Cynische ruilhandel
“Een heel fatsoenlijke politieke afspraak”. Zo noemde afgelopen vrijdag Rutte het plan om 50 minderjarige alleenstaande asielzoekers en 50 asielzoekers in gezinsverband met minderjarige kinderen over te nemen van Griekenland.
Een dag eerder maakte staatssecretaris Broekers-Knol bekend (“Iedereen die dit ziet, vindt dit vreselijk”) dat er hiervoor ruimte is “omdat er minder mensen via herplaatsing naar Nederland komen door de gevolgen van het coronavirus”.
Met andere woorden: Nederland vangt geen één vluchteling meer op dan oorspronkelijk begroot.
Ineens moest ik denken aan een persconferentie van een jaar geleden. Er waren alweer wat vluchtelingen verdronken in de Middellandse Zee. “Vreselijk. Echt verschrikkelijk”, zei Rutte. Om vervolgens dit ‘humanitair ongeval’ te bestempelen tot “het cynische businessmodel van die bootjessmokkelaars”.
Een jaar later, nu dus, reageert het kabinet op “de brand in het kamp en de verschrikkelijke situatie die zich daarmee voordoet” met een cynisch stukje boekhoudkunde.
Zoals we vorig jaar schreven: het is ‘niet meer dan een cynische politiek model’. Misselijkmakend.