4 mei 2011: Over gedenken, vrijheid en gevaren die de democratie bedreigen
Vandaag – 4 mei – herdenken en morgen – 5 mei – weer feesten. Als inwoner van Wageningen kan ik daar van meepraten. In principe heb ik er niets tegen, maar je raakt er toch wel op uitgekeken als jaar in jaar uit hetzelfde ritueel wordt herhaald. Rituelen gaan een eigen leven leiden en verliezen gaandeweg hun betekenis. Iemand spreekt plechtig een formule, iedereen zwijgt een paar minuten en gaat daarna weer door met wat hij of zij aan het doen was. Het geeft een goed gevoel, maar er verandert niets. Het heeft mij dan ook nooit aangesproken, niet in de kerk, maar ook niet op 4 mei. Begrijp me goed: dat is geen gebrek aan respect voor de mensen die zijn gevallen in 40-45, integendeel. Ik heb groot respect voor het verzet en de bevrijders die ons verlost hebben van juk van het fascisme en de Duitse bezetter. Maar naarmate de jaren verstrijken wordt dat steeds moeilijker: de afstand in de tijd is groter en de mensen worden steeds jonger. Hierdoor neemt het belang voor de huidige tijd – die zo anders is – meer en meer af en daar hoeven we niet rouwig om te zijn.
Wageningen
Een paar jaar geleden hadden de organisatoren van het bevrijdingsfestival in Wageningen een briljant idee: behalve een parade, feesten en veel drank werden ook lezingen georganiseerd. Wageningens professoren zouden lesgeven over zaken die met vrijheid te maken hebben. De details ben ik vergeten, maar wat maakt het uit, eindelijk wat anders dan slenteren door de stad op zoek naar vertier of achter drie rijen mensen kijken naar veteranen die in een stoet voorbij lopen. Ik heb dus alle “colleges” bijgewoond. Een groot succes was het helaas niet. Er waren niet veel mensen en de hoogleraren konden veelal niet overtuigen als docent “vrijheid”. Maar twee sprongen er uit: de (toen nog) Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken FransTimmermans die een pleidooi hield voor Europa – hij is daar een enthousiast voorstander van, iets dat ik tegenwoordig node mis – maar ook Timmersmans sprak voor een bijna lege zaal. De andere spreker trok echter wel een groot publiek en wist zijn gehoor in de uitpuilende zaal een uur lang te boeien: Maarten van Rossum. De officiële reden voor zijn komst was dat hij een echte, geboren Wageningener is, en het bleek dat Professor Van Rossum de enige was van alle leraren die ik die dag heb mogen aanhoren de kwalificatie “hoog” verdiende.