het is enerzijds “veiligheid voor alles”, desnoods ten koste van onschuldige mensen, en anderzijds “solidariteit voor alles”, desnoods met het risico dat er misbruik van wordt gemaakt.

Foto: Jukka Zitting (cc)

Verrechtsing? Nee, polarisering

Laagopgeleiden zijn negatiever geworden over immigratie, hoogopgeleiden zijn juist positiever geworden. De kloof tussen hoger en lager opgeleiden lijkt steeds breder te zijn worden. Dat is niet iets om blij van te worden, schrijft Matthijs Rooduyn (Politiek socioloog aan de Universiteit van Amsterdam)  op Stuk Rood Vlees.

Veel politici maken zich zorgen over de verharding van het asieldebat. Een paar maanden geleden schreven de fractievoorzitters van vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer een brief waarin ze hun zorgen uitspraken over het volgens hen ontstane “klimaat van bedreiging en intimidatie”. Vorige week gaf PvdA-voorzitter Hans Spekman een interview aan NRC Handelsblad waarin hij soortgelijke zorgen uitte. De publieke opinie is volgens hem uitspraken over “revoltes” en het “verdelgen” van de islam normaal gaan vinden. Maar dat is volgens hem slechts één kant van het verhaal. Hoewel Wilders veel mensen heeft die hem ogenschijnlijk steunen, zijn er “nog veel méér mensen die een ander soort samenleving steunen, waarin we samen vooruit komen en elkaar niet vergeten”.

Spekman heeft een punt. Aan de ene kant is de PVV sinds het uitbreken van de vluchtelingencrisis enorm gestegen in de peilingen. Volgens de laatste peilingwijzer zou de partij van Wilders tussen de 35 tot 40 zetels in de wacht slepen (de VVD volgt op grote afstand met 20-24 zetels). Daarnaast zijn er steeds meer mensen die protesteren tegen de komst van asielzoekerscentra (zie bijvoorbeeld hier). Maar aan de andere kant zijn er ook steeds meer vrijwilligers die asielzoekers juist willen helpen (zie hier). En daarnaast doen partijen als D66 en GroenLinks het ook behoorlijk goed in de peilingen. Zo staat de partij van Jesse Klaver op 9 tot 13 zetels (tegenover 4 nu in de Kamer).

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Volgende