Historicus Leo Lucassen laat zien dat islamitische en joodse Nederlanders eenzelfde soort integratiegeschiedenis hebben. Dat politici ter rechterzijde hen naar aanleiding van de recente Amsterdamse rellen tegen elkaar uitspelen, is volgens hem op z’n minst wrang te noemen.
Terugkijkend op de giftige cocktail van Israëlisch hooligangeweld, anti-Arabisch racisme en de Amsterdamse tegenreactie, vermengd met antisemitisme, valt vooral op dat politici ter rechterzijde de gebeurtenissen aangrijpen om de discussie over integratie die een kwart eeuw geleden woedde weer nieuw leven in te blazen.
Alsof er sinds Rob Oudkerks ‘kutmarokkanen’ in 2002 niets is veranderd
En dan met name die van Amsterdammers met Marokkaanse roots. Alsof we terug tuimelen in de tijd en er sinds Rob Oudkerks ‘kutmarokkanen’ in 2002 niets is veranderd. Dat dat een grote misvatting is, valt te lezen in het laatste integratierapport (2024) van het CBS. Het rapport laat zien dat met name nakomelingen van Marokkaanse en Turkse gastarbeiders onverwacht grote sprongen hebben gemaakt als het gaat om onderwijsniveau, arbeidsmarkt, terwijl de criminaliteit al jaren gestaag daalt.
Onverwachte sociale stijging
Onverwacht, omdat het startpunt van hun vestigingsproces verre van gunstig was. De gezinshereniging aan het einde van de jaren zeventig viel immers samen met een lange economische recessie die met name de bedrijfstakken trof (de textiel, de scheepsbouw) waar veel ‘gastarbeiders’ voor geworven waren. Vaak geconcentreerd in de slechte wijken van de grote steden, veel vaders – geselecteerd op lage scholing – werkloos en de taal gebrekkig meester, waren de vooruitzichten bepaald niet rooskleurig.
Vier decennia later valt op hoeveel van hun kinderen en kleinkinderen de maatschappelijke ladder zijn opgeklommen
Maar hoewel de beroerde timing van vestigingsmigratie voor een aantal van hen inderdaad tot criminaliteit en onderklassevorming leidde, valt vier decennia later vooral op hoeveel van hun kinderen en kleinkinderen de maatschappelijke ladder zijn opgeklommen en in alle sectoren van de samenleving hun plaats hebben veroverd. Van bedrijfsleven en wetenschap tot politiek, journalistiek en de media. En zo lijken ze op steeds meer vlakken op degenen die al veel langer aan de kusten van de Noordzee wonen. Terwijl ze omgekeerd nieuwe elementen aan die samenleving hebben toegevoegd.
Ze hadden ook nog eens te maken met discriminatie en islamofobie
En dan te bedenken dat niet alleen het startpunt tamelijk ongelukkig getimed was, maar ze ook nog eens te maken hadden en hebben met discriminatie en een sinds de jaren negentig om zich heen grijpende islamofobie, waardoor een deel van de bevolking, maar ook de politiek, hen met een wantrouwend oog blijft bekijken. De recente roep om het mogelijk te maken hier geboren Nederlanders met een dubbel (lees Marokkaans, Turks) paspoort te denaturaliseren spreekt boekdelen.
Gemankeerd integratieproces
Een blik iets verder terug in de tijd leert dat er eerdere voorbeelden zijn van immigranten wier integratieproces te kampen had met achterstelling en systematische stigmatisering. Zo duurde het voor joodse Nederlanders, grotendeels geconcentreerd in Amsterdam, minstens twee eeuwen voordat zij als gelijkwaardige Nederlanders werden geaccepteerd. Dat dit zo lang duurde, komt vooral doordat zij – anders dan de hedendaagse ‘Nederlanders met een migratieachtergrond’ – door het diepgewortelde antisemitisme tot 1796 tweederangsburgers waren die van een belangrijk deel van de arbeidsmarkt en politiek waren uitgesloten.
Veel mede-stadsbewoners zagen hen als de ultieme ander
Bijgevolg bleven veel joodse Nederlanders opgesloten in hun eigen wereld. Vooral bij de armere uit Duitse staten afkomstige Asjkenazim was de afstand tot de omringende samenleving groot. Orthodox, Jiddisch sprekend en teruggetrokken in hun eigen joodse wijk (in Amsterdam aan de oostkant in de wijken Vlooienburg, Uilenburg en Marken), zagen veel mede-stadsbewoners hen als de ultieme ander. Bovendien probeerden zeer behoudende rabbi’s de kloof met niet-joodse Amsterdammers zo lang mogelijk in stand te houden. Net als sommige imams heden ten dage.
Net als bij Nederlanders met een islamitische achtergrond nu, lag het tempo van gemengde huwelijken lager
In de loop van de negentiende eeuw, toen joden gelijke rechten hadden, vervaagden de grenzen met niet-joden langzaam maar zeker. Joodse Nederlanders drongen door tot de elites, verlieten hun handelsniche en woonden veel minder op een kluitje. Net als bij Nederlanders met een islamitische achtergrond nu, lag het tempo wat betreft gemengde huwelijken en het verwateren van hun godsdienst veel lager, maar aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, was hun integratie vergevorderd. Een proces dat vervolgens wreed en op onvoorstelbare wijze afgebroken werd met de inval van de Duitse troepen in mei 1940 en de daaropvolgende Holocaust.
Op z’n minst wrang
Dat politieke leiders, zoals Wilders en Yesilgöz, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Amsterdam bevolkingsgroepen die allebei – zij het in verschillende mate – te maken hebben met discriminatie en uitsluiting, tegen elkaar uit menen te moeten spelen, is op zijn minst wrang te noemen.
Daarbij gemakshalve vergetend dat zowel antisemitisme als islamofobie ook welig tiert in (wel geïntegreerde?) radicaal-rechtse kringen
In plaats van virulent antisemitisme én islamofobie gezamenlijk te bestrijden en te erkennen dat beide vormen van racisme een veel bredere voedingsbodem hebben, worden de pijlen nu eenzijdig op zogenaamd niet geïntegreerde moslims gericht. Daarbij gemakshalve vergetend dat zowel antisemitisme als islamofobie ook welig tiert in (wel geïntegreerde?) radicaal-rechtse kringen. Niet in de laatste plaats bij een aantal politieke vrienden van Geert Wilders, zoals Orban die bekend staat om het ondermijnen van joodse organisaties, het trivialiseren van de Holocaust en het diaboliseren van George Soros.
Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Leo Lucassen is directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en hoogleraar aan de Universiteit Leiden.