Kandidaatselectie: de ‘secret garden’ van Nederlandse politieke partijen

van Rozemarijn van Dijk, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. We gaan een periode tegemoet van vele verkiezingen: de Provinciale Staten, Waterschappen, het kiescollege, de eilandsraadsverkiezingen en uiteindelijk ook die van de Eerste Kamer. Partijen zijn dus druk bezig (geweest) met het opstellen van kandidatenlijsten. Hoe kandidatenlijsten precies tot stand komen, is voor velen niet altijd gemakkelijk te doorzien. Het kandidatenselectieproces wordt niet voor niets door politicologen de ‘secret garden’ van de politiek genoemd. Doordat partijen er lange tijd niet open over waren, was er ook niet veel bekend over kandidaatselectie. Gelukkig is daar de afgelopen jaren verandering in gekomen. In de aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 heb ik onderzoek gedaan naar hoe de kandidatenlijsten werden samengesteld. In onderzoek naar dit soort processen is het belangrijk om formele regels en procedures in kaart te brengen. Om in de metafoor van de ‘secret garden’ te blijven, door formele regels te bestuderen krijg je een goed gestileerde plattegrond van een tuin. Maar een echte tuin ziet er doorgaans vaak wat anders uit dan de gestileerde plattegrond die er aan ten grondslag ligt. Om een echt goed beeld te krijgen van die tuin, moet je er eigenlijk in gaan staan. Door verschillende leden van selectiecommissies en een aantal partijvoorzitters van 9 politieke partijen [1] te interviewen, heb ik geprobeerd daadwerkelijk in die tuin te staan en een beter beeld te krijgen van het kandidaatselectieproces. De kern van het onderzoek ging niet alleen over hoe het proces precies werkt, maar vooral of dat voor mannen en vrouwen hetzelfde is. We zien immers dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen al start op de kandidatenlijsten. Om te onderzoeken of de regels verschillend werken voor mannen en vrouwen, moet je een onderscheid maken tussen twee soorten regels: (1) regels en normen die gaan over gender – denk aan genderquota – en (2) regels en normen die niet gaan over gender, maar mogelijk wel degelijk anders werken voor mannen en vrouwen. Met name die tweede vorm is vaak lastig te identificeren en niet iedereen is zich bewust van de effecten van die regels. En dat is een gemiste kans. De meeste partijen geven namelijk aan dat hun kandidatenlijst een goede afspiegeling moet zijn van de samenleving. Maar als je niet weet dat bepaalde regels niet gender-neutraal zijn, dan ontstaat die gebalanceerde lijst niet vanzelf. Het proces Voordat we verder ingaan op de impact van de regels en criteria, volgt nu eerst een kort overzicht van hoe het kandidaatselectieproces grofweg verloopt. Nota bene, dit is een wat algemenere samenvatting, bij geen enkele partij werkt het precies hetzelfde. Toch kunnen we een onderscheid maken tussen de vier verschillende fases in het proces: selectie, beoordeling, het maken van een rangorde en de goedkeuring van de lijst. Wie er verantwoordelijk is voor welke fase en in welke partij kan je zien in tabel 1. Over het algemeen kan gesteld worden dat de selectieprocedure voor de landelijke verkiezingen in hoge mate geïnstitutionaliseerd en geprofessionaliseerd is. Zo worden in veel selectiecommissies bijvoorbeeld bewust leden geselecteerd met een HR-achtergrond of krijgen de leden wervingstrainingen. Ook is het begin van het proces tamelijk exclusief, weinig mensen zijn betrokken bij de selectie. Pas in de laatste fase wordt het proces inclusiever; en hebben ook leden een rol. Partij Selectie Beoordelen Ranking Goedkeuren GroenLinks Kandidaat-selectiecommissie Kandidaat-selectiecommissie Kandidaat-selectiecommissie Leden PvdA Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Leden aanwezig op ledenvergadering D66 Partijleider, partijbestuur en adviseurs Partijleider, partijbestuur en adviseurs Partijleider, partijbestuur en adviseurs Leden CU Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Partijbestuur of kandidaat-selectiecommissie Partijafgevaardigden en leden op ledenvergadering CDA Partijbestuur Adviescommissie Verenigingsraad Gemeentelijke afdelingen SP Kandidaat-selectiecommissie Kandidaat-selectiecommissie Kandidaat-selectiecommissie Congres VVD Permanente Scoutingscommissie en Partijbestuur Permanente Scoutingscommissie en Partijbestuur Permanente Scoutingscommissie en Partijbestuur Leden SGP Lokale afdelingen en partijbestuur Kandidaat-selectiecommissie Partijbestuur Partijbestuur CO Partijleider Partijleider Partijleider / partijbestuur – In de eerste fase, de selectiefase, wordt bepaald wie er toegang krijgen tot de selectieprocedure. Er is één regel die alle partijen gemeen hebben: de kandidaat moet lid zijn van de partij. Bij een aantal partijen (GL, SP, D66 & PvdA) moeten kandidaten ook handtekeningen of steunbetuigingen verzamelen van partijleden of van een lokale afdeling (VVD). Lokale afdelingen spelen nog een rol: bij het CDA, ChristenUnie en PvdA konden lokale afdelingen kandidaten voordragen. Een van de meest gangbare informele normen is dat bij alle partijen zittende Kamerleden of ministers (incumbents) automatisch worden toegelaten tot de verdere procedure, soms zelfs zonder een sollicitatiebrief te sturen (CDA en ChristenUnie). De sollicitatiebrieven en cv’s werden vaak langs het kandidaatprofiel gelegd om te beoordelen of iemand door mag naar de volgende ronde. In die tweede fase komen kandidaten in een intensief proces. Voor deze fase staan er niet veel regels in de statuten, maar partijen hebben wel vaak een intensief evaluatieproces opgezet. Zo hebben kandidaten dikwijls meerdere gesprekken met commissieleden en moeten ze bij bijna alle partijen wel praktische rondes, oefeningen of assessments afleggen om te laten zien dat ze beschikken over politieke vaardigheden. Door middel van het simuleren van crises, vragenuurtjes, media interviews of het oefenen met schriftelijke vragen, worden kandidaten getest of ze een sterk politiek gevoel hebben. Na de vele gesprekken en tests moet de commissie nog een belangrijke taak volbrengen, namelijk het maken van een conceptkandidatenlijst. Slechts twee partijen hebben hier in hun statuten richtlijnen voor: GroenLinks en de PvdA vermelden dat er aandacht moet zijn voor diversiteit in profielen. Bij de PvdA is de regel dat in de uiteindelijke fractie gelijke vertegenwoordiging moet zijn van mannen en vrouwen. Let wel, dit is alleen voor de bovenste regionen van de lijst. Officieel is er dus geen quota op de kandidatenlijst volgens de statuten, al is er bij beide partijen een sterke informele norm van gendergelijkheid op de lijst. In de laatste fase, de goedkeuringsfase, gaat de conceptkandidatenlijst bij veel partijen terug naar (een deel van) de leden die hun goedkeuring geven op een congres of in een referendum. Deze fase viel niet in het bereik van deze studie, aangezien de selectiecommissieleden die geïnterviewd werden hier niets meer over te zeggen hebben. ‘Objectieve’ regels met gendered gevolgen Vooralsnog lijkt het proces niet direct een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. Behalve bij GroenLinks en de PvdA waar er wel formele regels zijn over de representativiteit van de lijst. Verder lijken de regels geen betrekking te hebben op gender. Toch hebben schijnbaar objectieve regels of normen wel degelijk verschillende consequenties voor mannen en vrouwen. Hieronder volgen er drie: politieke ervaring, partijervaring en het voordeel voor oud-politici. Ten eerste, selectiecommissies vinden het cruciaal dat kandidaten politieke ervaring hebben. Dit is voor velen vanzelfsprekend, of zoals een geïnterviewde zei: “Als jij morgen als typiste solliciteert, moet je ook weten hoe een typemachine werkt.” Door onder andere verschillende praktische rondes en casussen proberen veel partijen erachter te komen of mensen het politieke gevoel hebben en daarbij is het hebben van politieke ervaring wel handig: “Het gaat erom dat je snapt hoe de politiek werkt. […] Als je dat soort ervaring niet hebt, dan is de ervaring dat het al gauw een jaar kost voor je werkelijk snapt hoe het werk in de Tweede Kamer gaat.” Ook in de praktische rondes wordt er getest op politieke ervaring: zo moeten kandidaten bijvoorbeeld moties schrijven of Kamervragen stellen. Een logisch gevolg is dus dat kandidaten die al eerder een politieke functie hebben bekleed hiermee een voordeel hebben. En als we kijken naar de andere politieke functies in het land, dan zien we dat daar nog steeds veel meer mannen dan vrouwen actief zijn (zie tabel 2). Percentage vrouwelijke regionale/lokale politici Raadsleden 35,1% Provinciale Statenleden 33,2% Waterschapsleden 25,1% Wethouders 27% Burgemeesters 29% Gedeputeerden 22% Nu zijn selectiecommissies zich hier ook deels van bewust. Een van de respondenten beschreef het dilemma voor een kleine partij: ofwel je kiest voor een ervaren persoon die je niet hoeft in te werken ofwel je neemt een risico. Als kleine partij met veel portefeuilles per Kamerlid is het dan soms aantrekkelijker om ervaring en stabiliteit in huis te halen. Hoewel partijen benadrukken dat maatschappelijke ervaring ook belangrijk is, wordt dit criterium vaak pas genoemd na politieke ervaring. Een tweede eigenschap van kandidaten die partijen aantrekkelijk vinden, is als kandidaten betrokken zijn bij de eigen partij. Zo zei een van de geïnterviewden over iemand niet bekend was bij de commissie het volgende: “Ik wil niet zeggen dat zij of hij kansloos is, maar het is toch minimaal opvallend.” Een ander verwoordde het zo: “Soms heb je ook wel de neiging dat mensen denken van oh ik wil actief worden, laat ik eens beginnen in de Tweede Kamer. En dat is natuurlijk […] een beetje een gekke volgorde.” Het belang van actief zijn binnen de partij is niet alleen een evaluatiecriterium in de gesprekken of de cv’s, maar het is ook een cruciaal toelatingscriterium: bij verschillende partijen moet je immers handtekeningen, ondersteuningsverklaringen of de steun van een lokale afdeling verzamelen. Zo versterken de informele en formele regels elkaar: bekend zijn binnen de partij is dus uitermate handig. De meerderheid van de (actieve) partijleden zijn bij de meeste partijen nog steeds man. Dus ook bij dit criterium speelt eenzelfde logica als bij het hebben van politieke ervaring: als je actieve partijleden wilt als kandidaten, dan is de kans groter dat je mannen selecteert. Ten slotte hebben we de categorie oud-politici of zittende Kamerleden, die vaak officieel of onofficieel worden bevoordeeld in het kandidaatselectieproces. Ze hoeven vaak niet te solliciteren of hoeven niet mee te doen in assessments of oefenrondes. Ook bij het maken van de lijst beschreef een van de geïnterviewden dat de norm was dat een oud-Kamerlid bij goed functioneren nooit een lagere positie krijgt dan bij de vorige verkiezingen. En ook hierbij geldt: de meeste Kamerleden zijn man, dus de kans is groter dat je een man selecteert. Het is natuurlijk niet onlogisch dat je als partij Kamerleden wilt met landelijke of lokale politieke ervaring, of een Kamerlid dat al actief is geweest in de partij, maar bijna alle partijen willen ook een lijst die de samenleving weerspiegelt. Dat doel bereik je niet als je deze criteria sterk en eng blijft hanteren. Politieke ervaring kun je ook opdoen in een organisatie of bij de overheid; en actief zijn in een vereniging kan ook in een andere vereniging dan een partijvereniging. Het breder zien van de criteria en het breder rekruteren zal uiteindelijk zorgen voor een meer diverse lijst. Voor meer voorbeelden en een diepere analyse van deze mechanismes verwijs ik graag naar het volledige onderzoek: Playing by the rules? The formal and informal rules of candidate selection [1] Alle politieke partijen die in de aanloop van de verkiezingen in de Peilingwijzer kans maakten op een zetel zijn gevraagd om deel te nemen. VVD, D66, PvdA, CDA, ChristenUnie, SGP, GL, SP en Code Oranje hebben deelgenomen. De overige partijen hebben geweigerd of hebben niet gereageerd.

Door: Foto: Mark (cc)

Closing Time | Het K-woord

Na zijn optreden bij ‘de slimste mens’ kreeg Abel van Gijlswijk, de zanger van Hang Youth, er flink van langs: Hij schold namelijk te veel tijdens het aankaarten van misstanden die dagelijks vele mensenlevens kapot maken. Want beleefd blijven terwijl dat gebeurt, dat is voor de witte gematigde meute belangrijker dan daadwerkelijk iets doen. Want schelden, dat is alleen maar slecht voor je zaak. En nogal vervelend als je toch al niet van plan bent iets te doen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Tweede Kamer Schermafbeelding Debat gemist stemmingen 18-10-2022

Ledental politieke partijen stijgt licht

DATA - Het ledental van de politieke partijen (met een plek in het parlement) is afgelopen jaar gestegen van 374.000 naar 379.000. Daarmee zet de stijging van het jaar daarvoor nog wat door. De grootste partij qua leden is opnieuw de FVD met 61.000 leden. Op de tweede plaats staat de PvdA met 39.500 leden, gevolgd door GroenLinks met 33.800.

Hier een aantal grafieken die de ontwikkeling van de afgelopen jaren weergeven.

Grafiek ledental alle politieke partijen vanaf 1950

Ledental politieke partijen als percentage volwassen bevolking vanaf 1950

Ledental individuele politieke partijen vanaf 1967 per jaar

Ledental individuele politieke partijen vanaf 2000

 

Met dank aan het DNPP voor het jaarlijks publiceren.

Foto: TED Conference (cc)

Video | Kate Raworth – Donuteconomie

Neem de negen planetaire grenzen waarvan Johan Rockström en 28 internationaal bekende wetenschappers vaststelden dat we daarbinnen een goede toekomst hebben. Overschrijden we een of meerdere van die grenzen dan gaat het mis met ons aller huis: de aarde.

The planetary boundaries framework. CC BY-NC-ND 3.0. J. Lokrantz/Azote based on Steffen et al. 2015

Neem de zeventien Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelen) van de VN. Doelen die in 2023 zo ver ontwikkeld moeten zijn dat een schonere, veiliger en minder ongelijk verdeelde wereld voor iedereen wordt gerealiseerd.

Sdg wheel CC BY 4.0 EU International partnerships Europa

De Britse econome Kate Raworth bracht deze twee modellen bij elkaar en begon uit te pluizen hoe de principes van die twee theorieën bij elkaar gebracht konden worden. Dat resulteerde in haar Donutmodel.

DoughnutEconomics, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

In zeven stappen naar een donuteconomie. Waar het niet langer gaat om ‘groei’, het aloude en nog immer heersende principe van onze huidige economie, maar om een economie die is ingericht op sociale rechtvaardigheid de binnenring van de donut) en een ecologisch plafond (de buitenring) kent. Zolang we binnen die ringen van de donut blijven, zou het voor iedereen goed toeven op deze aarde moeten zijn.

Quote du Jour | Gebruik kinderpornofora enorm toegenomen

De enorme aantallen gebruikers van fora van seksueel kindermisbruik zijn volgens Van der Bruggen ‘helaas geen uitzondering meer’. Vanuit haar eerdere werk bij de politie heeft ze gezien hoe het gebruik van de fora enorm is toegenomen. ‘Het dark web was in het begin voor een klein clubje technische mensen, maar door de jaren heen is het veel toegankelijker geworden voor een hele grote groep mensen.’

Madeleine van der Bruggen is senior onderzoeker bij de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Binnenkort promoveert zij in Leiden op een data-onderzoek naar gebruikers van fora waar kinderporno wordt uitgewisseld. In het verleden werden deze fora bevolkt door een kleine groep actieve gebruikers. Inmiddels blijken echter steeds meer mensen de weg naar het dark web te vinden. En dat zijn lang niet altijd mannen van in de veertig en vijftig.

Foto: UNDP Ukraine (cc)

Verhalen van het front

REPORTAGE - De oorlog in Oekraïne duurt deze week precies een jaar. Ardy Beld sprak voor zijn nieuwe boek ‘Hoe Poetin zijn tanden stukbeet’ met soldaten van de Oekraiense troepen aan het front. Het leven aan het front bestaat uiteraard uit heel wat meer dan succesvolle heroveringen en dodelijke nederlagen die het nieuws halen. ‘Enkele soldaten vertelden mij – op basis  van anonimiteit – hun ervaringen in korte verhalen en anekdotes. Deze herinneringen zijn niet glorieus of heldhaftig. Het zijn verhalen over de daadwerkelijke omstandigheden  van mannen en vrouwen die onze vrijheid verdedigen.’ Hieronder enkele fragmenten als voorpublicatie.

Pokemon

‘Het moet in september zijn geweest. Nadat we de rivier de Donetsk waren overgestoken, gingen we verder om ons gebied te heroveren in de richting van Liman. We passeerden vakantiecentra die langs de “goloebye ozjora’ (blauwe meren) lagen. Ergens in de bossen namen we posities in om vijandelijke aanvallen af te kunnen slaan. Er was geen paniek in mijn eenheid, maar er was natuurlijk wel spanning. We waren de hele tijd aan het graven. We groeven loopgraven, groeven bunkers, het was geregeld zo dat we twee keer per dag loopgraven maakten, omdat we van positie moesten veranderen. Op een dag stonden we op onze positie en voor ons liep de verkenning. Plots werden ze beschoten en begonnen ze zelf te schieten. Ik weet zeker dat twee van hen werden gedood en één in een hinderlaag liep. De vijand zette hem klem zodat hij niet terug kon naar ons. Een van de commandanten zei dat we tien vrijwilligers nodig hadden om onze verkenner daar weg te krijgen. Ik was een van hen. Toen we de vijandelijke posities naderden, liepen we in een hinderlaag, er ontstond weer een klein vuurgevecht. In de buurt ontploften mijnen en granaten; er was enorm veel lawaai en was het onduidelijk waar het schieten vandaan kwam. Nadat alles gekalmeerd was, zaten we met vier gewonden. De commandant besloot me achter te laten met een hospik om eerste hulp te verlenen aan de gewonden. De anderen gingen de verkenner helpen. Twee van hen hadden lichte verwondingen en de andere twee waren ernstig gewond. We verplaatsten ze uit de vuurzone. Een van hen was een soldaat met de roepnaam Pokemon. Hij keerde terug in onze gelederen na een lange ziekenhuisopname en revalidatie. Toen hij na Nieuwjaar weer terugkwam was hij nog steeds zo woedend op de Russen dat hij in een volkomen roekeloze actie alleen een tank onschadelijk maakte! Iedereen grapte later dat we hem drie maanden eerder niet voor niets hadden gered.’

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Wees zo vriendelijk het systeem te saboteren

ESSAY - van Marina Lacroix, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Toen ik van de week mijn fiets uit de stalling bij de Zuidas wilde halen, liep voor mij op de brede, betonnen trap een zakenman. Oortjes in, beige trenchcoat, tas in de ene hand, een blikje in de andere. Halverwege plaatste hij het blikje met een soepele beweging op de trapleuning.

Ik versnelde en liep met hem op, tot hij me wel moest opmerken. Met een lach, deed hij zijn oortjes uit. Ik lacht terug: “Hoi! U zette net uw blikje op de trap neer”, opende ik. Even haperde hij. Toen begon hij zijn koptelefoon terug in zijn oren te frommelen en zei: “Dat was ik niet. Dat was iemand anders.”

Waarom deed hij dat? Ik kon me er wel wat bij voorstellen. Hij had net een werkdag in onze kapitalistische economie achter de rug (Excel-sheets gevuld, processen geoptimaliseerd, uren geschreven, contracten getekend) en handelde conform de logica daarvan.

Full disclosure: ook ik werkte in het grootbedrijf. Dat deed ik zonder scrupules. De vraagstukken waren leerzaam en relevant. Mijn collega’s en klanten inspirerend. De waardering voor eigen initiatief ruimhartig. Het gaf me meer voldoening dan ik bij ngo’s of in de publieke sector vond. Hartelijk dank dus aan ons kapitalistische systeem, dat zo’n gesmeerde werkplek opleverde.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: urban-museum (cc)

Een ander kapitalisme

Vandaag start Sargasso met de serie Een ander kapitalisme. Auteurs van Sargasso en daarbuiten schrijven over wat er aan het huidige kapitalisme niet deugt, over mogelijke oplossingen, behulpzame perspectieven, of zelfs economische systeemwijzigingen. Over één ding is iedereen het eens: er moet iets veranderen.

Het kapitalisme. Zelfs in economisch zorgeloze tijden is er ongemak over. In de voorspoedige jaren 90 bijvoorbeeld begint in Nederland de gestage opmars van de SP. De partij die zich organiseert in ongeziene stadswijken en haar verzet naar het Den Haag van de paarse regenten brengt. Aan het eind van het decennium verschijnen op het wereldtoneel de antiglobalisten die zich keren tegen de net opgerichte WTO, de institutionele bekroning van de neoliberale globalisering. De protesten in 1999 in Seattle richten zich op alles wat er mis is met het kapitalisme. Zoals de schrijnende arbeidsomstandigheden die in No Logo van Naomi Klein worden belicht. De sweatshops aan de andere kant van de wereld zijn de keerzijde van onze zorgeloosheid.

Het kapitalisme blijkt in 2008 ook voor het westen een andere kant te hebben. Niet slechts ongemak, maar grote onrust en een najaar met angstige momenten. In haar financiële hart, waar regulering en toezicht vanaf de jaren tachtig is ontmanteld, blijken grote ongedekte risico’s te worden rondgepompt. Met de val van Lehman Brothers blijken de financiële innovaties die dat mogelijk hebben gemaakt te lijden tot een infarct. Met miljarden aan publiek geld worden de gevolgen van het privaat genomen risico beperkt en de westerse samenleving behoed voor een langdurige recessie. Het kapitalisme houd zich niet aan z’n eigen regels. Althans, de regels die ons zijn voorgehouden: dat ondernemersrisico tot grote winst kan leiden, maar ook tot verlies en faillissement. Too big to fail heet dat gebrek aan zelfreinigend vermogen van de markt. De winsten van voor 2008 worden privaat verdeeld, maar in de crisis vormt de overheid met publiek geld het vangnet voor de grote banken.

Closing Time | The Competition

De komende weken hoor je hier in het kader van ‘een ander kapitalisme‘ ook muziek over dat thema. We trappen af met het album The Competition van Lower Dens. Dit is het laatste album dat de inmiddels opgeheven indiepop-band maakte en gaat over de psychotische effecten van het hedendaagse kapitalisme, met een boodschap: “you need radical and unquestioning compassion for yourself if you’re to reimagine what society could be.”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Vorige Volgende