Dit is een gastbijdrage van Suzanne Kröger van Greenpeace.
Neste Oil is verkozen tot het bedrijf dat in 2010 op sociaal en milieugebied de grootste wanprestatie heeft geleverd. Het kreeg hiervoor in Davos de Public Eye People’s Award 2011. Neste Oil produceert zogenaamd duurzame biodiesel, maar doet dat op basis van palmolie, waarvoor het regenwoud op grote schaal wordt gekapt. Neste Oil bleef oliegigant BP net voor in de verkiezing die parallel aan het World Economic Forum wordt gehouden. De online verkiezing werd mede georganiseerd door Greenpeace.
Toch zal Neste vanaf mei dit jaar haar ‘groene diesel’ op de Nederlandse markt gaan brengen. Neste Oil bouwt op dit moment een fabriek in Rotterdam met een capaciteit van 800.000 ton biobrandstof. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam reageerde in 2009 nog verheugd dat Neste Oil zich in Rotterdam vestigde en sprak over de “hoogst ontwikkelde technologie van hernieuwbare diesel”. Hoe Aboutaleb het tanken van eetbare oliën, wat tot ontbossing en voedseltekorten leidt als hoogst ontwikkelde technologie kan zien, is mij een raadsel.
Inmiddels is duidelijk dat biodiesel op basis van palmolie een schijnoplossing is voor het klimaatprobleem. Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat er met palmolie-diesel helemaal geen klimaat winst valt te halen. Integendeel, het verergert het probleem: regenwouden worden gekapt om plaats te maken voor palmolie-plantages voor auto’s. De extra vraag naar plantaardige oliën zoals palmolie zal direct of indirect een groot beslag leggen op bossen en landbouwgronden wereldwijd. Door het kappen van bos komt veel CO2 vrij, desastreus voor het klimaat.