Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Integratienota Donner opent weg naar willekeur
Een gastbijdrage van Vasco Lub, socioloog en zelfstandig onderzoeker bij het Bureau voor Sociale Argumentatie. Het artikel is overgenomen van Sociale Vraagstukken.
De integratienota van Donner is vatbaar voor verschillende interpretaties. Dat maakt de gevolgen ervan onvoorspelbaar. Het Nederlandse integratiebeleid treedt mogelijk een tijdperk in van volstrekte willekeur.
De eerste reacties op de integratienota vanuit de wetenschap, politiek en media weerspiegelen de gepolariseerde verhoudingen in het integratiedebat. Aan de ene kant staan de ‘integratiepessimisten’ die in de nota de definitieve politieke afrekening zien van de – in hun ogen – jarenlange volgehouden notie dat culturele waarden inwisselbaar zijn. Aan de andere kant staan de multiculturele zedenmeesters, die het document opvatten als een morele diskwalificatie van allochtonen. Tot die laatste categorie hoort de bijdrage van Gowricharn op deze site. Wie deze reacties – en ook de verschillende reacties op internetfora – in ogenschouw neemt, valt echter op dat in de discussie verschillende onderwerpen door elkaar heenlopen.
Ten eerste gaat het in de discussie om integratie in algemene zin, waarbij ik doel op de maatschappelijke positie die nieuwkomers zich in Nederland kunnen verwerven en de noodzaak tot ‘aanpassing’ aan heersende normen en waarden die daarvoor wordt verondersteld. Ten tweede trechtert de discussie zich naar specifieke sociale problemen die versterkt voorkomen onder bepaalde etnische minderheidsgroepen. Ten derde moeten we het vermeende diskwalificerende politieke discours over etnische minderheden onderscheiden. Een nadere analyse van Donners nota aan de hand van deze thema’s kan ons vertellen in welke richting het integratiebeleid zich de komende jaren ontwikkelt.
CDA kan de open deur maar niet vinden
Maxime Verhagen hield gisteren een stevige speech en kreeg vervolgens heel progressief Nederland over zich heen. Hij zou zich presenteren als een surrogaat-populist om de PVV-stemmer terug te winnen. Onzin. De toespraak toont vooral de totale richtingloosheid van het CDA, die er maar niet in slaagt om die enorme open deur te vinden.
Verhagen zette zijn gehoor op het verkeerde been door een jeremiade af te steken die zo uit de mond zou kunnen komen van een grappige Janmaat-persiflage. ,,Hoe gaat ons land eruit zien? Blijft Nederland nog wel Nederland als er zoveel buitenlanders bij komen? Blijft mijn buurt wel mijn buurt als er weer een kerk gesloten wordt en er een moskee wordt gebouwd? Waarom passen de nieuwkomers zich niet aan ons aan? Zij hebben geen last van mij ik wil ook geen last van hen hebben. Ze pikken toch niet de baan van mijn zoon in? Alles is zo duur geworden in Nederland; wordt mijn pensioen straks ook nog gekort? Hoe zit het eigenlijk met de boodschappen die ik doe: wat kan ik nu wel en wat kan ik nu beter niet eten van die producten uit het buitenland en zit die buitenlandse ziekte nu ook in onze groente of in ons vlees?”
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Children of the cannabis trade
Another great issue of Al Jazeera’s People and Power. The story is familiar: poverty, emigration with the “help” of smugglers, debt bondage and quasi-slavery, and criminalization.
Verhagen: angst voor buitenlanders begrijpelijk en terecht
Vice-premier Maxime Verhagen (CDA) doet vanavond een gooi naar de Titel Vreemdelingenhater van het Jaar. In een vanavond uit te spreken partijtoespraak -die het NRC in handen kreeg- noemt Verhagen vrees voor buitenlanders ‘begrijpelijk en terecht’. Hiermee omarmt Verhagen het gedachtengoed van de PVV niet alleen, nee hij draagt het met verve uit. Uiteraard allemaal om de misstanden in de samenleving op te lossen. Maar de vraag is wel of je dat doet door als vice-premier zover mee te gaan in het polariserende wij-zij denken? De opstelling van de sterke man van het CDA past in een Europese trend onder politieke leiders uit het voormalige establishment om weg te stappen achter immigranten, moslims en asielzoekers in de hoop verloren stemmen terug te winnen. Verhagen geeft dat ook ruiterlijk toe in zijn speech. Bron: NRC.
Ru
In de jaren zeventig vertrok Kim Thúy met haar ouders en andere familieleden uit Vietnam. Ze werden bootvluchtelingen. Via Maleisië kwamen ze in Canada terecht. Tegenwoordig is Kim Thúy advocaat en moeder van twee zonen. In Ru kijkt ze terug haar leven in Vietnam, de gevaarlijke overtocht en haar leven in Quebec.
Hadden ze redenen om te vluchten? Ja, in Vietnam maakten ze deel uit van de bezittende klasse, ze waren bang voor de communisten. Haar moeder was gewend aan een extravagant leven en daarom kon ze hoge verwachtingen van haar kinderen hebben: ze zouden later musici, wetenschappers, politici, topsporters, kunstenaars, polyglotten worden. Met de komst van de communisten werd de helft van hun huis veranderd in een politiepost. De familie van Kim was de zwakke partij geworden. Een jaar later wordt hun woongedeelte leeggehaald, ze mochten niet meer dan het hoogstnoodzakelijke houden.
De tocht over de golf van Siam was gevaarlijk, ze namen grote risico’s al relativeerden ze die zelf: ‘Mijn moeder had mijn oma gevraagd om te kiezen tussen het risico dat ze haar zoon op zee verloor of dat hij uiteengereten werd in een mijnenveld tijdens de vervulling van zijn dienstplicht in Cambodja’.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Op zoek naar geluk
Gelukzoekers. Als je erover nadenkt is het raar dat dat woord in het Nederlands zo’n negatieve klank heeft gekregen. Een gelukzoeker is iemand die iets zoekt dat we uiteindelijk op een bepaalde manier allemaal hopen te vinden: geluk. Niet ‘geluk’ als in ‘een mazzeltje’, een lot uit de loterij, een kortstondig vlammetje dat meteen weer dooft, maar ‘geluk’ als in ‘een aangename toestand waarin men zijn wensen bevredigd ziet’, zoals meneer Van Dale het omschrijft. Het zal dat verdoemde poldercalvinisme wel weer zijn dat de Nederlander in de weg zit bij het herkennen van de eigen permanente queeste en het waarderen van andermans zoektocht. Want gelukzoekers, dat zijn in ons huidige vocabulaire lieden die iets proberen te krijgen waar ze eigenlijk geen recht op hebben. Gelukzoekers snuffelen volgens de Nederlander aan het plafond van het betamelijke, speuren naar gaatjes en zwakke plekken en proberen door de grenzen van wat het lot hen heeft toebedeeld heen te breken, op weg naar plaatsen waar ze niet horen. Dat moeten we niet willen met z’n allen. Een beetje geluk, prima. Maar je moet het vinden of erdoor gevonden worden, en het vooral niet zelf zoeken.
En dat dus in een land waar men vierhonderd jaar na dato nog steeds liederen zingt over de zilvervloot van Piet Heyn en waar men nog immer spreekt van die roemruchte VOC-mentaliteit. Zonder alle gelukzoekers uit de Gouden Eeuw was Holland nog immer wat het in de late middeleeuwen was: een rottend en stinkend moeras. Maar ja. ‘Onze’ gelukzoekers heten dan weer géén gelukzoekers. Die noemen we helden, als ze dood zijn en bij leven en welzijn genoeg Spanjaarden of Britten de dieperd in hebben gezonden (meer recentelijk: Duitsers). Die noemen we ijzervreters, hakken we uit steen en gieten we in brons en zetten we op een voetstuk. Of we noemen ze, indien het gaat om mensen zoals u en ik, globetrotters en bewonderen de verhalen en foto’s uit de verre landen waar men verblijft of woont. Of we noemen ze backpackers. Desnoods expats. Maar géén gelukzoekers. De onzen hebben het geluk namelijk niet zelf gezocht, maar hebben het op miraculeuze wijze gevonden. U begrijpt: dat vliegticket werd geheel toevallig en per ongeluk gekocht op een nietsvermoedende maandagmorgen – sterker: het viel spontaan op de deurmat, en die sollicitatiebrief, die schreef zichzelf – en opeens was daar een aanbod.
De willekeur viert hoogtij in gedoogland
Gisteravond was met dank aan het mediagenieke gymnasiummeisje Sahar het debat over Afghaanse meisjes en de vraag of zij al dan niet terug moeten. Leers zei over het door zijn departement ontwikkelde beleid eergisteren het volgende:
“Dan ik wil ik ook kijken of ik op een integere, zuivere manier beleid heb, waar in pincipe elk meisje voor in aanmerking kan komen als dat aan de orde is. Dat beleid heb ik ontwikkeld en dat ga ik morgen in de Kamer verdedigen.”
Dit nieuw ontwikkelde beleid gaat over verwestering en meer specifiek over te verwesterde meisjes uit Afghanistan die ouder zijn dan tien jaar en hier al meer dan acht jaar zijn. Wat dat verwesterd zijn nou precies inhoudt is mij totaal niet duidelijk. Iemand suggesties? Een dikke laag make-up? Een kort rokje? Een Nederlands vriendje? Juichend langs de weg met een oranje hoofddoek op Koninginnedag met pul bier in de hand? Of is dat dan weer niet verwesterd genoeg en een oranje Bavaria-jurkje wel? Wie het weet mag het zeggen.
Zoals verwacht kreeg Leers de handen op elkaar van de gedoogcoalitie en de omgekochte mannenbroeders. Waar Hero Brinkman ruim twee weken geleden verwestering nog een “compleet waanzinnige” manier noemde te bepalen of iemand in Nederland mag blijven, loopt de PVV nu braaf achter de minister aan. Misschien omdat Leers Wilders toch wel een plezierige en betrouwbare vent blijkt te vinden. Of misschien omdat onder deze specifieke voorwaarden maar 40 tot 100 meisjes lijken te vallen. Echt willekeurig wordt het echter als er naar de details wordt gekeken. Klaarblijkelijk kan een meisje met een hoofddoek (ongetwijfeld tot grote vreugde van de PVV) eerder worden teruggestuurd dan een meisje zonder. Of een meisje met grote broers dat misschien wel teruggestuurd wordt, want haar grote broers kunnen haar over straat begeleiden in Afghanistan en een meisje zonder grote broers niet. Bizar is in dit verband een eufemisme. Compleet waanzinnig is het, dus geef ik voor het eerst en naar alle waarschijnlijkheid voor het laatst een keer Brinkman gelijk.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.