Mogelijkheden én risico’s van een overshoot-scenario in het klimaatbeleid

Inzake het klimaatbeleid moeten we ons niet in slaap laten sussen door (te) optimistische, economische scenario's, meent Hans Custers. De noodrem die ooit in die scenario's werd meegenomen is daardoor ondertussen bittere noodzaak geworden. Terwijl die nog ontwikkeld moet worden. Het brengt een enorm risico met zich met dat vooral de allerarmsten die pineut worden. “A world that returns to 1.5°C after decades above that level will potentially be a very different world from the one before exceedance.” Dit citaat komt uit een uitgebreid overzichtsartikel in Annual Reviews, over zogenoemde overshoot-scenario’s. Dat zijn scenario’s waarin de doelstelling van het Akkoord van Parijs – de opwarming (gemiddeld over een langere periode, meestal 20 jaar) beperken tot 1,5 °C boven de pre-industriële temperatuur – weliswaar wordt gehaald, maar wel na een tijdelijke overschrijding van die grens. Het maakt duidelijk dat niet alleen het halen van de doelstelling op zich van invloed is op de gevolgen en risico’s van klimaatverandering, maar ook de weg ernaartoe. Ook een tijdelijke overschrijding van anderhalve graad heeft gevolgen, die niet allemaal omkeerbaar zijn. Of alleen met een aanzienlijke vertraging. Natuurlijk wordt het ook moeilijker om de doelstelling te halen, naarmate de tijdelijke overschrijding groter wordt. En dus blijft het hoe dan ook topprioriteit om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, zo snel als het maar kan. Overschrijding van de anderhalve graad is geen reden om die ambitie op te geven. Schematische weergave van de temperatuur en CO2-uitstoot in een overshoot-scenario. Bron: WMO, Understanding the IPCC Special Report on 1.5°C. De anderhalve graad van Parijs is niet meer te halen zonder een tijdelijke overschrijding. Of er moet iets heel uitzonderlijks gebeuren, maar je moet ook een uitzonderlijke optimist zijn om daar nog in te geloven. (Of een uitzonderlijke pessimist. Want er zijn ook wel wat ultieme rampscenario’s te bedenken waardoor het toch nog zou kunnen.) Met de huidige uitstoot zouden we binnen vier jaar (ruim drie jaar volgens een preprint van de meest recente schatting) het koolstofbudget opmaken dat we nog hebben om 50 procent kans te maken om onder de anderhalve graad te blijven. Vanwege de traagheid in het klimaatsysteem kan het iets langer duren tot we door die grens van anderhalve graad schieten, maar vermoedelijk is het binnen 5 tot 10 jaar zover. Maatregelen om op grote schaal CO₂ uit de atmosfeer te halen zullen binnen enkele decennia bittere noodzaak zijn. Niet eens om de temperatuur naar beneden te krijgen, maar ook om een verdere stijging ervan te voorkomen. Het is namelijk niet de verwachting dat alle economische sectoren hun uitstoot van broeikasgassen in de loop van deze eeuw helemaal zullen stoppen. De uitstoot van die ‘hard to abate’ sectoren moet gecompenseerd worden door zogenoemde negatieve emissies, om op netto nul uit te komen en zo de gemiddelde wereldtemperatuur te stabiliseren. Om de temperatuur na een overshoot weer omlaag te krijgen, is een verdere opschaling van die negatieve emissies nodig. Daarnaast zou een sterke reductie van de uitstoot van methaan bij kunnen dragen, vanwege de korte verblijftijd ervan in de atmosfeer. (Maatregelen zoals zonnestralingsbeheer blijven in het overzichtsartikel buiten beschouwing en zal ik ook hier verder niet bespreken.) De auteurs wijzen erop dat wetenschappers en beleidsmakers op een andere manier naar overshoot moeten gaan kijken. Het begrip is al enige tijd aanwezig in de literatuur, maar niet of nauwelijks in het publieke debat. En in de wereld van wetenschap en beleid werd het tot nu toe behandeld als een concept dat in een verre toekomst mogelijk van belang kan zijn. Maar ondertussen is die toekomst helemaal niet meer zo ver weg. Het is daarom hoog tijd om het concept te concretiseren. Dat betekent onder meer dat er onderzoek nodig is naar zaken als technische en economische haalbaarheid, van de gevolgen en risico’s van ingrepen die nodig zijn om de temperatuur omlaag te brengen na een overshoot, en van de effectiviteit van die maatregelen. Kan het technisch? De eerste vraag die dan beantwoord moet worden is: kan het eigenlijk wel? De meeste scenariostudies nemen aan dat het technisch mogelijk is, maar zeker is dat niet. Het simpele feit is namelijk dat CO₂-verwijdering nog in de verste verte niet wordt toegepast op de schaal die nodig zal zijn. Er zullen grenzen zijn aan wat er kan. En natuurlijk brengen alle mogelijke oplossingen ook hun problemen met zich mee. Voor herbebossing zijn land en water nodig, die dan niet meer gebruikt kunnen worden voor iets anders, zoals het verbouwen van voedsel. Terwijl in sommige delen van de wereld de beschikbaarheid van voedsel en water toch al onder druk zullen staan, door veranderende weerpatronen en een toename van weersextremen. Ook voor productie van biobrandstoffen gecombineerd met het afvangen en opslaan van CO₂ is veel land en water nodig. En direct afvangen van CO₂ uit de atmosfeer kost veel energie. De landbouw is de belangrijkste uitstoter van methaan. Drastische ingrepen in de veehouderij en de rijstteelt zouden een snelle reductie van de uitstoot kunnen bewerkstelligen en daarmee bij kunnen dragen aan mitigatie. De complicaties liggen hier niet zozeer op het technische, maar vooral op het maatschappelijke en politieke vlak. Er wordt ook gedacht over mogelijkheden om methaan uit de atmosfeer te verwijderen, bijvoorbeeld door de afbraak ervan te bevorderen, maar de ideeën hierover zijn nog weinig concreet. Hoeveel de temperatuur na een piek weer omlaag te brengen is, hangt ook af van mogelijke na-ijleffecten in het klimaatsysteem. Niet alles in het systeem is direct helemaal in evenwicht op het moment dat de uitstoot van broeikasgassen netto-nul bereikt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de stralingsbalans bovenaan de atmosfeer, en het evenwicht tussen de CO₂-concentratie in de atmosfeer en in de bovenlaag van de oceaan. Deze twee na-ijleffecten werken ieder een andere kant op en zullen elkaar dus deels compenseren. Maar er kan een restje opwarming of afkoeling overblijven. Het zou dus enigszins mee- of tegen kunnen vallen wat we zelf moeten doen om na een overshoot toch nog op of onder anderhalve graad uit te komen aan het eind van deze eeuw. Experts verwachten dat we in elk geval onder de 1,8 °C moeten blijven, om een redelijke kans te maken dat dat lukt. Op dit moment ligt de wereldpolitiek nog allerminst op koers om dat te halen. Politiek en economie Politieke en economische haalbaarheid hangen nauw met elkaar samen. CO₂ uit de atmosfeer verwijderen kost geld, en dat zal uiteindelijk betaald moeten worden, waarschijnlijk (deels) met publiek geld. Arme landen zullen terecht vinden dat de verantwoordelijkheid daarvoor vooral bij de rijke landen ligt, omdat die immers ook verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de historische uitstoot. Maar je hoeft maar even naar de huidige toestand van de wereldpolitiek te kijken, om te beseffen dat het niet vanzelfsprekend is dat alle rijke landen daar zin in hebben. Een ander risico is dat landen die wel investeren in negatieve emissies vinden dat ze daarmee genoeg doen (ofwel: genoeg geld uitgeven aan klimaatbeleid), en dus minder geneigd zijn om hulp bieden aan arme landen voor adaptatie. Terwijl die hulp juist hard nodig is in de periode waarin de temperatuur piekt, omdat weersextremen juist dan voor veel schade zullen zorgen. Grote schade tijdens die periode zou een blijvende invloed kunnen hebben voor arme regio’s, als die de economie zo verzwakt dat er onvoldoende middelen overblijven voor herstel. De economische effecten kunnen dan veel langduriger zijn dan de periode waarin de anderhalve graad werkelijk wordt overschreden. Aan de andere kant zou een succesvolle adaptatie aan de omstandigheden tijdens de temperatuurpiek, voor langere tijd positieve gevolgen kunnen hebben, bijvoorbeeld als ze een maatschappij minder kwetsbaar maken voor extreem weer. De tijdelijkheid van een temperatuurpiek moet dan niet als excuus worden gebruikt om gedurende die periode hogere risico’s te accepteren. Terwijl dat een verleidelijk verhaal zou kunnen zijn voor politici: even door de zure appel heen bijten, want over een tijd wordt het vanzelf weer beter. Overshoot wordt niet benoemd in het Akkoord van Parijs. In dat Akkoord is de doelstelling vastgelegd voor de opwarming in 2100. Er is niet expliciet vastgelegd dat een tijdelijke overschrijding van het einddoel acceptabel is, maar het wordt ook niet uitgesloten. En er zijn ook geen grenzen vastgesteld voor hoe hoog die tijdelijke overschrijding mag zijn, of hoe lang die mag duren. Het ontbreken van dergelijke afspraken zou de komende decennia door politici als excuus gebruikt kunnen worden om de benodigde mitigatie voor zich uit te blijven schuiven. Het zal duidelijk zijn dat dat onwenselijk is. Gevolgen en risico’s Naar verwachting zullen onder meer de gemiddelde wereldtemperatuur en hoeveelheid neerslag vrij snel reageren op een afname van de broeikasgasconcentraties, na een piek. Er is geen reden om aan te nemen dat het effect van zo’n afname veel kleiner (of groter) zal zijn dan dat van eenzelfde toename daarvoor. Significante onomkeerbare veranderingen in de temperatuur of neerslag op wereldschaal zijn er dus niet te verwachten als gevolg van een overshoot. Op regionale schaal kan dat anders zijn. Daar kan de route die we volgen naar de anderhalve graad wel degelijk van invloed zijn, vooral omdat circulatiepatronen in de oceaan of de atmosfeer na een verandering mogelijk niet terugkeren naar hun eerdere toestand. Of het gebeurt heel traag. Dat zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn met de thermohaliene circulatie in de Atlantische Oceaan. Hoeveel en hoe snel de zeespiegel de komende eeuwen en millennia zal stijgen, hangt af van de opwarming op lange termijn. Die stijging zit dus al grotendeels ‘ingebakken’ in de opwarming die al heeft plaatsgevonden. Vanwege de traagheid in oceanen en ijskappen zou je aan kunnen nemen dat een tijdelijke temperatuurpiek hier niet zoveel invloed op heeft, en dat met name de opwarming op lange termijn bepalend is. Maar het zou anders uit kunnen vallen als tijdens die piek een kantelpunt wordt gepasseerd, met onomkeerbare gevolgen voor een deel van een ijskap. Het risico op het passeren van kantelpunten in bijvoorbeeld ijskappen, berggletsjers, permafrost-gebieden of het Amazonewoud neemt toe, naarmate de anderhalve graad meer en langer wordt overschreden. Een terugkeer naar anderhalve graad in 2100 is dus geen garantie dat er geen kantelpunt wordt gepasseerd. Er is in wetenschappelijke kring bijvoorbeeld aanzienlijke bezorgdheid over de stabiliteit van ijskappen, zelfs als de temperatuur onder de anderhalve graad blijft. Als er kantelpunten worden gepasseerd zijn de ingrijpende gevolgen onomkeerbaar, op een tijdschaal van eeuwen tot millennia. Andere onomkeerbare gevolgen van een tijdelijke piek van de gemiddelde wereldtemperatuur zijn welhaast een zekerheid. Mensen die overlijden door extreme weersverschijnselen komen niet meer terug. Hetzelfde geldt voor soorten die uitsterven, en cultuurhistorisch erfgoed dat verloren gaat. Als mensen wegtrekken uit gebieden die tijdens de temperatuurpiek steeds minder leefbaar worden, zullen die later niet zomaar weer terugkeren. Sociaaleconomische gevolgen van klimaatrampen (zoals overstromingen of droogteperiodes) kunnen lang aanhouden, zeker in arme regio’s. Ecosystemen die verdwijnen of aangetast worden herstellen zich niet, of heel langzaam. Conclusie Het ziet ernaar uit dat een tijdelijke overschrijding van de anderhalve graad de minst slechte optie is die we nog hebben. Om te voldoen aan de doelstellingen van Parijs, maar ook om de gevolgen van klimaatverandering enigszins binnen te perken te houden. Dat ‘minst slecht’ is met name van toepassing op de rijke landen. Die zijn vooralsnog niet van plan om halsoverkop hun uitstoot af te bouwen, én ze hebben de beste mogelijkheden om zich aan te passen aan het veranderende klimaat. De armsten in de wereld zijn het meest kwetsbaar voor klimaatverandering, en zullen dus ook de hardste klappen krijgen tijdens een tijdelijke temperatuurpiek. Onder meer omdat zij grotendeels afhankelijk zijn van lokale landbouw, geen reserves hebben om een moeilijke tijd door te komen, zich geen verzekeringen kunnen veroorloven, of geen veilige schuilplaatsen hebben voor extreem weer; maar ook omdat zij de financiële en andere middelen missen voor noodzakelijke adaptatiemaatregelen. De nagenoeg onvermijdelijke overshoot brengt het risico met zich mee dat de ongelijkheid in de wereld erdoor wordt vergroot. Tenzij het rijke deel van de wereld zijn verantwoordelijkheid neemt. [overgenomen van Klimaatveranda]

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-11-2022

Automobilisten kunnen weer lunchen in Den Haag

NIEUWS - Extinction Rebellion (XR) stopt tot aan het kerstreces met de blokkades van de Utrechtse Baan. Dat betekent dat de toegang tot Den Haag rond lunchtijd weer ongestoord mogelijk is voor automobilisten. Al hadden de blokkades volgens de ANWB weinig verstoring voor automobilisten tot gevolg. XR heeft het besluit genomen omdat de Tweede Kamer een motie van GroenLinks en D66 heeft aangenomen waarin het demissionaire kabinet wordt gevraagd om scenario’s op te stellen voor de afbouw van de “fossiele subsidies”. De scenario’s zouden voor Kerst door het demissionaire kabinet moeten worden uitgewerkt.

Daarmee is niet alleen het doel van Extinction Rebellion maar ook het doel van de ondertekenaars van de zogenaamde Brandbrief over het stoppen met fossiele subsidies dichterbij gekomen. De motie roept het Kabinet op om scenario’s te onderzoeken voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies (op de termijn van twee, vijf en zeven jaar). Waarbij per regeling wordt aangegeven op welke manier eventuele negatieve effecten kunnen worden tegengegaan. Ook wordt gevraagd om eventuele nationale maatregelen te schetsten voor fossiele subsidies die in Europees verband vastliggen. De motie neemt ook de sociale gevolgen voor b.v. lagere inkomens mee én de positieve effecten voor circulaire en andere duurzame bedrijven. Deze bedrijven hebben nu namelijk last van concurrenten die profiteren van fossiele subsidie.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: - Adam Reeder - (cc)

De vergeten klimaatcrisis

PODCAST - Journalist John Samson bezoekt in de podcast ‘De vergeten klimaatcrisis’ de zes Caribische eilanden en praat met lokale experts en bewoners over wat klimaatverandering daar betekent.

“Klimaatverandering kwam deze zomer dichtbij in Limburg”, hoorden we de Koning zeggen in zijn troonrede vorig jaar, maar hebben we het wel genoeg over hoe dichtbij klimaatverandering is in Caribisch Nederland, vraagt Samson zich af in de eerste aflevering. In zeven afleveringen, met steeds een ander thema, onderzoekt hij of en hoe klimaatverandering leeft op de eilanden zelf.

Samson is opgegroeid op Curacao en verbaast zich over hoe de eilanden recent zijn veranderd. Op Bonaire constateert hij dat het eiland helemaal is volgebouwd, wat niet alleen het zicht op de kust ontneemt maar het eiland ook kwetsbaar maakt voor de toenemende dreiging van orkanen, tsunami’s en extreme regenval. Volgens het KNMI is de kans dat een orkaan langs het benedenwindse eiland Bonaire trekt veel kleiner dan voor de bovenlandse eilanden, maar toch nog steeds “in de orde van eens in de 10 jaar.” Zoek online op ‘hurricane’ en Bonaire, en je vindt talloze (toeristische) sites die je vertellen dat je met een gerust hart op vakantie kunt naar de ABC-eilanden.

Wereldwijde CO2-emissies van elektriciteitssector nadert piek

Deze week werden de nieuwe KNMI klimaatscenario’s aan demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat overhandigd. Die geven de bandbreedte aan waarbinnen het Nederlandse klimaat zich waarschijnlijk zal ontwikkelen, o.a. afhankelijk van de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Ruwweg is de uitkomst: winters worden natter en zomers worden droger. De mate waarin hangt af van de hoogte van de wereldwijde CO2-uitstoot. Een meer gedegen stuk hierover vind je bij het weblog klimaatverandering.

Het is niet alleen treurnis, gelukkig blijkt dat de combinatie van klimaatbeleid en marktinitiatieven wel degelijk werkt. De piek in de wereldwijde emissies van de elektriciteitssector is volgens Ember namelijk nabij. Ook ligt de groei van wind- en zonne-energie bijna op het niveau dat volgens de net zero roadmap van het Internationaal Energie Agentschap nodig is om op schema te blijven voor 1,5 graden Celsius. Daarvoor zou de gecombineerde aandeel van wind- en zonne-energie moeten groeien van 12% in 2022 naar 40% in 2030. Daarvoor is een jaarlijkse groei van 26% in zonne-energie nodig en een jaarlijkse groei van 16% voor windenergie. In 2022 was de jaar-op-jaar groei 25% voor zonne-energie en 14% voor windenergie. Om op koers te blijven voor het  1,5 graden scenario moeten landen wel zorgen dat de groei van wind- en zonne-energie de komende jaren doorzet.

Foto: Erik de Haan (cc)

Een (te) oppervlakkige klimaatanalyse van het CPB

ANALYSE - Het CPB publiceerde afgelopen week een kort rapportje met de titel ‘Klimaatverandering en intergenerationele verdeling van financiële lasten’. Volgens dit rapport, dat is gebaseerd op ruwe en onvolledige schattingen van klimaatschade en kosten voor adaptatie en mitigatie ( zie hier een eerder artikel over dit onderwerp), komen de kosten van klimaatverandering vooral bij komende generaties terecht. Het omslag van het rapport vermeldt: ‘Op basis van eerste inschattingen zullen de extra kosten van klimaatverandering en -beleid voor het grootste deel bij toekomstige generaties terechtkomen’.

De klimaatschade is geschat voor 2050 en 2100. Die schatting werd op social media zo hier en daar aangegrepen voor een pleidooi tegen mitigatie, ofwel maatregelen om verdere opwarming van het klimaat te beperken. Het schadebedrag zou de transitie van de economie niet rechtvaardigen. Waarmee weer eens werd bewezen hoe opportunistisch de anti-mitigatiebeweging te werk gaat. Het rapport bevat namelijk maar bar weinig ondersteuning voor hun standpunt.

Dat is vooral zo omdat de schatting van de schade helemaal niet uitgaat van een situatie zonder mitigatie. Er is gerekend met een scenario met 2°C mondiale opwarming ten opzichte van de pre-industriële temperatuur in 2050 en 3°C in 2100. Dat is zo’n beetje het midden tussen het hoogste en het laagste scenario uit het laatste IPCC-rapport, iets boven de projectie volgens het middelste scenario SSP2-4.5. Het is ook ongeveer de koers die de wereld op dit moment vaart, rekening houdend met wat er door alle landen aan (beleids)maatregelen is getroffen. In dit scenario gebeurt er dus wel het een en ander om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, als is het lang niet genoeg om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: via Extintion Rebellion (fair use) copyright ok. Gecheckt 16-02-2023

Gezocht: dekking voor behoud accijnsverlaging benzine

ANALYSE - Een meerderheid van de Tweede Kamer lijkt zich volgens RTL Nieuws te keren tegen de ophoging van de accijns op benzine, die per 1 januari ingevoerd wordt. Of eigenlijk tegen het afschaffen van de tijdelijke korting, die na de tweede invasie van Rusland in Oekraïne is ingesteld. Het behouden van de korting vergt 1,2 miljard Euro. Een behoorlijk bedrag om dekking voor te zoeken. Gelukkig is er een fraai rapport van SOMO over fossiele subsidies beschikbaar. Daarin staat per regeling hoeveel geld er mee gemoeid is. Daarom hieronder een aantal ideeën voor de Tweede Kamerleden om dekking te zoeken en meteen de demonstranten op de A12 tegemoet te komen (niet uitputtend, daarvoor verwijs ik je naar het rapport van SOMO):

  • De BTW vrijstelling op niet-zakelijke vliegtickets afschaffen. Gederfde inkomsten voor de staat 1,2 miljard Euro in 2022. Nadeel: vergt Europese instemming. Dus niet regelbaar bij behandeling belastingplan.
  • Afschaffen van de vrijstelling gasbelasting voor niet-energetisch gebruik. Gederfde inkomsten voor de staat 79 miljoen Euro in 2022, een druppel op de gloeiende plaat.
  • Doorwerking van de degressieve structuur voor niet-energetisch gebruik gas. Gederfde inkomsten voor de staat: 892 miljoen Euro, dat klinkt al beter. Daar valt samen met afschaffen van de vrijstelling gasbelasting zeker 10% tot 25% van de dekking te halen. Bevordert meteen het beleidsdoel circulaire economie, waar we fors mee achterlopen volgens PBL.
  • Afbouwen van de regelingen voor de glastuinbouw, samen goed voor 1 miljard Euro in 2022. Afschaffen van het verlaagd tarief voor de glastuinbouw en de inputvrijstelling WKK voor gas levert samen 229 miljoen Euro op. Maakt de tabellen voor energiebelasting ook simpeler. Deel van de doorwerking degressieve structuur gas afschaffen levert nog wat meer op. Deelname aan ETS kan geen argument meer zijn, want daar zijn de meeste tuinders met behulp van het Rijk uitgestapt.
  • Afbouwen van de regelingen voor staal en andere energie-intensieve processen: 148 miljoen Euro gederfde inkomsten in 2022. Maak je alleen geen vrienden mee bij de basismetaal en Tata, maar wel op de A12.
  • Afbouwen van de regelingen voor de olieverwerkende industrie. Deze zijn samen goed voor 2,4 miljard Euro gederfde inkomsten in 2022. Maak een afbouwplan in 4 jaar en voor 2024 haal je zo’n 600 miljoen Euro op, de helft van de benodigde dekking.
  • Afbouwen van de vrijstelling verbruik eigen gas bij olie- en gaswinning levert op basis van 2022 zo’n 171 miljoen Euro extra overheidsopbrengsten op. Voordeel is dat dat vooral ten koste van de winstgevendheid zal gaan (niet iets waar olie- en gasbedrijven de afgelopen jaren over te klagen hebben gehad), omdat het een wereldmarkt is waar de winners van olie en gas prijsvolgers zijn. De subsidie voor gasopslag zou ik nog een jaartje laten staan, eerst even kijken hoe we de winter doorkomen.
  • Regelingen rondom emissierechten. Tegenover een opbrengst van 1,1 miljard Euro staat nog steeds de verstrekking van 3,3 miljard Euro aan gratis rechten. In de top 10 van grootste ontvangers van gratis rechten staan olie- en gasbedrijven als Shell, ExxonMobil, BP en Total Energies. Geen van hen heeft te klagen over slechte winstcijfers, dus gewoon betalen voor de rechten vanaf 2024. Verwachte opbrengst op basis van 60/Euro per ton (huidige prijs 80 Euro/ton) bedraagt zo’n 500 miljoen Euro.
  • Afbouw van regelingen voor fossiele elektriciteitsopwekking levert 4,7 miljard Euro op. Ruim de helft van wat er dit jaar aan SDE++ subsidie beschikbaar is… Afschaffing van de vrijstellingen op kolen-, olie- en gasbelasting voor elektriciteitsopwekking levert 450 miljoen Euro op. Dat maakt de stroomprijs duurder, waarmee de uitgaven aan SDE++ in 2024 lager uit zullen vallen. Wanneer ook nog een hapje uit de degressieve structuur van de energiebelasting op gas wordt aangepakt kan het bedrag verder oplopen, waarmee de benodigde SDE++ subsidies dalen.
  • De degressieve tariefstructuur aardgas kost de staat 2,1 miljard Euro. Het dubbele van wat nodig is om de verlaging van de benzineaccijns in stand te houden. Bouw de structuur in 4 jaar af en je hebt volgend jaar zo’n 500 miljoen Euro extra opbrengsten. Natuurlijk zullen bedrijven op zoek gaan naar alternatieven en besparingsopties, waardoor de opbrengsten op termijn dalen. Voor de echte fijnproevers zou je nog een uitzondering kunnen maken voor aardgasgebruik bij bedrijven die onder ETS vallen. Dat heeft wel effect op de opbrengsten van de afbouwmaatregel.
  • Rechttrekken van het lage tarief van aardgas t.o.v. elektriciteit kan 5,3 miljard opleveren en de overstap van aardgas naar alternatieven een boost geven. Het lastige is wel dat het netwerk niet overal gereed is om een dergelijke overstap aan te kunnen en dat er groepen mensen, organisaties en bedrijven zijn die de investeringscapaciteit niet hebben om een snelle overstap te maken. Het is dan ook logischer om hier een meerjarig plan voor te maken van 7 tot 10 jaar, met ondersteuning voor wie de investeringscapaciteit voor een alternatief mist.
Foto: dan pope (cc)

Energieverkiezingen 2023

ANALYSE - Een groot deel van de ogen van journalistiek Nederland zijn gericht op de bij elkaar gefabuleerde migratiecrisis, al hebben sommigen goed door hoe stevig de VVD de focus op machtsbehoud en het spel i.p.v. de knikkers richt. Ondertussen zijn er tal van onderwerpen waar de komende jaren belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Keuzes die vragen om visie. Vandaag de energieverkiezingen van 2023.

De afgelopen weken zijn belangrijke conceptplannen gepubliceerd voor iedereen die wat vindt van windturbines, zonnevelden, kerncentrales, hoogspanningsleidingen, waterstof en andere energiegerelateerde zaken. Te weten het concept Nationaal plan energiesysteem 2050, het Ontwerp-programma Energiehoofdstructuur en de zonnebrief van Jetten. Taaie kost, maar wel van stevige invloed op de inrichting en economische structuur van Nederland de komende decennia. Daarmee kunnen deze verkiezingen wel eens de energieverkiezingen worden. Gezocht: partijen met visie en lef om keuzes te maken.

Ontwerp-programma Energiehoofdstructuur

Het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) laat zien welke nieuwe nationale energie-infrastructuur nodig is richting 2050 en waar deze geplaatst kan worden. Hiermee kan het Rijk eerder afspraken maken over ruimte met gemeenten, provincies, havenbedrijven en netbeheerders. Ook geeft het PEH nationale kaders om zorgvuldig om te gaan met de ruimte en met respect voor de natuur, cultureel erfgoed, en leefbaarheid. Daarmee draagt het PEH bij aan het doel van een klimaatneutraal energiesysteem in 2050.

Het ontwerp-PEH geeft een eerste beeld van de energiehoofdstructuur die nodig is voor het energiesysteem van de toekomst en de sturingsinstrumenten om hier te komen. De energiewereld en ruimtelijke ordening zijn hierin dichter bij elkaar gebracht.

De ruimtelijke strategie die het Rijk voert via het PEH bestaat uit vijf peilers. De afwegingen waar welke functie het beste past kunnen per landschap en daarmee per regio verschillen. Op de eerste plaats wordt uitgegaan van hergebruik van fossiele ruimte voor energiehoofdstructuur. Dit is het meest efficiënt. Het gaat daarbij om hergebruik van bestaande leidingen en buisleidingstraten (bijvoorbeeld waterstof als vervanging van aardgas) alsook om het behoud van locaties van bestaande nationale energiecentrales voor toekomstige centrales. Voor kernenergie blijven enkel de locaties Borssele en Maasvlakte over. De locatie Eemshaven wordt geschrapt (bedankt VVD).

Een tweede uitgangspunt is voorsorteren op elektrificatie. Op basis van scenario’s rekent het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat er op dat er op veel meer plekken elektriciteit wordt geproduceerd en gebruikt. Als reactie hierop komt er een diepe aanlanding van wind op zee. Hogere taalkunde voor een gelijkspanningskabel vanaf de kust naar Chemelot in Limburg.

De derde peiler is ruimtelijke regie op opslag en conversie als nieuwe onderdelen in het energiesysteem. Voor grootschalige conversie en opslag van energie bestond tot nu toe geen ruimtelijk beleid. Hoewel de ontwikkeling van elektrolyse zich nog in een beginstadium bevindt, is het belangrijk om nu al rekening te houden met stevige groei. Ook omdat de Tweede Kamer een hoog ambitieniveau heeft vastgelegd. Electrolyse vraagt ruimte, aansluiting op het elektriciteitsnetwerk, aansluiting op het buisleidingennetwerk en water.

In het energiesysteem van de toekomst zullen batterijen in toenemende mate een belangrijke rol spelen voor het opvangen van korte-termijn onbalans in vraag en aanbod van elektriciteit. Deze vergen ook ruimte (fysiek en op het elektriciteitsnetwerk).

De vierde en vijfde peiler zijn de duizenddingendoekjes van het moderne beleid: de integrale afweging in de leefomgeving en de lerende aanpak.

Na vaststelling van het PEH start een juridisch traject waarin onderdelen uit het PEH worden vertaald naar het Besluit Kwaliteit Leefomgeving en de Energiewet. Daarnaast wordt de interbestuurlijke handhaving en monitoring voor het behoud
van ruimte voor energiehoofdstructuur aangescherpt. Of het PEH nog vastgesteld gaat worden nu het Kabinet demissionair is, is een goede vraag.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Dunk 🐝 (cc)

De olifant in de kamer

OPINIE - Het is heet. Het KNMI meldt een officieel erkende hittegolf. Nieuwsuur heeft een item over de droogte en de lage waterstanden in Europa. Het scheepvaartverkeer heeft er last van. We zien de problemen van een schipper, een hoogleraar hydrologie zit in de studio en oppert mogelijke maatregelen om de rivieren bevaarbaar te houden. Het woord ‘klimaatopwarming’ valt niet één keer.

De ‘olifant in de kamer’ is volgens Wikipedia een ‘metafoor waarmee een duidelijk aanwezig probleem wordt aangegeven, dat echter opzettelijk wordt genegeerd door de aanwezigen’. Ik weet niet of de presentatrice van Nieuwsuur en de hoogleraar opzet kan worden verweten. Maar het is toch vreemd dat in een bericht over opeenvolgende hete en droge zomers de zo langzamerhand toch door niemand meer omstreden oorzaak daarvan niet meer wordt genoemd.

De olifant in het klimaatdebat

In ‘Minder is meer; hoe ‘degrowth de wereld kan redden‘ benoemt Jason Hickel de ‘olifant in de kamer’ áchter de wereldwijde klimaatopwarming. Dat is volgens hem de ijzeren wet van het kapitalisme: de noodzaak van economische groei. Het ‘groei-isme’ is de drijvende kracht van ons economisch systeem. Zonder groei stort het in elkaar. Het legt een enorme druk op mensen om te blijven consumeren en om schulden aan te gaan. Die niet te stuiten expansie, de energie en de grondstoffen die er voor nodig zijn, hebben een verwoestend effect op de planeet, op de natuur even goed als op het welzijn van de mensen. Klimaatopwarming, verlies aan biodiversiteit, milieuvervuiling, de stikstofcrisis, maar ook de stijgende sociale ongelijkheid, zowel binnen als tussen landen, migratie en oorlog, het hangt allemaal met elkaar samen, laat Hickel zien. En hij schetst niet alleen het probleem, hij maakt ook duidelijk dat het allemaal niet nodig is, dat er alternatieven zijn. Het afzien van die onverbiddelijke wet van de economische groei kan de wereld redden, betoogt hij. Maar dan wel op voorwaarde dat we allereerst die ‘olifant in de kamer’ benoemen en bespreekbaar maken. Dáár zit namelijk het grootste probleem.

Foto: The Green Party of Ireland Comhaontas Glas (cc)

Ierse boeren moeten CO2 uitstoot reduceren

Ook de Ierse boeren worden door hun regering onder druk gezet. Het gaat daar niet over stikstof maar over CO2. Het Klimaatactieplan 2021 van de Ierse coalitieregering heeft voor 2030 een reductie aangekondigd van 22-30 procent in de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw. De precisering van dat doel leidde in de laatste kabinetszitting voor het zomerreces tot een conflict binnen de coalitie van twee centrumrechtse partijen en de Groenen, in Ierland Comhaontas Glas geheten. Minister van Landbouw Charlie McConalogue (Fianna Fáil) zou vasthouden aan een doelstelling van 24 procent reductie, terwijl de minister voor Milieu Eamon Ryan van de Groenen (foto) aanvankelijk niet bereid was om onder de 26 procent te komen. Gisteren werd verder onderhandeld en, jawel, de partijen zijn overeen gekomen de reductie vast te leggen op 25%.

Milieuminister Eamon Ryan had wel redenen om niet te snel akkoord te gaan. Deze week werd ook bekend dat nog niet de helft van de voor april, mei en juni voorgenomen maatregelen uit het klimaatactieplan geïmplementeerd zijn. Het zal ongetwijfeld leiden tot flink gemor in zijn partij. Eerder deze week dreigde senator Pauline O’Reilly regeringsdeelname ter discussie te stellen als het doel voor de reductie van de CO2 uitstoot zou blijven steken op 22%. Dat was de eis van enkele rechtse parlementsleden die de boerenlobby volgden. Meer zou onhaalbaar zijn voor de Ierse boeren. De Ierse Groenen zijn twee jaar geleden met de nodige scepsis akkoord gegaan met regeringsdeelname. Een eerste ervaring met het nemen van regeringsverantwoordelijkheid, in 2007, was de partij slecht bekomen. De Groenen verloren in 2011 al hun zetels. Er was te weinig bereikt. Maar nu zouden ze echt zaken kunnen doen met de twee centrumrechtse partijen, Fianna Fáil en Fine Gael, die bij de verkiezingen in het voorjaar van 2020 samen net geen meerderheid kregen. Comhaontas Glas was in tegenstelling tot de vorige keer nu onmisbaar voor de regeringsvorming. Maar dan moeten er nu wel resultaten behaald worden om straks niet weer te verliezen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Ellen Profielen (cc)

Hoe financier je de warmtetransitie bij koopwoningen?

OPINIE - De afgelopen jaren hebben alle gemeenten een warmtevisie opgesteld. Een plan waarin ze aangeven hoe ze in de periode tot 2050 denken de woningen en gebouwen in hun stad over te schakelen van aardgas voor verwarming naar andere warmtebronnen. Een belangrijk discussiepunt is en blijft haalbaarheid en betaalbaarheid. De focus bij een deel van de Tweede Kamer ligt op de sociale woningbouwsector. Dat is nou net de enige sector waar gemeenten via de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties afspraken kunnen maken. Veel lastiger zijn de vrije huursector en de koopsector. Uit gegevens van Jan Willem van de Groep blijkt dat in de koopsector veel meer CO2 uitstoot plaats vind dan in de sociale huursector, en dat het om veel grotere aantallen woningen gaat. Tegelijkertijd is het bij de huidige op hol gesloten huizen- en energieprijzen lastig om ook nog geld vrij te spelen voor verduurzaming van de woning. Onno Dwars, Ballast Nedam, stelde op LinkedIn voor om huizenbezitters te verplichten om verduurzaming uit hun overwaarde te financieren. Groot vraagteken daarbij is en blijft of dat past problemen met financierbaarheid oplost en voor de woningeigenaar: verdienen we onze investeringen wel terug bij verkoop van de woning? Daarom een proefballon, schiet hem gerust lek met een beter voorstel.

Volgende