Regelmatig verwijst Martin Bosma naar de Marxistische mallemolen die in mei 1968 een generatie politici in verwarring heeft gebracht. Ze hielden aan de jaren ’60 allerlei malle ideeën als tolerantie, emancipatie en vrijheidsrechten over. De PVV wil Nederland beschermen tegen de “gek” geworden progressieve elite met haar malle ideeën. De PVV wil een Nederlandse traditie van vrouwenemancipatie, scheiding van kerk en staat, homo-rechten en vrijheid van meningsuiting beschermen tegen een progressieve elite die deze traditie te grabbel gooit.
Tony Judt merkt in zijn Postwar op dat de culturele revolutie van de jaren ’60 weinig heeft opgeleverd. Het marxisme maakte binnen de muren van de universiteit een kleine opleving, maar dat heeft eigenlijk nauwelijks wat opgeleverd: buiten de universiteiten waren dat soort economische ideeën weinig waard. Het fascinerende is dat er al vanaf 1945 een sociaal-democratische consensus was in Nederland over de invoering van een ouderdomspensioen, bescherming bij ontslag en goede zorg voor ouderen – u weet wel de weinig fantasierijke, van linkse overgeschreven sociale paragraaf van het PVV-programma. Hoe dan ook de mallemolen van ’68 heeft niet gezorgd voor een opleving van socialistisch beleid.
Het enige wat, volgens Judt, de jaren ’60 hebben opgeleverd is een vrijzinnigere moraal. Nederland was voor de jaren ’60 een Christen-democratisch land: gescheiden zwemmen van vrouwen en mannen, een verbod op abortus en euthanasie, strenge wetten over echtscheiding en een ongelijke behandeling van homo’s en hetero’s. Dit was een teken van de sterke inmenging van het geloof in het maatschappelijke leven. Onder druk van de nieuw-linkse emancipatiebewegingen veranderde politiek Nederland in begin jaren ’70 rap van mening over homoseksualiteit, echtscheiding en (zij het iets minder rap) abortus.
Het idee dat er in Nederland een eeuwenlange traditie van vrouwen- en homorechten was, is een mooi voorbeeld van invented tradition. De culturele verandering van de jaren ’60 is eigenlijk nog relatief dichtbij. Nog geen halve eeuw geleden moesten homoseksuelen hun gevoelens geheim houden voor hun familie en hadden vrouwen minder rechten dan mannen. Nederland heeft een traditie van relatieve religieuze tolerantie (waar Wilders misschien nog wel wat van kan leren), maar dat heeft nou niet geleid tot een eeuwenlange vrijzinnige behandeling van mannen en vrouwen of van homo’s en hetero’s. Het is fascinerend dat we zo snel aan het idee gewend zijn dat een man met een man kan trouwen en een vrouw een leidende politiek kan rol hebben in een politieke partij – zij het dat alleen linkse partijen een vrouwelijke fractievoorzitter in de Tweede Kamer aan durven. Het zijn de emancipatiebewegingen van de jaren ’60 en hun progressieve bondgenoten in de Tweede Kamer geweest die deze verandering in gang hebben gezet.