Links of rechts?

Het grondrecht op vrijheid van meningsuiting heb ik in het spectrum van politieke standpunten altijd meer links dan rechts geplaatst. Het is een recht dat burgers de vrijheid geeft zich te verzetten tegen de almacht van de staat, tegen de macht in het algemeen. Het recht is van grote betekenis voor emancipatiebewegingen die zonder belemmering voor hun belangen moeten kunnen opkomen. De arbeidersbeweging, de vrouwenemancipatiebeweging, de Black Lives Matter beweging en andere bewegingen voor een beter leven en meer gelijke rechten konden en kunnen dat alleen doen als ze de vrijheid hebben zich te uiten over bestaand onrecht. Claim van rechts De afgelopen jaren wordt de uitingsvrijheid steeds meer geclaimd door rechts. Het meest bekende voorbeeld is Geert Wilders die vindt dat zijn recht op een vrije meningsuiting is aangetast door de - gegeven de strafwet onoverkomelijke- vervolging vanwege zijn 'Minder, minder Marokkanen...'- uitspraak. Veel schrijvers, politici en opiniemakers aan de rechterkant van het politieke spectrum vinden het moeilijk te verdragen dat zij worden aangesproken op hun xenofobe, racistische of seksistische uitspraken. 'Je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen.' Een uitspraak die in de meeste gevallen nergens op slaat. Vuile woorden leiden hoogstens tot verontwaardigde reacties. Maar daar zit kennelijk het probleem: een weerwoord is voor sommigen moeilijk te verteren. Van vervolging is alleen in uitzonderlijke gevallen sprake als er een vermoeden is dat de wet wordt overtreden. De strafwet stelt namelijk wel enkele beperkingen aan de uitingsvrijheid, maar ik heb niet de indruk dat de rechter daar nou overdreven veelvuldig gebruik van maakt om mensen de mond te snoeren. En als dat gebeurt wordt altijd de nodige zorgvuldigheid betracht door rekening te houden met alle omstandigheden. Moralisme van links De overdreven klaagzangen van rechts worden anderzijds de laatste tijd helaas wel gevoed door een krampachtige opvatting over de vrijheid van meningsuiting in sommige linkse kringen. En dan bedoel ik het uit de Verenigde Staten overgewaaide politiek correcte denken dat leidt tot dwingende eisen inzake taalgebruik en een cancel culture die mensen uitsluit van publiek optreden. Ik heb nogal moeite met het doorgeschoten activisme dat hieruit voortkomt. Niet alleen vanwege de averechtse werking die het oproept, maar vooral omdat de bestrijding van de ongelijkheid, waar het om zou moeten gaan, geen centimeter dichterbij komt door ander taalgebruik of het excommuniceren van tegenstanders omdat ze tegenstanders zijn. En verder constateer ik dat het politiek correcte moralisme vooral voorkomt in een beperkte intellectuele kring die bijdraagt aan een verdere verbreding van de kloof tussen hoger opgeleiden en de rest van de samenleving, in mijn ogen een van de meest urgente problemen van de huidige tijd. De betekenis van vrijheid Even terug naar de betekenis van het grondrecht van de uitingsvrijheid. De Vlaamse historicus Annelien de Dijn, hoogleraar moderne politieke geschiedenis in Utrecht, schreef een boek over de geschiedenis van het denken over vrijheid. Ze constateert dat het hedendaagse begrip van vrijheid een conservatieve lading heeft. Het gaat sinds de 19e eeuw vooral om het behoud en de bescherming van de individuele vrijheid en de bescherming van bezit. Dat is het gevolg van de reactie van de bezittende klasse op de idealen van de Franse Revolutie, geïnspireerd door de klassieke Atheners en de humanisten uit de Renaissance, waarin de collectieve vrijheid van een volk om zichzelf te besturen centraal stond. De 19e eeuwse elite gebruikte wel de retoriek van de vrijheid, 'maar stelde tegelijkertijd dat die vrijheid niets te maken had met een volk dat zichzelf bestuurt. Vrijheid wilde volgens hen zeggen dat je gewoon rustig kon genieten van je eigen bezittingen, je eigen leven.' En dat rechts-liberale begrip van vrijheid heeft het -nu meer dan ooit- gewonnen van het linkse, collectieve begrip dat socialisten hanteerden: 'Voor liberalen was vrijheid: doe wat je wil zonder staatsbelemmering. Socialisten zeiden: een kleine staat laat de sterken toe de zwakken te onderdrukken. En dat is geen vrijheid. Ze zagen zichzelf als de echte erfgenamen van de Franse Revolutie. En ze gingen een stap verder. Ze wilden niet alleen dat de gemeenschap invloed had op het landsbestuur. Ze wilden dat dit bestuur ook invloed had op de economie, de markt en het privébezit.' UItingsvrijheid en democratie Als we de uitingsvrijheid plaatsen in dit collectieve begrip van vrijheid en democratie krijgen we iets anders dan wat rechts nu uit eigen belang en zelfgenoegzaamheid claimt. Dan gaat het om de vrijheid die noodzakelijk is om collectief te kunnen besturen en ieders belang te kunnen honoreren. Alle stemmen tellen en dus moeten ook alle stemmen gehoord kunnen worden. Dan gaat het ook om de onbelemmerde uitwisseling van standpunten die moet leiden tot de beste oplossingen. En ook om openbaarheid van alle beschikbare informatie. Zoals John Stuart Mill, de 19e eeuwse voorvechter van de vrijheid van meningsuiting betoogde: censuur belemmert ons in het zoeken naar de beste alternatieven. Mill erkende ook grenzen van de uitingsvrijheid die de overheid in uitzonderlijke gevallen het recht geeft op te treden: "...het enige doel waarvoor rechtmatig macht kan worden uitgeoefend over elk lid van een beschaafde gemeenschap, tegen zijn wil, is om schade aan anderen te voorkomen." De betekenis van de vrijheid van meningsuiting is dus gerelateerd aan een maatschappelijk belang en niet exclusief aan het individuele eigen belang. De uitingsvrijheid is een noodzakelijke voorwaarde voor democratie die in aller belang is.  Tot slot nog een ander, sociaal aspect van de vrijheid van meningsuiting dat hierbij aansluit en dat laat zien dat er alle reden is voor links om het grondrecht niet aan rechts over te laten. Een publiek debat waarin in alle vrijheid standpunten worden uitgewisseld is gebaat bij tolerantie en onderling respect. Het kan niet zonder wederkerigheid. Ik kan geen ruimte claimen als ik jou geen ruimte gun. Als ik hard ben tegen jou, mag ik niet verwachten dat je mij soft behandelt. Mijn beperking van jouw vrijheid zal jouw respect voor mijn vrijheid onderuit halen en dat kan een spiraal op gang brengen naar onverdraagzaamheid, elkaar uitsluiten en uiteindelijk geweld.   [overgenomen van Free Flow of Information]

Foto: Roel Wijnants (cc)

Geknabbel aan een grondrecht

De vrijheid van vereniging (artikel 8 van de Grondwet) is een van de pijlers van een democratische rechtsstaat. Maar wat nu als een vereniging het criminele pad op gaat of de democratie ondermijnt? De Eerste Kamer, net bekomen van een principiële discussie over de avondklok, moet binnenkort oordelen over twee wetsontwerpen die een verbod mogelijk moeten maken van verenigingen die grenzen overschrijden. Het ene betreft een initatiefvoorstel van PvdA, CDA, CU, VVD en SGP voor een bestuurlijk verbod van ondermijnende organisaties. Het is met name gericht tegen zogenaamde Outlaw Motor Gangs. Het andere betreft een wijziging van het Burgerlijk Wetboek inzake rechtspersonen en is door de regering ingediend zoals overeengekomen in het coalitieakkoord van Rutte III.

De Tweede Kamer is vorig jaar al met beide voorstellen akkoord gegaan zonder dat er in de media veel aandacht is besteed aan de uitvoerige debatten die de Kamerleden hebben gevoerd over deze voorstellen die fundamentele rechten raken. Na het teruglezen van een aantal verslagen van deze debatten kan ik me voorstellen dat de Eerste Kamer, het ‘juridisch geweten’ van het parlement, er toch niet zomaar mee zal instemmen.

Een ‘cultuur van wetteloosheid’

De criminele activiteiten van motorclubs zoals de Hells Angels hebben al enkele malen tot een verbod  van zo’n organisatie geleid. Het succes van het Openbaar Ministerie bleek nogal betrekkelijk, zeker in verhouding tot de langdurige civielrechtelijke juridische procedures die er voor nodig waren. Voor de politie en de burgemeesters die met de zware criminaliteit van de bendes te maken hebben biedt een verbod tot nu toe nog te weinig aanknopingspunten om op te treden. Om sneller en effectiever op te kunnen treden stelden de Kamerleden Kuiken (PvdA), Van Toorenburg (CDA), van Wijngaarden (VVD), van der Graaf (CU) en Van der Staaij (SGP) in een initiatiefwetsontwerp voor een bestuurlijke route te kiezen voor een verbod op dergelijke ondermijnende organisaties. Een bestuurlijk verbod geeft de Minister de mogelijkheid om zo’n organisatie een verbod op te leggen zonder toetsing bij de rechter. En dat verbod gaat dan meteen in. Daarmee is een gang naar de rechter weliswaar niet geheel uitgesloten. De organisatie kan uiteindelijk ook nog een beroep doen op de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Maar deze weg is omstreden. De minister is een politiek figuur. Hij of zij kan zich in het besluit tot een verbod laten inspireren door politieke overwegingen, zeker gezien de nogal vage formulering van de gronden voor een verbod. De wetstekst noemt namelijk de motorbendes niet als zodanig, maar omschrijft de verbodsgronden in veel algemenere zin. Wat moeten we verstaan onder ‘een cultuur van wetteloosheid’? En onder  een ‘aantasting van als wezenlijk ervaren beginselen van de Nederlandse rechtsorde’? En wanneer kunnen we vaststellen dat een organisatie ‘de Nederlandse samenleving of delen daarvan ontwricht of kan ontwrichten.’? Hoe groot is het risico dat een minister met politiek uitgesproken extreme denkbeelden hier een kans ziet om hem of haar onwelgevallige organisaties uit de weg te ruimen? Of kan dat alleen in Turkije of Hongarije?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Pedro Vezini (cc)

Blijf van m’n lijf bij Erasmus MC

OPINIE - Twee moslima’s weigeren het vak Praktische Klinische Vaardigheden aan het Erasmus MC te volgen. Het vak verwacht van studenten dat ze een lichamelijk onderzoek doen bij zowel een man als vrouw. De onenigheid zit hem erin dat elke student ook een onderzoek van een man of vrouw moet ondergaan. En het ondergaan van een onderzoek door een man, daar zijn beide dames niet van gediend. Ze beroepen zich op de vrijheid van godsdienst en de onaantastbaarheid van het lichaam.

Laat ik er kort over zijn, het spelen van de religie-kaart vind ik onzin. Ik zie niet in waarom een religieuze overtuiging meer gewicht in de schaal zou moeten leggen dan willekeurig welke overtuiging. Daarnaast zou een uitzondering op dit vlak andere uitzonderingen dichterbij brengen, bijvoorbeeld het ontwijken van onderwijs over de evolutieleer, om maar een voorbeeld te noemen.

Maar de faculteit Geneeskunde beschouwt het ondergaan van een lichamelijk onderzoek als “essentieel voor de opleiding” en onderbouwt dit als volgt:

Door het lichamelijk onderzoek te ondergaan leert de student welke gevoeligheden dit met zich mee brengt en wat een arts aan kundigheid in huis moet hebben om dit met respect en zorg uit te voeren

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Vrijheid van meningsuiting

Weet u nog: de ‘vrijdenkersruimte’ in het Tweede Kamergebouw? Ik was ‘m al lang en breed vergeten, maar de Volkskrant, bij monde van columniste Sheila Sitalsing, herinnert ons gelukkig weer aan dit fraaie initiatief uit 2008 van VVD en PVV.

Volgens Mark Rutte (toen nog in de oppositie) werd de vrijheid van meningsuiting in Nederland bedreigd en diende de opening van de vrijdenkersruimte als tegenwicht. Het allerliefst zag hij toen nog de invoering van een Amerikaans model waarin zo’n beetje alles gezegd kan worden:

In Amerika weegt de vrijheid van meningsuiting zwaarder dan de inhoudelijke waardering voor de uitgesproken boodschap. Dat zou in Nederland ook zo moeten zijn.

Kortom: haatzaaien en discriminatie moet, zolang niet expliciet wordt opgeroepen tot geweld, gewoon kunnen. Demonstrerende nazi’s? Geen probleem!

Zodoende was Rutte ronduit trots een ruimte te mogen openen waarin anti-islam cartoons van Gregorius Nekschot, werken van Theo van Gogh en naakten van Ellen Vroegh, die – naar verluidt – vanwege klagende moslims door het gemeentebestuur van Huizen uit het zicht werden geplaatst.

Maar dat was toen. Nu het gaat over IS-vlaggen en ‘haatimams’, klinkt een heel ander geluid:

Nederland is een democratische rechtsstaat. Vrijheid van meningsuiting is hier een onbetwist recht.’ Maar er zijn grenzen, aldus de premier. ‘En als die overschreden worden, zal de staat die grenzen vastberaden bewaken.’

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: jvdgoot (cc)

Martijn = Al Qaida

OPINIE - Gisteren publiceerde de advocaat-generaal een advies aan de Hoge Raad dat de pedofielenvereniging Martijn alsnog moet worden verboden, nadat het gerechtshof in Leeuwarden vorig jaar een eerder verbod nietig had verklaard.

Nu kun je in Nederland een vereniging niet zomaar verbieden, ook niet als deze abjecte ideeën uitdraagt. Volgens de wet moet namelijk sprake zijn van een risico op ‘ontwrichting van de samenleving’. Het gerechtshof in Leeuwarden had echter geoordeeld dat de Nederlandse samenleving ‘weerbaar’ genoeg is om met de ideeën van Vereniging Martijn om te gaan.

De advocaat generaal is het daar echter niet mee eens:

Ik acht het aannemelijk dat het grootschalig uitdragen van het idee dat seksueel contact tussen volwassenen en jonge kinderen normaal is en het grootschalig verheerlijken van dit soort contact zodanige bezorgdheid om het lot van jonge kinderen in de samenleving veroorzaken dat velen in de samenleving zullen kunnen menen dat de samenleving in dit opzicht geen veiligheid aan jonge kinderen biedt. Dit kan tot allerlei ongewenste effecten leiden, zoals het weghouden van jonge kinderen van kinderdagverblijven, scholen en sportclubs. Het gevolg hiervan is dat het uitdragen door de vereniging van de hierboven aangeduide ideeën voor de samenleving, indien op grote schaal toegepast, ontwrichtend werkt of kan werken.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Strijdige grondrechten

COLUMN - Sinds ik in The Independent een juichende bespreking las van een absoluut flutboek, geschreven door iemand die aan dat boek had meegewerkt, vind ik het wat lastig de Britse krant serieus te nemen. Toch staat er wel eens iets in dat de moeite waard is, zoals een uitspraak van een Deense minister, Dan Jørgensen, dat rituele slacht kon worden verboden omdat dierenrechten gaan vóór religie.

Ook al lijkt het erop, het gaat hier niet om de vrijheid van godsdienst. Ik neem althans aan dat Denemarken deze erkent en dat de minister geen vernieuwende visie op het Deens constitutioneel recht ontvouwt. Hij zal hebben gedoeld op bepaalde geloofspraktijken. Evengoed begeeft hij zich in een mijnenveld.

Om te beginnen is hij vanzelfsprekend uitgemaakt voor antisemitisch en anti-islamitisch. Dat zal ook eens niet gebeuren. Ook kon je er de klok op gelijkzetten dat journalisten, zoals die van The Independent, het bericht zouden contrasteren met giraffe Marius en met wat tweets zouden proberen te bewijzen dat in Denemarken het een samenhangt met ander. De minister zal daarmee wel kunnen omgaan. Het eigenlijke mijnenveld is juridisch: is er zo’n rangorde in rechten?

Dit is een discussie die best eens gevoerd zou mogen worden. Het is onvermijdelijk dat onze grondrechten botsen. Ik ken een wetenschapper die een aantal (voor zover ik kan beoordelen) goede argumenten heeft waarom vrouwen beter geen topfuncties kunnen bekleden, en die ervan afziet ziet hierover een opiniestuk te schrijven omdat hij denkt dat er een hoop gedoe van komt. Dat gedoe is echter wel belangrijk, want zo trekken we de grenzen tussen zijn vrijheid een mening te uiten en het discriminatieverbod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gevecht boerkaverbod duurt nog wel even

Het boerkaverbod lijkt er binnenkort dan echt te komen. Het is echter nog maar de vraag of het verbod standhoudt voor de rechter, betogen juristen Gerhard van der Schyff en Adriaan Overbeeke. Het stuk is overgenomen van Publiekrecht & Politiek.

Het heeft er alle schijn van dat Nederland binnenkort Frankrijk en België zal volgen in het aannemen van wetgeving die het dragen van boerka’s in het openbaar verbiedt. Naar alle verwachting zal nog tegen het einde van dit jaar een wetsvoorstel worden ingediend dat het dragen van boerka’s strafbaar stelt met een boete van 380 Euro. Hoewel Frankrijk het eerste West-Europese land was dat een verbod introduceerde en België in 2011 volgde, is de discussie in Nederland van ouder datum. De Tweede kamer nam al in 2005 een motie aan waarin de regering verzocht werd een algemeen boerkaverbod uit te vaardigen en twee initiatiefvoorstellen van dezelfde strekking volgden in 2007 (wetsvoorstel-Wilders en Fritsma) en in 2008 (wetsvoorstel-Kamp). Ditmaal ziet het er echter naar uit dat het ook werkelijk tot wetgeving komt.

De democratische legitimiteit van wetgeving is ontegenzeggelijk van groot belang, maar wetten moeten evenzeer in overeenstemming zijn met rechtsstatelijke eisen; ze moeten bijvoorbeeld grondrechten respecteren. Het is in dit licht de moeite waard te kijken naar het Franse debat. De Franse constitutionele rechter (Conseil Constitutionnel) achtte het in Frankrijk ingevoerde wettelijke verbod in overeenstemming met de grondwet terwijl de Franse Raad van State serieuze twijfel uitspreekt over algemene boerkaverboden, en erop wijst dat dergelijke verboden eigenlijk alleen mogelijk zijn in zeer specifieke omstandigheden. Bij het tot stand brengen van de Belgische wet werd de Belgische Raad van State niet om advies gevraagd. De grondwettelijkheid van de wet op het verbod op gezichtsbedekkende kleding zal nu worden getoetst door het Grondwettelijk Hof, dat de bevoegdheid heeft wetgeving te vernietigen. De Nederlandse Raad van State heeft zich tot nog toe enkel in adviserende zin uitgesproken over het voorstel-Wilders/Fritsma en betoonde zich uiterst kritisch jegens dit wetsvoorstel, dat zich enkel keerde tegen twee vormen van gezichtsbedekking, de boerka en de nikaab. Een dergelijke directe discriminatie tegen een (groep aanhangers van een) specifieke geloofsovertuiging is problematisch. Hierin ligt een belangrijk verschil met de in Frankrijk en België ingestelde verboden die in beginsel gericht zijn tegen alle gezichtsbedekking, ongeacht het al dan niet religieuze motief voor de verboden handelwijze. Deze lijn zal vermoedelijk ook terug te vinden zijn in het aangekondigde Nederlandse wetsvoorstel, dat nu voor advies bij de Raad van State ligt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pavlov moet zich beheersen

Een bijzonder zinnige bijdrage van Sophie in ’t Veld, europarlementariër van D66.

Enkele dagen na de aanslagen in Oslo kwamen de terrorisme experts van de lidstaten bijeen in Brussel. Zoals na elke aanslag is er een sterke reflex om nieuwe maatregelen te nemen. Dat is begrijpelijk, want na zo’n schok willen we graag gerustgesteld worden door een daadkrachtige regering die maatregelen neemt waarmee zoiets verschrikkelijks nooit meer kan gebeuren.

Begrijpelijk, maar niet verstandig. In de laatste jaren werd na elke aanslag in grote haast een nieuw pakket maatregelen doorgedrukt. New York, Madrid, Londen gaven steeds weer de aanzet voor een nieuwe ronde maatregelen waarmee terroristen met snode plannen in een vroeg stadium ontdekt zouden worden. De maatregelen bestaan voor een groot deel uit het inzamelen van zoveel mogelijk informatie over zoveel mogelijk burgers, vanuit de gedachte dat bij een visexpeditie met zo’n “sleepnet” die éne potentiële terrorist er ook bij zit.

Dat is echter veel minder logisch dan het lijkt.

Bij vrijwel alle belangrijke aanslagen van de laatste jaren bleek achteraf dat politie en inlichtingendiensten de daders al lang in het vizier hadden, en dat ze heel veel essentiële informatie al hadden. De bevoegdheden om aan die informatie te komen waren dus al voorhanden. Echter, die informatie werd niet of onvoldoende uitgewisseld tussen de verantwoordelijke diensten en tussen landen. En in sommige gevallen was de risico-inschatting verkeerd. Het “gat” zat dus vooral in het gebrek aan samenwerking en uitwisseling, en minder in een gebrek aan informatie en bevoegdheden.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een kritocratie

Hoe zou een samenleving eruit zien als deze is gebaseerd op de meest pure klassieke liberale waarden? De overheid zou dan gereduceerd zijn tot een kritocratie, een overheid van rechters. Alles wat de overheid zou moeten doen is om als er een conflict is tussen mensen omdat de rechten van een van hen wordt geschonden de correcte straf bepalen. Daarbuiten is er ruimte voor individueel initiatief, een dynamische vrije markt, vrije verenigingen van personen en allerlei vormen van naastenliefde en competitie.

Alles wat nodig is een grondwet van twee kantjes. Deze organiseert burgerschap, de verkiezing van rechters (door het volk uit mensen die een rechtersexamen hebben afgelegd), het wijzigen de grondwet (per referendum) en het meest belangrijk een aantal klassieke grondrechten, die niet mogen worden geschonden. Iedereen moet bij schending voor dat onrecht bij een rechter gecompenseerd kunnen worden. Rechters hoeven niet betaald te worden: noch door burgers (dat voorkomt dat mensen hun recht zullen halen) noch door de overheid (want dan is er belasting nodig). Er wordt dus geen belasting geheven, alleen rijke mensen kunnen rechter worden. Er zijn denk ik vier grondrechten nodig:

  • De onschendbaarheid van de geest;
  • De onschendbaarheid van het lichaam;
  • De onschendbaarheid van bezit;
  • De onschendbaarheid van het contract.
Volgende