Weekendquote – Diplomademocratie
“Bovens sluit een opstand van ongediplomeerden tegen de meritocratisering van de samenleving en de politiek allerminst uit. Het belangrijkste medicijn tegen de diplomademocratie ziet hij terecht in een ‘gedoseerde vorm van directe democratie’: vaker stemmen. Hij denkt daarbij aan correctieve referenda, maar ook aan het opnieuw invoeren van de opkomstplicht.”
In zijn wekelijkse column in de Volkskrant gaat Hans Wansink in op de inzichten van Mark Bovens. Dhr Bovens is co-auteur van de bundel “De beste de baas? Prestatie, respect en solidariteit in een meritocratie“.
Hoewel ik het boek (nog) niet gelezen heb, valt me via de column al wel op dat de aandacht sterk ligt op het opleidingsniveau binnen de politiek. Van daaruit wordt een kloof geconstateerd maar tevens aangegeven dat we kennelijk al leven in een meritocratie.
Echter, (het gebrek aan) ervaring van politici in andere delen van de samenleving (bv bedrijfsleven) dan de politiek wordt niet genoemd. En volgens mij is un definitie “meritocratie” te eng gericht op “academische kennis” om verklarend te zijn voor het wantrouwen in de politiek die breed leeft, ook onder academici.
“L’Italia è un Paese che ama flagellarsi e mostrarsi malamente.”
Uit de as van de jaren zestig verrees een partij die Nederland democratischer wilde maken. Onder andere door de premier en de burgemeester direct te laten kiezen door het volk. En door het referendum makkelijker te maken, zodat het volk in zou kunnen grijpen als zij het niet eens was met de besluiten van de regering. Daar was veel voor te zeggen in die dagen toen wij door een arrogante kliek geregeerd werden die overigens volledig gelegaliseerd was door het behoudende volk. De politiek was toen trouwens wel leuker met bijvoorbeeld de cliniclown-avant-la-lettre Joseph Luns. Die man is nooit meer overtroffen al heeft Pim natuurlijk een heel verdienstelijke poging gedaan met z’n “at your service”.