COLUMN - De branden in Australië woeden nu al drie maanden. Ze begonnen vroeger in het seizoen, zijn breder verspreid en feller dan ooit – bij elkaar is er nu al zes miljoen hectare grondgebied verbrand. Er is amper hoop dat de branden kunnen worden geblust. Alle inspanningen spitsen zich nu toe op ‘containment’, de hoop dat verdere verspreiding kan worden beperkt. Tot nu toe komt daar bitter weinig van terecht: de branden blijven woeden en zich uitbreiden.
Het helpt niet dat de vuurzee een eigen dynamiek ontwikkelt, die verdere branden bevordert. Australië is droog als nooit tevoren (door de klimaatverandering) en kampt ’s zomers al jaren met temperaturen van 40 graden en hoger. De branden voeren de temperatuur op en veroorzaken hete wervelwinden, die het vuur verder verspreiden.
Inmiddels zijn alleen al in New South Wales een half miljard dieren door het vuur omgekomen. Hoeveel dieren later zullen sterven omdat hun habitat in de vlammenzee is verdwenen, kan niemand zeggen.
De Australische regering weigert de klimaatcrisis serieus te nemen. Kabinetslid Michael McCormack weet de vuurzee twee weken geleden openlijk aan ‘brandstichting’ en ‘zelfontbrandende mest’. Volgens minister-president Scott Morrison is er ‘geen reden’ voor paniek, zijn de eerder overeengekomen afspraken voor de reductie van CO2-emissies pico bello in orde en ligt hun klimaatbeleid keurig op koers.