Wij wonen in een land waar een Marokkaan niet kan flauwvallen zonder dat mensen meteen aan een aanslag denken. Zelfs als de politie rustig uitlegt dat het ging om een diabetespatiënt met een hypo, worden er maanden later nog WOB-verzoeken ingediend door mensen die – zoals de Duitsers zo mooi zeggen – das nicht wahrhaben wollen. Die diabetespatiënt met een hypo was namelijk wel een Marokkáán, en dat zegt alles.
Wij wonen in een land waar moslims een veel kleinere kans hebben op het vinden van een stageplek, een baan en een huis. Zelfs als ze géén strafblad hebben, worden ze nog gepasseerd door “etnische Nederlanders” mét een strafblad. Het zijn namelijk moslims, en dat zegt alles.
Wij wonen in een land waar politici worden gekozen die mensen aanduiden met termen als hyena’s en testosteronbommen. Daar worden ze zelfs niet voor vervolgd, want ja, het zijn moslims en dat zegt toch alles?
Wij wonen in een land waar een voormalige verzetskrant de vrijheid heeft om een medewerker van de sociale dienst met een armoedeverleden, een migratieachtergrond, een enorme ervaring in de hulpverlening, een ex-man, een zoon, een fors schrijftalent, een hoeveelheid empathie above and beyond the call of duty, een schare fans en een hoofddoek in te huren als columnist. En in datzelfde land krijgt die krant daarop het verwijt te zijn “gecapituleerd voor de islam”, want die hoofddoek, die zegt natuurlijk alles. Die hoofddoek zegt zóveel dat zelfs haar met haar naam – of nom de plume – aanduiden ineens vermeden wordt, als ging het om corona, of kanker.
Wij wonen kort gezegd in een land waar moslims worden behandeld om wát ze zijn, niet om wíe ze zijn en waar dus ook niet mét, maar óver ze gepraat wordt. Moslims zijn geen mensen, maar dingen. Daar weten we alles al van. Hoofddoek? Dat moet wel “een vrouw die het vrije Nederlandse denken en zijn duidelijk afwijst”, die wil graag “de profeet uithangen”. Marokkaan? Dan moet het wel een aanslag geweest zijn. Moslim? O nee, dat kan niks anders betekenen dan “duistere daden, overtuigingen en gedragingen”, dan toch liever die winkeldief of fraudeur. Sommige voorbeelden gaan nog veel verder, en ook veel verder terug, tot wel in de jaren dertig.
En als iemand erop wijst hoezeer wij daarmee zijn afgedwaald van onze eigen superieure westerse waarden en “het vrije Nederlandse denken” – en vooral als een moslim(a) dat zegt – dan barsten er bij een deel der Nederlandse mensheid emoties door het spreekwoordelijk dunne laagje beschaving, waarvoor een beter woord dan massahysterie nog moet worden gevonden. Zie uw eigen column van 3 mei jongstleden: “capitulatie”, alsof we net het bombardement op Rotterdam gehad hebben; “het verzet van Nederlanders tegen de islam”, alsof de laarzen al op het plaveisel stampen; “het is niet de bedoeling dat hun zienswijze onze levensvrijheid overneemt”, alsof je met een tweewekelijkse column een coup d’état pleegt.
En natuurlijk uw slotzin: “het schijnt dat die hoofddoek onder een pseudoniem schrijft. Je zou bijna denken dat ze die initialen heeft uitgekozen om mij dwars te zitten”. Psychologen hebben daar een woord voor: betrekkingswaan.