Woekerwinsten voor CEO’s wetenschappelijke uitgevers

door Lukas Linsi, Léonie de Jonge, David Cheruiyot, Niels Bieleveld, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. In welke sector werkt de bestbetaalde Nederlandse CEO? De bankwereld? Tech industrie? Nee, het zijn wetenschappelijke uitgevers. Dit blijkt uit ons onderzoeksproject over de vergoedingen voor bestuurders in de periode 2017-2020. De cijfers komen uit de jaarverslagen van de bedrijven. Tabel 1 toont de vijf bestbetaalde Nederlandse CEO’s van 2017 tot 2020. Terwijl de CEO van de onlangs vertrokken oliegigant Royal Dutch Shell de ranglijst aanvoert, blijven wetenschappelijke uitgevers niet ver achter. Zo wordt de tweede plaats in deze ranglijst ingenomen door de CEO van informatiedienstenbedrijf Wolters Kluwer, oorspronkelijk een uitgeverij van schoolboeken die in 1836 in Groningen werd opgericht. Op de derde plaats staat de CEO van RELX, voorheen bekend als Reed Elsevier, een bedrijf dat bekende academische diensten aanbiedt zoals ScienceDirectScopusSciVal of ClinicalKey. De CEO’s van deze uitgevers kregen van 2017-2020 meer dan 30 miljoen euro uitbetaald. Dit is ruim drie keer zoveel als het salaris van de CEO van de grootste Nederlandse bank, ING, over dezelfde periode, en bijna tien keer zoveel als wat de topman van ABN-AMRO binnenhaalde. Tabel 1. De vijf bestbetaalde CEO’s van Amsterdamse beursgenoteerde bedrijven, 2017-2020 (miljoen) Bedrijf CEO 2017 2018 2019 2020 Totaal 2017-2020 Shell Ben van Beurden 10,0 10,1 8,1 6,9 35,1 Wolters Kluwer Nancy McKinstry   7,7 7,8 7,9 7,8 31,2 RELX Erik Engstrom   9,9 7,8 8,7 4,0 30,4 Philips Frans van Houten 5,1 5,4 5,3 6,2 22,0 Heineken JF van Boxmeer (2017-19); Dolf van den Brink (2020) 6,7 6,7 6,4 0,9 20,7 BRON: Eigen gegevens verzameld uit jaarverslagen. Cijfers komen overeen met de totale compensatie die in een jaar is toegekend, inclusief basissalaris, bonus en aandelenpakketten. Omwille van de consistentie zijn alleen bedrijven die in elk van de vier jaren zijn waargenomen in de steekproef opgenomen. Laten we deze cijfers even in perspectief plaatsen. Het individuele salaris van deze twee CEO’s (ongeveer 7,5 miljoen euro per jaar) zou elk jaar ongeveer 120 universitair docenten kunnen financieren. Dividenduitkeringen in de orde van grootte van 200-300 miljoen euro die de bedrijven de afgelopen jaren jaarlijks aan de aandeelhouders hebben uitgekeerd, zouden theoretisch, als ze opnieuw in de wetenschap werden geïnvesteerd in plaats van aan financiële investeerders te worden uitgekeerd, nog eens 3.000-5.000 onderzoekers per jaar kunnen financieren (per uitgever) en daarmee nieuwe kennis kunnen genereren in plaats van winst op de aandelenmarkt. Deze cijfers zijn niet alleen een Nederlands fenomeen. Directeuren van andere grote spelers in de wereld van academische uitgevers, zoals Axel Springer (beursgenoteerd in Duitsland), Thomson Reuters (Canada) of John Wiley & Sons (Verenigde Staten), hebben een vergelijkbaar royaal salaris. Het publiceren van wetenschappelijke studies vormt weliswaar slechts een onderdeel van de activiteiten van deze bedrijven. Axel Springer runt bijvoorbeeld ook een breed scala aan tijdschriften, kranten en tv-zenders. Thomson Reuters en Wolters Kluwer zijn overstapt op bedrijfsanalyses en het verkopen van data- en informatiesoftware aan ziekenhuizen, advocaten en financiële professionals. Maar het publiceren van wetenschappelijk onderzoek blijft één van hun kernactiviteiten. RELX rapporteert een omzet van 2,7 miljard euro uit wetenschappelijke publicaties, wat overeenkomt met bijna de helft van de totale bedrijfsopbrengsten. 76 procent van deze inkomsten is afkomstig uit abonnementsgelden die zij in rekening brengen voor universiteitsbibliotheken en particuliere onderzoeksinstellingen om toegang te verlenen tot de portefeuilles van 2.650 wetenschappelijke tijdschriften, die samen ongeveer een half miljoen wetenschappelijke artikelen per jaar publiceren. Afgaande op het door RELX opgegeven wereldwijde marktaandeel van 18 procent, suggereert een snelle rekensom dat universiteiten wereldwijd alleen al zo’n 10 tot 15 miljard euro per jaar uitgeven aan abonnementsgelden. Dat is big business. Maar vanuit het oogpunt van het publiek is dit bedrijfsmodel niet wenselijk. Hoewel wetenschappelijke uitgevers een sleutelrol spelen in de verspreiding van wetenschappelijke kennis, zijn de uitgevers winstgerichte organisaties die een commerciële logica volgen. Dit staat in contrast met universiteiten, die grotendeels worden gefinancierd met publiek geld en die de productie faciliteren van de kennis die de uitgevers commercialiseren. Bot gezegd komt een aanzienlijk deel van de winst die wetenschappelijke uitgevers direct of indirect voort uit overheidsinvesteringen in het hoger onderwijs – een sector die in Nederland en daarbuiten structureel ondergefinancierd is. Toch is het meest opmerkelijke aspect van deze zaak niet eens de hoeveelheid belastinggeld die overheden investeren om toegang te verlenen tot wetenschappelijke tijdschriften. Het is het feit dat overheden, die de meeste universitaire onderzoekers in dienst hebben, ook direct of indirect betalen voor het onderzoek zelf dat in deze tijdschriften wordt gepubliceerd. Het is in sommige opzichten een verbijsterend bedrijfsmodel: gefinancierd door belastinggeld maken hooggekwalificeerde wetenschappers gebruik van de door de overheid gefinancierde onderzoeksinfrastructuur om aan gespecialiseerde onderzoeksprojecten te werken, vaak voor langere periodes. Als ze klaar zijn, leveren ze de belangrijkste inzichten van hun bevindingen aan de academische uitgevers – zonder dat er een vergoeding tegenover staat. (In sommige gevallen moeten auteurs nu zelfs zogenaamde ‘Author Processing Charges’ of APC’s betalen voor het indienen van hun artikelen, die vervolgens worden gebruikt om open access te betalen, waardoor de kosten worden verschoven van de lezers naar de auteurs). Zodra wetenschappers hun werk hebben ingediend bij een wetenschappelijke uitgever, treden hun collega’s vrijwillig op als peer reviewers namens de tijdschriften – wederom zonder kosten voor de uitgever. Wanneer het artikel het peer review proces heeft doorlopen en is goedgekeurd voor publicatie, hoeft de wetenschappelijke uitgeverij het manuscript alleen nog maar vorm te geven en hieraan een nummer toe te kennen in het tijdschriften systeem, voordat het met een mooie winst kan worden doorverkocht aan dezelfde openbare instellingen die het systeem direct of indirect bekostigen. Gezien deze omstandigheden is het niet verrassend dat wetenschappelijke uitgeverijen een zeer winstgevende bedrijfstak zijn. Tabel 2 vergelijkt de gemiddelde winstmarges over de periode 2017-2019 van RELX, Wolters Kluwer en John Wiley & Sons met enkele andere bekende wereldwijde bedrijven. Opmerkelijk genoeg hebben zowel RELX als Wolters Kluwer grote winstmarges van rond de 20 procent, wat dicht in de buurt komt van die van Google/Alphabet en Apple (twee van ’s werelds meest winstgevende bedrijven). Voor John Wiley & Sons liggen de marges iets lager, maar ze liggen nog steeds ver boven die van gevestigde fabrikanten als Philips en Volkswagen. Tabel 2. Vergelijking van de gemiddelde winstmarges in de periode 2017-19 Bedrijf Winstmarge (gemiddelde 2017-19) Microsoft 32,9 % Goldman Sachs 32,5 % Apple 26,9 % Google/Alphabet 24,8 % RELX 23,3 % Wolters Kluwer 19,4 % UBS 17,3 % Heineken 13,3 % John Wiley & Sons 11,6 % Philips 8,1 % Shell 7,5 % Volkswagen 6,4 % BRON: Orbis Als je naar deze cijfers kijkt, is het verleidelijk (en wel zo makkelijk) om uitgevers de schuld te geven van hun hebzucht. Tegelijkertijd kan men stellen dat opportunisme de aard en het doel is van elke commerciële onderneming met winstoogmerk. Wat misschien nog verrassender is, is het feit dat de institutionele structuren die deze duizelingwekkende winstkansen decennialang hebben gevoed – structuren waaraan wij, als leden van de academische gemeenschap, allemaal medeplichtig zijn geweest – vaak onbetwist blijven en daarom in stand worden gehouden. Naast de verbijsterende winstmarges die hierboven geschetst zijn, zijn er nog andere redenen om vraagtekens te zetten bij het huidige academische publicatiesysteem. Ten eerste worden universiteiten door deze structuren steeds afhankelijker van commerciële uitgevers, wat de academische vrijheid kan ondermijnen. In navolging van grote techbedrijven zoals Facebook, Amazon of Google hebben wetenschappelijke uitgevers hun verdienmodellen verder uitgebreid  richting data-analytics. Als onderdeel van deze strategie hebben ze de controle verworven over aanzienlijke delen van de digitale onderzoeksinfrastructuur van universiteiten, bijvoorbeeld door bedrijven over te nemen die een cruciale rol spelen in verschillende fasen van de onderzoekscyclus. Een goed voorbeeld hiervan is RELX/Elsevier: het bedrijf is eigenaar van zoekmachines (Scopus), referentiebeheersystemen (Mendeley) en kennisarchieven (Pure), waardoor het waardevolle gebruikersgegevens kan volgen (dat wil zeggen, vastleggen en opslaan) die vervolgens aan commerciële partijen kunnen worden verkocht. Het uitbesteden van de onderzoeksinfrastructuur aan commerciële partijen brengt aanzienlijke risico’s met zich mee op het gebied van onder andere privacy, gegevensbescherming en data-autonomie, evenals financiële risico’s. Vorig jaar waarschuwden Juliëtte Schaafsma en Martijn van der Meer bijvoorbeeld voor de gevaren van ongereguleerde en verborgen datatracking door grote uitgevers. Door de transitie naar open access hebben grote uitgevers namelijk hun verdienmodel aangepast, die nu deels gebaseerd is op de gebruikersdata van onderzoekers zelf. Maar wellicht nog wel belangrijker is het feit dat het huidige academische publicatiesysteem aantoonbaar slecht is voor de wetenschap. De dominante positie van deze uitgeverijen op de wereldwijde academische markt heeft de ongelijkheden in de wereldwijde kennisproductie in stand gehouden. Deze uitgevers hebben prestigieuze internationale tijdschriften gecreëerd die voornamelijk toegankelijk zijn voor universiteiten met aanzienlijke middelen, die voornamelijk gebaseerd zijn in Europa of Noord-Amerika. Universiteiten met beperkte middelen, voornamelijk gevestigd in het mondiale Zuiden, worden geconfronteerd met hoge abonnementskosten om toegang te krijgen tot deze ‘internationale’ tijdschriften. Deze beperkte toegang tot de academische gemeenschap heeft geleid tot een wereldwijde ongelijkheid in kennisproductie, wat weer ten koste gaat van diversiteit in de wetenschap. Terwijl er aan Nederlandse universiteiten enige discussies gaande zijn over privacy-vraagstukken met betrekking tot Google, blijven soortgelijke discussies over uitgevers schaars. In het algemeen is er vanuit de academische gemeenschap weinig weerstand tegen de ‘vender lock-in’ praktijken van wetenschappelijke uitgevers. Dit moet anders: bij het publiceren van wetenschappelijke artikelen gaat het uiteindelijk om commerciële bedrijven die publieke goederen en academische toekomsten monetariseren ten koste van medewerkers, studenten en uiteindelijk ook de belastingbetaler. Bovendien is het impliciet subsidiëren van aandeelhoudersuitkeringen en miljoenenbeloningen voor directieleden onverenigbaar met de principes van open wetenschap die onze universiteiten bepleiten. Het is weliswaar een uitdaging om los te komen van dit systeem, vooral omdat het gecoördineerde acties zou vereisen van verschillende instellingen, verspreid over verschillende disciplines en landen heen. Maar er zijn noemenswaardige alternatieven. ArXiv is een goed voorbeeld. Dit is een pre-print server die fungeert als publiek toegankelijk elektronisch archief voor wetenschappelijke artikelen uit verschillende vakgebieden, waaronder natuurkunde, wiskunde en statistiek. Er bestaan ook soortgelijke alternatieven in andere vakgebieden (zoals SocArXiv, PsyArXiv en BioRxiv). Daarnaast heeft recentelijk een hele redactieraad ontslag genomen bij twee vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van neurowetenschappen uit protest tegen de onhoudbare APC’s van Elsevier en richtten hun eigen open-access tijdschrift op. Naast deze discipline-gebonden initiatieven, zijn er inmiddels ook nationale en internationale plannen (waaronder Plan S) om de wurggreep van grote uitgevers te omzeilen. Hoewel deze initiatieven en acties laten zien dat verandering mogelijk is, zijn er meer systemische veranderingen nodig. Dit begint met een langetermijnvisie die niet alleen de toekomst van academisch publiceren en de relatie van universiteiten met commerciële uitgevers heroverweegt, maar ook een niet-commerciële onderzoekssoftware voorziet waarbij zowel data als privacy van onderzoekers gewaarborgd wordt. Over de auteurs: Lukas Linsi is universitair docent Internationale Politieke Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Léonie de Jonge promoveerde in juli 2019 bij de afdeling politicologie aan de Universiteit van Cambridge. Sinds september 2019 werkt ze als universitair docent Europese politiek en maatschappij aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar rechts-populisme. David Cheruiyot is Assistent Professor bij het CMJS (Centre for Media and Journalism Studies) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Niels Bieleveld was student-assistent / data-onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu werkzaam als Data Officer bij TKP Pensioen en begeleidt fondsen bij de transitie naar de Wet Toekomst Pensioenen (WTP).

Door: Foto: Michael Eisen, CC BY 3.0 , via Wikimedia Commons.
Foto: Duncan Rawlinson - Duncan.co (cc)

De toverkracht van AI

VERSLAG - door Els Aarts.

2023 is het jaar van de doorbraak van ‘generatieve’ AI. Kunstmatige intelligentie die getraind is om tekst, beeld of geluid te maken. De reacties variëren van verwondering tot totale paniek. Hoe revolutionair is de nieuwste generatie AI?

Kunstmatige Intelligentie (AI) is dit jaar niet uit de kranten weg te slaan. Sinds het bedrijf OpenAI eind 2022 chatbot ChatGPT gratis toegankelijk maakte, houdt zijn bedwelmende taalvermogen iedereen in zijn greep. Taalwetenschapper prof. Antal van den Bosch (UU) bouwt al zo’n dertig jaar aan het type taalmodellen waar ChatGPT op gebaseerd is, en kijkt met verbazing naar de hype die zich plotseling rond zijn vakgebied afspeelt.

Voor de reeks ‘Wie is er bang voor AI?’ spreken we hem over de angst voor AI, wat AI ons kan brengen, en of je dat als taaltechnoloog überhaupt kan voorspellen.

AI is niet intelligent

Van den Bosch is stellig: de intelligentie in AI heeft weinig te maken met menselijke intelligentie.

“Taalmodellen als ChatGPT kunnen letterlijk niets anders dan het volgende woord voorspellen. Ze hebben geen enkele kennis van de echte wereld, maar maken plausibele teksten en daarom klinkt het alsof er heel veel meer achter zit dan in werkelijkheid het geval is.”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Quote du jour | Verantwoordelijkheid

QUOTE - Maar mij boeit het weinig om onze afstudeerders (nog) betere werknemers te maken. Mij lijkt het logisch om tijdens een academische opleiding juist eens grondig na te denken over welk werk je überhaupt wilt doen, en voor wie. Vertrouw je erop dat bedrijven en startups die winst maken of investering aantrekken per definitie aan zinnige producten bouwen? Hoe rijm je dat met het feit dat datzelfde consumptie gedreven, winstgerichte systeem tot nu toe zo destructief is geweest? Wil je daar deel van uitmaken? Of maakt het je allemaal niet zo veel uit, zolang je maar aan technisch interessante projecten kunt werken? En durf je dan ook toe te geven dat je het bredere effect van dat werk niet als jouw verantwoordelijkheid ziet?

Foto: Andrew Black (cc)

Het allerbeste docentencollectief

ACHTERGROND, SATIRE - Enkele dagen geleden stond er een opiniestuk van vijf academici in Trouw. De auteurs (allen bestuursleden van de Stichting Docentencollectief), zeggen zich onder andere in te zetten voor het de-ideologiseren en depolitiseren van het onderwijs. Het docentencollectief heeft zelf geen politieke kleur, stellen ze op hun website waarop voornamelijk stukken gericht tegen de Coronamaatregelen te lezen zijn. In het opiniestuk waarschuwen ze voor ‘een beperkte set politieke en ideologische overtuigingen’ waarvan universiteiten ‘in de ban zijn geraakt’. Dit is volgens de schrijvers de diepe oorzaak van de huidige bedreiging van de wetenschappelijke vrijheid. Ze noemen vervolgens vijf belangrijke gebieden waarin ‘ideologische opvattingen het universitaire onderzoek en onderwijs in ons land vergaand beheersen’: klimaat, corona, gender, kolonialisme en supranationale organisaties. Per gebied wijden de auteurs een paar zinnen aan hypothesen die als ‘rotsvaste geloofswaarheden’ zouden zijn aangenomen in universiteiten.

Ik hoopte als lezer natuurlijk dat we hier van doen hebben met experts. Een collectief van een klimaatwetenschapper, viroloog, genderexpert, historicus en een bestuurskundige.

De auteurs zijn:

  • Bas van Bommel – UD Literatuurgeschiedenis (Universiteit Utrecht)
  • Jouke Dykstra – UD Milieutechnologie (Universiteit Wageningen)
  • Erik Faber – Docent Creatieve Technologie (Universiteit Twente)
  • Sascha Kersten – Hoogleraar Duurzame Procestechnologie (Universiteit Twente)
  • Mark Voorendt – Docent Waterbouwkunde (TU Delft)
Foto: The Dangers of AI, Stable Diffusion, via Marc van Oostendorp.

De gevaren van AI

Het is duidelijk dat de huidige periode de geschiedenis, behalve als het tijdperk van Vladimir Poetin, en de zoveelste stap in de opwarming van de aarde, de geschiedenis zal ingaan als de tijd van de kunstmatige intelligentie. Dat blijkt onder andere uit de waarschuwingen die ons om de oren vliegen over de gevaren van die kunstmatige intelligentie.

Het zijn niet de minsten die waarschuwen. Zo verliet onlangs een van de belangrijkste ingenieurs bij Google, Geoffrey Hinton – iemand die decennia heeft gewerkt aan de technologie die nu zo succesvol is – zijn baan, naar eigen zeggen om zo beter te kunnen waarschuwen voor wat er allemaal gebeurt. Eerder hadden al duizend vooraanstaande technologen in een open brief dringend gevraagd om een moratorium van zes maanden op de verdere ontwikkeling van Kunstmatige Intelligentie. (Dat is al meer dan een maand geleden: aan dat moratorium laat niemand zich iets gelegen liggen.)

De gebruikte taal is soms behoorlijk heftig. Ook Hinton suggereert, bijvoorbeeld in het onderstaande recente interview, dat als we niet uitkijken, deze kunstmatige intelligentie weleens het einde van de mensheid kan betekenen. Niet omdat die kunstmatige intelligentie energie slurpt in onvoorstelbare hoeveelheden of omdat het alle ongelijkheden van het kapitalisme nog eens vele malen versterkt – die argumenten hoor je deze technologen nooit gebruiken – maar omdat we met de huidige kunstmatige intelligentie een monster hebben gecreëerd.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Quote du jour | waardevrij maar neoliberaal

QUOTE - Zogenaamd waardevrij economieonderwijs, dat stiekem neoliberaal is? In dit stuk zegt Remko van der Pluijm, lector aan de Rotterdamse Hogeschool er een aantal interessante dingen over:

Het neoliberale gedachtegoed overheerst in het Nederlandse hoger onderwijs, schrijft Van der Pluijm. Opleidingen concentreren zich op praktijkvakken en de maximalisatie van financiële winst, net zoals bedrijven alleen een verantwoordelijkheid zouden hebben naar hun aandeelhouders en werknemers.

….

In andere woorden, het is eigenlijk onmogelijk voor een docent om waardenvrij les te geven. Van der Pluijm vraagt zich echter af of dit wel zo problematisch is. Voorstanders van waardenvrij onderwijs betogen dat waarden-geladen onderwijs leidt tot conformiteit. Het neoliberale onderwijs positioneert zich volgens Van der Pluijm dan ook als een positivistische wetenschap, die zou streven naar een objectieve en feitelijke omschrijving van de wereld.

“Maar de opvatting dat economie een waardenvrij vakgebied is, is zelf een opvatting die niet waardenvrij is”, merkt Van der Pluijm op. Het probleem is niet zozeer dat een docent de eigen mening meegeeft, het is eerder dat de waardenvrije economiestudie als feit wordt gepresenteerd. Zo blijft er geen ruimte voor andere visies, wat juist leidt tot conformiteit.

Foto: dcJohn (cc)

Chatbot fraudeert bij het eindexamen Fries

Nadat ik eerder de eindexamens Nederlands (havo en vwo) en vwo-Frans door chatbots heb laten maken – voor beide slaagden de chatbots ruimschoots – leek het me interessant om het ook nog eens met Fries te doen. Voor Fries is er veel minder elektronisch leesbaar materiaal voorhanden, en aangezien kunstmatige intelligentie afhankelijk is van heel veel voorbeelden, is te voorspellen dat dit type examen veel moeilijker zal blijken te zijn.

Dat kwam uit. ChatGPT wist met het examen niets te beginnen, ook na enkele pogingen kreeg ik er niet het begin van een antwoord uit. Ze begreep niet eens dat de vragen die ik stelde gingen over de tekst die ik eerder had gegeven, en klaagde dat ze niet begreep over welke tekst ik het had. Bij Nederlands en Frans was dat allemaal geen probleem geweest. ChatGPT is aldus gezakt met een 1.

Bing, de chatbot van Microsoft (ook gebaseerd op GPT4), deed het op het gezicht ietsjes beter, maar haalde ook duidelijk een onvoldoende (18 van de 48 te behalen punten). Bovendien vertoonde het heel bizar, en frauduleus gedrag. Vragen en correctiemodel voor het eindexamen zijn hier te vinden.

Er waren 39 vragen. Omdat je aan Bing maar 20 vragen per sessie mag stellen en omdat ik de teksten apart invoerde – dat telt ook als vraag – en af en toe tussendoor een extra aanwijzing bleek te moeten geven over in welke taal Bing moest communiceren, waren er 3 verschillende sessies nodig.

Foto: by mikhail nilov via pexels.

Lerarentekort: eerst maar eens investeren

Er ontbreekt naar mijn idee iets in het opiniestuk dat de Utrechtse hoogleraar Duits Ewout van der Knaap een anderhalve week geleden in NRC publiceerde. Dat stuk gaat over de dreigende situatie bij met name de universitaire opleidingen Frans en Duits, een situatie van verdere verschraling van de opleidingen, en dat in een tijd dat er schreeuwende lerarentekorten zijn voor – onder andere – deze twee zo belangrijke talen.

“Ligt het aan de verengelsing van het hoger onderwijs,” vraagt Van der Knaap zich af in zijn stuk over de oorzaken van het lerarentekort, “het toegenomen aanbod aan studierichtingen die veelal breed van aard zijn, de overheidsprikkels voor beta-studierichtingen (‘Kies exact’)?” Maar hij vergeet volgens mij een heel belangrijke factor: de omlaag gekelderde status van het leraarschap, waar heel weinig aan gebeurt. De salarissen zijn iets bijgesteld, maar nog steeds proberen scholen weg te komen met een zo laag mogelijk startsalaris en ook proberen ze anderszins niet echt om het vak aantrekkelijker te maken.

Het probleem begint al bij de opleidingen, maar dat heeft niet met de inhoud te maken. Ik geef college in de Nijmeegse educatieve master, en met name studenten die een beetje een omweg hebben genomen naar het leraarschap door eerst iets anders dan Nederlands te zijn gaan studeren, betalen het volle pond aan college- en andere gelden – en van zulke studenten zullen we het echt moeten hebben. Die mensen zetten zich al meteen in voor de school waar ze stage lopen maar moeten daarnaast soms nog allerlei bijbaantjes aannemen. Dan moet je wel heel veel liefde hebben voor het vak.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: John C Bullas BSc MSc PhD MCIHT MIAT (cc)

Eentaligheid is een verminking

COLUMN - Het staat al een paar maanden op internet, maar de laatste weken ging het ineens rond: een artikel waarin de Franse taalkundige Mélanie Jouitteau betoogt dat mensen eentaligheid opleggen een vorm is van verminking.

Het argument is even eenvoudig als origineel. Uit heel veel onderzoek weten we niet alleen dat de mens best meertalig kan zijn, maar dat het misschien wel de natuurlijke staat van de mens is. Nog steeds worden in grote delen van de wereld verschillende talen gebruikt: op de markt praten mensen een andere taal dan thuis, en daar weer een andere dan op het werk. Zelfs blijkt uit onderzoek (voorzichtig) dat meertaligheid goed is voor de cognitieve vermogens van sprekers – dat ze bijvoorbeeld mogelijk gemiddeld wat later Alzheimer krijgen.

Mensen van die natuurlijke staat afhouden, er kunstmatig voor zorgen dat ze maar één taal leren spreken is, zegt Jouitteau, daarom te vergelijken met bijvoorbeeld de Chinese politiek voor de twintigste eeuw dat van jonge meisjes de voeten moesten worden ingebonden zodat deze klein bleven en vrouwen nauwelijks zelfstandig konden lopen. Zoals deze verminking liet zien dat je ouders brave burgers waren, zo laat ook de dwang om kinderen alleen maar de taal van hun land te laten leren – en niet bijvoorbeeld de moedertaal van hun ouders – zien dat de opvoeders hun best doen om hun kinderen in het keurslijf van de staatsideologie te drukken.

Foto: Gemaakt met DALL·E thinking fast and thinking slow

Chatbot kan niet langzaam denken

Het menselijk gedruis over tekst producerende kunstmatige intelligentie zal nog wel even voortduren. ChatGPT hielp me begin deze maand een artikel schrijven dat volgens sommigen behoorde tot het beste dat ik ooit schreef. Sindsdien ben ik ermee blijven experimenteren – vaak nog verbaasd over wat het systeem ineens bleek te kunnen bedenken, maar gaandeweg toch ook steeds meer vertrouwd met de beperkingen: de doodsheid van het geproduceerde proza (of van de geproduceerde plaatjes), de weigering om er ooit iets bij te leren.

Bijna 25 jaar geleden schreef ik een stuk, ‘grandeur en misère van de computertaalwetenschap‘. Ik weet niet of ik kan zeggen dat ik het toen goed zag; ik weet wel dat ik het nog op dezelfde manier zie. Aan het eind van het stuk wees ik er op dat dommekracht waarschijnlijk de toekomst was: computers die op basis van een enorme verzameling voorbeeldteksten aan de hand van statistiek steeds weer nieuwe teksten kunnen maken die op de oude lijken. Na “op een mooie” volgt meestal pinksterdag en dus schrijf je ‘op een mooie pinksterdag’.

Ratio

Dat is precies het principe waarop de systemen die nu furore maken gebouwd zijn. Ik voorzag dit indertijd niet omdat ik nu zo’n visionair was, maar omdat iedereen die zich er 25 jaar geleden een beetje in verdiepte het kon zien.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende