De Toyota Prius is de zuinigste middenklasse auto die op dit moment te koop is. Prima, zal je zeggen, blij dat er steeds meer van rondrijden. Maar de verkoop van deze hybride auto is het afgelopen half jaar sterk gedaald. Hoe kan dat nou?
Waar blijft de grote doorbraak van de Toyota Prius?
Zelden zal een nieuw type auto bij de marktintroductie zoveel free publicity hebben gegenereerd als de hybride Toyota Prius, de eerste auto met elektro- én verbrandingsmotor die op grote schaal en tegen een conforme prijs op de automarkt verscheen. In Amerika werd de auto omarmd door filmsterren als Brad Pitt, Cameron Diaz en Leonardo di Caprio, die de auto nét dat imagosteuntje in de rug gaven dat het hybride rijden nodig had. In Nederland volgden – iets minder glamoureus – het eerste elftal van Excelsior Rotterdam, de Dierenbescherming en Femke Halsema. Als klap op de vuurpijl ruilde zelfs staatssecretaris Pieter van Geel in april 2004 zijn zware Mercedes in voor een Prius. In zijn enthousiasme voor de hybride auto riep de staatssecretaris zelfs dat de Prius vrijgesteld zou moeten worden van parkeergeld.
Dat bleek een proefballonnetje, maar Van Geel deed wel degelijk z’n best om de verkoop van de Prius te stimuleren. Wie een hybride kocht, mocht de BPM (toch al gauw zo’n 9000 euro) in eigen zak steken. Daarmee kwam de relatief dure middenklasser niet alleen binnen het bereik van Femke Halsema, maar concurreerde de auto mee in zijn eigen prijsklasse.