Hoe koningin Beatrix een stapje terug deed
Het Kunduz-akkoord is een voorlopig hoogtepunt van een zelfbewust parlement. Maar even daarvoor is ook iets bijzonders gebeurd: de koningin heeft een stapje terug gedaan bij het beantwoorden van de vraag hoe het verder moet. Een klein stapje. Maar toch een stapje.
Ter herinnering: toen Balkenende IV viel, fietsen alle fractievoorzitters langs het paleis om te melden of ze verkiezingen wilden, wanneer ze dat wilden en of er nog een missionair interim-kabinetje geformeerd moest worden. Dat kon je dan bijhouden, om vervolgens af te wachten wat de koningin zou doen, gehoord nog wat andere adviseurs.
Nu ging het anders. Beatrix wachtte het kamerdebat af, en consulteerde toen uitsluitend de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de vice-president van de Raad van State. De fractievoorzitters mochten thuis blijven. Blijkens het persbericht heeft Verbeet de majesteit gemeld dat de kamer verkiezingen op 12 september wenst. ‘Op grond hiervan’, zo vervolgt het persbericht, ‘heeft de Koningin het demissionaire kabinet verzocht de ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te bevorderen en daarmee verkiezingen op die datum mogelijk te maken.’
In deze nieuwe gang van zaken valt op dat de kamervoorzitter de consultatie van de fractievoorzitters vervangt. Verbeet komt melden wat de kamer wil, en de koningin controleert verder niet of dat het geval is en of er wel voldoende naar de SGP of het lid Brinkman geluisterd is. Dat is een duidelijke verschuiving in precies de richting die D66 en GroenLinks meer in algemene zin voor ogen hebben met de formatie.