Zelden heeft een begrip in zo’n korte tijd zo’n inflatie doorgemaakt als ‘drugsoorlog’. Tot een paar dagen geleden dacht ik bij een drugsoorlog aan situaties als in Mexico en Zuid-Amerika, waar jaarlijks tienduizenden mensen omkomen door drugs-gerelateerd geweld. Maar wat blijkt? Ook in Nederland is een drugsoorlog gaande.
In het zuiden van Nederland willen de VVD en het CDA noodverordeningen instellen om preventief te kunnen fouilleren. De PVV heeft meer gevoel voor dramatiek en wil het leger inzetten. Hero Brinkman weet al precies hoeveel mensen er de cel in moeten: “We moeten schoon schip maken met die jongens en zestig man binnen twee weken in de lik zetten.”
Nu is wat er daar gebeurt niet goed. Er zijn een aantal schietincidenten geweest, een paar moorden en de burgermeester van Helmond is bedreigd, en dat moeten we uiteraard niet accepteren. Maar om dat nu een drugsoorlog te noemen gaat wat ver. En de oorzaak van die ‘oorlog’, zegt de Eindhovens burgemeester Van Gijzel, is uiteraard ons tolerante softdrugsbeleid. En als een burgemeester zoiets roept, dan weet je dat hij niet pleit voor nog meer tolerantie.
Maar de oorzaak van het geweld lijkt me niet ons tolerante, maar ons tweeslachtige softdrugsbeleid, waarbij gebruik aan de ene kant wordt getolereerd (maar nog wel strafbaar is), maar aan de verkoopkant keihard wordt bestreden. En als je de aanbieders in de criminaliteit houdt en het consumeren zo ongeveer legaal maakt – zeker ten opzichte van net over de grens – dan krijg je een opeenhoping van criminelen. En de oplossing van die criminaliteit is dan niet minder tolerant te worden, maar juist toleranter. Haal de productie en verkoop van softdrugs uit de illegaliteit, en je drugsoorlog verdwijnt als sneeuw voor de zon.