Pro-vrouwen ≠ anti-mannen
Of: waarom ongelijkheid niet moet worden bestreden met nog meer ongelijkheid
OPINIE - De Twitter-hastag #ikschrijf die voortkomt uit het ‘‘vrouwifest’ van Filosofie Magazine, zet mij, net als Ingrid Robeyns, aan tot bloggen. Het is mooi te zien dat er de laatste tijd (weer) veel aandacht is voor genderongelijkheid. Zo is er Athena’s Angels (vier vrouwelijke hoogleraren die zich hebben verenigd om op te komen voor de belangen van vrouwen in de wetenschap), de kersverse Lezeres des Vaderlands (die o.a. bijhoudt hoe ongelooflijk weinig aandacht er in de boekenbijlages eigenlijk is voor vrouwelijke schrijvers), het nieuwe blog Vileine.com (‘Een moderne feministe heeft nu dus geen idee wat ze met haar bh of okselhaar moet’). En dan zijn er natuurlijk ook nog de columns van Asha ten Broeke of de recente column van Ionica Smeets (‘Voor echte lezingen moet je natuurlijk bij mannen zijn’— link).
Valt u iets op?
Allemaal initiatieven over vrouwen door vrouwen. Niet zo gek, natuurlijk. Degenen die aan het ‘ontvangende eind’ zitten van onrechtvaardigheid (minder betaald krijgen voor dezelfde baan, minder snel worden uitgenodigd als spreker, als agressief of autoritair worden gezien wanneer slechts mondig, bij sollicitaties gevraagd wordt of ze misschien ooit baby’s willen, of bij presentaties worden voorgesteld met de bijzin: ‘ze is ook nog moeder van twee!’), zijn vaak ook degenen die het onrecht als eerste opmerken (ervaren) en daarmee eerder het probleem aan de kaak kunnen stellen.